Privaatrechtsgeschiedenis van de Romeinen tot heden
Dit document bevat een beknopte samenvatting van erfrecht zelf. Hierbij wordt het intestaat- en testamentairrecht gestructureerd weergegeven. Dit helpt echt bij het studeren + alles kan je zo beter visualiseren.
1. De basisregels van het
intestaaterfrecht
Wie kon (kan) erven ab intestato?
- De bloedverwanten
- De langstlevende echtgenoot/wettelijk samenwonende partner (vanaf 2007)
- A contrario :
o Niet de aanverwanten
o Niet de niet-familieleden
Wie kreeg (krijgt) wat bij de bloedverwanten?
- Niet elke intestaaterfgenaam een gelijk deel
- Wel vijf voorrangsregels of devolutieregels
De vijf devolutieregels!!!:
1) De rangorde
- = een opdeling van de bloedverwanten in groepen die achtereenvolgens ( = de één na de
andere) aan bod komen
- In de loop van de geschiedenis waren er hiervoor drie belangrijke opdelingen :
o De graduele of DAC-opdeling (pwp)
o De parentelenopdeling (pwp)
2) De graad
- = aantal generaties (of beter geboorten) tussen twee familieleden
o Romeinsrechtelijk berekend
o Germaansrechtelijk ( = canoniekrechtelijk) berekend
- Regel van de graad in het erfrecht : binnen elke orde krijgt de dichtste in graad het goed
(‘Het naaste bloed erft het goed’) en bij gelijke graad krijgt iedereen in die graad een gelijk
deel
- Uitzonderingen op deze regel :
o Mannenvoorrecht
o Eerstgeboorterecht
o Jongstgeboorterecht
De Romeinse en Germaanse graadberekening:
- Alleen verschillend in de zijlinie
- In die zijlinie telt men :
o Romeinsrechtelijk vanaf de erflater tot de gemeenschappelijke stamvader en daalt
men tot de bloedverwant
, o Germaanrechtelijk vanaf de erflater tot de gemeenschappelijke stamvader en daalt
men tot de bloedverwant … maar telt men alleen de langste lijn
Enkel langste lijn tellen => m.a.w. : 2e graad dan eerste 2 plaatsten = 2e
graad, 3de graad, dan de eerste 3 plaatse = 3de graad ; vanaf 4de lijn zijn de
eerste 4 plaatsen = 4de graad enzovoort
3) De plaatsvervulling
- = een erfrechtelijke techniek die erin bestaat dat een familielid de plaats inneemt van een !!
overleden voorouder!! en er hierdoor :
o 1° Opschuift in graad
o 2° Er een verdeling per staak plaatsvindt
- Het doel : jongere generaties aan bod laten komen
- De toepassing :
o Bijna altijd en onbeperkt voor de descendenten (pwp)
o Nooit voor de ascendenten (pwp)
o Zeer verschillend voor de collateralen (in de eerste, tweede en eventueel ook
verdere linies) (pwp)
4) Het terugvalrecht
- Geen definitie in C.C. en B.W. !
- Begrip : is een erfrechtelijke techniek waardoor de goederen terugkeren naar de familie (lijn)
van waar ze gekomen zijn
- Effect : is een inbreuk op orde en graad (dubbele mol!)
- Toepassing : slechts van toepassing wanneer er familieleden in verschillende lijnen zijn … en
dus niet bij decendenten, volle broers en zussen of hun afstammelingen die altijd in twee
lijnen zitten
- Twee soorten :
o Het werkelijk terugvalrecht
De goederen keren werkelijk (in natura) terug naar familie
o Het fictief terugvalrecht
De goederen worden geacht in gelijke mate van beide families te komen en
keren dus in gelijke mate terug naar beide families
Kan bestaan uit een (enkele) kloving of een herkloving ( = dubbele of
verdere kloving)
(Enkele) kloving : opdeling alleen in een vaderlijke en in een
moederlijke lijn (bij helften)
Herkloving : verdere opdeling in grootvaderlijke en grootmoederlijke
lijn (vierden), overgrootvaderlijke en overgroot-moederlijke lijn
(achtsten), betovergrootvaderlijke en bet-overgrootmoederlijke lijn
(zestienden), enz. )
Kan bij :
1° Alleen ascendenten in de twee lijnen (pwp)
2° Alleen collateralen in de twee lijnen (pwp)
3° Concurrentie van ascendenten en collateralen in de twee lijnen
(pwp)
5) De grens van de erfgerechtigdheid
, - Alleen bij collateralen
2. De drie wortels van het huidige
intestaaterfrecht
De 3 wortel van het intestaatrecht
Germaans intestaarecht
1) Orde: kende een parentelenopdeling
1e parentele: kinderen en afstammelingen (kleinkinderen)
2e parentele: ouders en afstammelingen (Broers, Zussen)
3e parentele: grootouders en afstammelingen (O, T, Nicht vader/moeder, Neef
vader/moeder ..)
2) De graad werd er berekend volgens de Germaanse methode, maar er was wel mannenvoorrecht
in dezelfde graad
Zie dia 42
Opm: V en B = 1e graad
Opm: GV en O en KO = 2e graad
Opm: OGV en GO en X en P = 3e graad
3) Aanvankelijk geen plaatsvervulling
MAAR -> Werd vanaf de 5de eeuw wel ingevoerd voor de descendenten!
Dus: geen voor collateralen
4) Geen terugvalrecht
5) Geen grens van de erfgerechtigdheid
Romeins intestaatrecht
1) Orde : een gradueel stelsel met vijf orden
- 1e orde = descendenten. Kind en kleinkinderen krijgen nalatenschap
- 2e orde = Broers en zussen in zelfde orde van ascendenten.
o Maar probleem: stel broer in 2de graad => komt in concurrentie met de vader ; vader
krijgt altijd voorrang!
maar hier speciale regels dat ze beide hoofdelijk erven (zie later)
e
- 3 orde = Halfbroers en halfzussen (wij nemen dit niet over in ons recht)
- 4e orde = overige collateralen
, - 5e orde = langstlevende echtgenoot als er geen bloedverwanten zijn (overgenomen in ons
recht)
2) Graad : werd Romeinsrechtelijk berekend
- De dichte graad kreeg het goed en bij gelijke graad, kreeg men gelijke delen
o Maar uitzonderingen in tweede orde !
Ouders (1e graad) en Broers en zus (2e graad) => erven hoofdelijk (dus
samen)
3) Plaatsvervulling :
- Onbeperkt voor de descendenten
- Heel beperkt voor de collateralen : gold alleen voor de kinderen van broers en zusters
o Maw: enkel voor collateralen in 1e zijlijn -> waarbij maar 1 sprong mogelijk was
1e lijn: Broers en zussen, neven en nichten
o Geen plaatsvervulling voor collateralen in de tweede en verdere zijlijn(en)
2e zijlijn: oom, tante, neef vader…
4) Terugvalrecht :
- Fictief
- Enkele kloving (geen herkloving!)
o Alleen voor de ascendenten in beide lijnen
o Niet voor collateralen in beide lijnen
o Niet collateralen en ascendenten in beide lijnen
5) Grens van de erfgerechtigdheid : 10de Rom. graad
Ligurisch intestaatrecht
1) Orde: Kende een gradueel stelsel, maar met een uitsluiting van de ascendenten door de
collateralen
- Ratio ascendentuitsluiting?
o = Jongere (meestal meer dynamische en meer ondernemende) generaties aan bod
laten komen ten voordele van de ganse familie.
- Zuivere ascendentuitsluiting
- Verwaterde ascendentenuitsluiting -> Alleen binnen de parentele (=tussenvorm)
o Info: binnen parentele altijd vertrekken van rode lijn. Dan naar beneden. Einde
bereikt ga je weer nr rode lijn en nu omhoog. Tot je V of GVV of OGV hebt bereikt.
Dan schuif je op (van 1e naar 2e naar 3e parentele)
- Sterk verwaterde ascendentenuitsluiting -> Binnen de parentele en voor alle collateralen
o Info: binnen parentele altijd de V of GVV of OGV of OOGV als laatste!!!!
2) De graad werd berekend zoals in het Romeinse recht
3) Kende een onbeperkte plaatsvervulling tot in het oneindige zowel voor descendenten als
voorcollateralen
- In een zuiver Ligurisch recht:
o Info: Moet maar springen tot broer, wel in alle zijlinies! (springen tot rode lijn)
- In een sterk verwaterd Ligurisch recht:
o Info: In alle zijlinies
4) Kende een onbeperkt terugvalrecht
- Klovingl -> OPMERKING: rekening houden met ascendentuitsluiting!!
, - De herkloving:
o altijd bij ascendenten in beide lijnen
o Altijd bij collateralen in beide lijnen
o Altijd bij ascendenten en collateralen in beide lijnen
5) Kende geen grens van erfgerechtigdheid
3. Het intestaaterfrecht in de late-
middeleeuwen en de Nieuwe tijd
De algemene kenmerken van dit
intestaaterfrecht in de ME en de NT
1) De diversiteit : het erfrecht was verschillend van plaats tot plaats
- Quid met goederen die in meerdere gebieden lagen?
o Werd opgelost door het realiteitbeginsel of het universaliteitsbeginsel
Realiteitsbeginsel -> fictie gebruiken en zeggen dat is de plaats
Universaliteitsbeginsel -> vb. zeggen Gentse recht geldt ook al gelegen overal
in wereld
2) De pluraliteit : het erfrecht maakte een onderscheid naargelang de aard en de herkomst van de
goederen (contra artikel 732 B.W.)
- Naargelang de aard van de goederen
o Naar de aard :
Onroerende goederen (erven)
Roerende goederen (cateilen)
- Naargelang de (familiale) herkomst van de goederen
o Naar de herkomst : alleen voor onroerende goederen!!:
Familiegoederen : goederen verkregen om niet van een ascendent = via het
intestaaterfenis, een testament of een schenking van een ascendent
Aanwinsten : alle onroerende goederen die geen familiegoed waren
Verkregen ten bezwarende titel : door eigen arbeid, ruil
Verkregen om niet van een niet-ascendent
3) De erf(on)bekwaamheid : bepaalde erfgenamen werden uitgesloten
- Alle bloedverwanten en de langstlevende echtgenoot (vanaf 2007 ook wettelijk
samenwonende) erven in beginsel.
- Waren (zijn) soms uitgesloten :
o Bastaarden, tenzij “Moeder maakt geen bastaard”
o Vreemdelingen, maar wel naasting- en issuerecht
o Burgerlijk doden : geestelijken en zware criminelen
o Onwaardige personen : overgenomen uit het laatromeinse erfrecht en vandaar in
artikel 727 C.C.
Quid als de erflater een vrouw is? Bastaard erft dan soms volgens regel: ‘Moeder maakt
geen bastaard’
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SD06. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.