Dit document bevat een gedetailleerde samenvatting van het vak strategie semester 1. Het document is alle te kennen leerstof voor het januari examen. Het is goed ingedeeld en nauwkeurig geschreven.
Strategie 1 - les 1.1
Organisatie en overheid:
Binnen de organisatie:
Doelgroepen: consumenten die je wilt bereiken
- Klanten
- Toekomstige klanten
= marketingcommunicatie
Publieksgroepen: interne en externe betrokkenen
- Leveranciers
- Buurtbewoners
- Bank
- Politici
- Overheid
- Pers
= corporate communicatie
Binnen de overheid:
Iedereen betrokken die een bepaalde invloed heeft op of invloed ondervindt van beleid
- Burgers/inwoners
- Diensten
- Bedrijven
- Pers/media
- Ambtenaren
- Politici en ministers
= overheidscommunicatie
Marketingcommunicatie (communicatie met alle
doelgroepen van je organisatie):
Doelgroepen:
- Huidige klanten (loyaal en niet-loyaal)
- Ouders, kinderen, bedrijfsleiders, leerkrachten, singles, koppels, etc
- In uencers die weer nieuwe klanten kunnen aanbrengen
- Alle mogelijke toekomstige klanten
- Mensen die twijfelen over je merk
- Mensen die gaan verhuizen
- Mensen die al een keer iets gekocht hebben maar erna nooit meer
Deze doelgroepen kunnen bereikt worden via:
- Websites
- Direct mail
- Promoties
- Reclamecampagnes (tv, radio)
- Online viral campagne
- Gesponsorde posts voor betaald bereik
- Gewone posts voor organisch bereik
- Inhakers
- Creatieve brandingcampagnes
- Social media management & listening
Doel van bovenstaande voorbeelden?
- Free publicity
fl
,- Branding
- Brand awareness
- Sympathie, goed gevoel bij mogelijke klanten
- Likeability en shareability -> algoritmes sociale media
Hoe communicatie blijven aanbieden?
- Customer service (o.a. via sociale media)
- Content marketing
- Community building
Marketingcommunicatie:
- Werven van potentiële klanten en behouden van huidige klanten
- Productimago verbeteren
- Klanten meer doen kopen
- Marketing: producten en diensten maken die de behoeften van de doelgroepen bevredigen
- Communicatie: iedereen vertellen over product of dienst
Corporate communicatie (communicatie met alle
publieksgroepen):
Communicatie met alle publieksgroepen en brede publieke opinie
Publieksgroepen:
- Overheidsdiensten
- Investeerders
- Buurtbewoners
- Leveranciers
- Media, journalisten
- De consument, publieke opinie
- Concurrenten
- Medewerkers
- Raad van bestuur
Communicatie vormen:
- Crisis communicatie
- Interne communicatie
- Arbeidsmarkt communicatie
- Lobbying
- Perscommunicatie
- Acties rond maatschappelijke verantwoordelijkheid tonen
- Investors relations - nanciële communicatie
Corporate communicatie:
- Communicatie vanuit de organisatie naar alle betrokken publieksgroepen (ook consumenten en
publieke opinie, eigen medewerkers, pers, …)
- Reputatie van de brede organisatie staat voorop
- Gaat niet over merken en producten, tenzij om te tonen hoe de merken bijdragen aan het
gebied van de organisatie
- Communicatie: over de gang van zaken in de organisatie, over hoe je verantwoordelijkheid
opneemt in de maatschappij, hoe je nanciële situatie ervoor staat, over je beleid en waarom je
dingen zo aanpakt, …
Overheidscommunicatie (communicatie vanuit overheid
met alle actoren):
Communicatie vanuit overheid met alle actoren
Opgelet: niet te verwarren met politieke communicatie
- Politieke communicatie -> marketingcommunicatie (politieke marketing)
- Politici willen doelpubliek voor zich winnen (om verkozen te worden)
fi fi
,- Communicatieambtenaren (de administratie) werken onafhankelijk van politieke partijen, maar
voeren natuurlijk wel het besliste beleid van een minister uit
Communicatie vormen:
- Gedragsveranderingscampagnes bij de burger
- Voorlichting via de websites van de overheid
- Maatschappelijke communicatie campagnes
- Social media management
- Samenwerking met in uencers en media
- Gesponsorde post (over beslist beleid)
- Gesponsorde post (over niet beslist beleid)
fl
, Strategie 1 - les 1.2
Trends in het communicatie- en medialandschap:
Trendcyclus:
- Early adopters
- The in uencers
- High fashion and media
- Mainstream fashion
- Low fashion
- Death or hibernation
Macrotrends vs. Microtrends:
Macrotrends:
Een macrotrend kan worden omschreven als een tendens. Een tendens werkt langzaam. Hij
ontwikkelt zich gedurende een lange periode. Hierdoor wordt de verandering niet meteen
opgemerkt. Een macrotrend ontstaat niet plots en blijft ook langer duren. Bv. Digitalisering,
in uencers inzetten voor communicatie…
Microtrends:
Deze trends vallen heel erg op. Ze ontstaan vlug en en gaan snel weg. In dit geval spreken we van
een rage of een hype. Bv. Fidget spinners
Het verval van de massamedia:
Broadcasting model:
Informatie verspreiden aan een massa mensen op hetzelfde moment.
Netwerk model:
Constante toegang tot informatie -> mensen zijn moeilijker te bereiken dan vroeger, er is geen
vast tijdstip meer dat mensen toegang hebben tot informatie
Versplinterd pakket:
Alles viel vroeger onder hetzelfde pakket, in de krant kon je het nieuws, het weer, jobs etc vinden.
Nu kan je dat nog steeds, maar we hebben zoveel toegang tot andere informatiebronnen dat we
niet speci ek de krant gaan kopen om iets anders te vinden
Lineair TV-kijken verdwijnt:
Mensen kunnen zelf kiezen wanneer ze welk programma kijken, adverteerders kunnen mensen
niet meer bereiken
Advertentie markt staat onder druk:
Moeilijker mensen te bereiken via krant of tv, maar ook online -> iedereen heeft adblockers
Sociale media en google nemen een grote hap uit advertentiebudget van bedrijven:
Search engine advertising = betalen om bovenaan in bv google te verschijnen bij de
zoekopdracht.
Andere vormen van reclame komen op:
Reclame via uitgesteld kijken, in uencers die samen werken met merken
Native advertising:
Vorm van reclame die ervoor zorgt dat de reclame niet opvalt, de gebruiker heeft niet door dat het
een reclame is
Mediarelaties (pr):
Merken en bedrijven kunnen nu zelf ook heel veel berichten de wereld in sturen, dit zorgt ervoor
dat bv journalisten hier berichten over gaan schrijven (earned media)
Massamedia is niet nodig om publiek te bereiken:
fl
fl fi fl
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller communicatiestudentje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.18. You're not tied to anything after your purchase.