Kwantitatief onderzoek
Week 1; Les 1.
Deze week een opdrachtgever vinden. Kwantitatief onderzoek = enquête afnemen.
Waarom is onderzoek nodig? hoe kan je dingen efficiënter inrichten.
Conceptueel model = visuele weergave tussen variabelen.
STSS = programma dat helpt met cijfers.
Huiswerk: gemiddeld 3 tot 4 lesuren per week
• Blackboard: bekijken kennisclips en maken kennisvragen over literatuur
• Verhoeven: lezen stof die in volgende les behandeld wordt
• Werken aan groepsopdracht
Toetsen:
Tentamen (S) in aan het einde van het eerste kwartiel over de theorie
Werkstuk (W) in aan het einde van het tweede kwartiel bestaande uit zeven
deelopdrachten. Einde kwartiel 3 onderzoek af hebt en kwartiel 4 moet je hier verder mee.
100 mensen enquêteren maar eerst GO krijgen. H1 tot H5 deadline.
Termen:
Wat is een populatie? In onderzoek wil je een uitspraak doen over een groep mensen
of organisaties. Die groep noem je de populatie en kan verschillen. Bijvoorbeeld: Alle
studenten die HM studeren aan Saxion of in heel Nederland.
Wat is een onderzoekseenheid? is een persoon die je ondervraagt.
Wat is een variabele? De populatie wordt onderzocht op kenmerken. Die kenmerken
noem je variabelen en daar kunnen mensen op verschillen. Bijvoorbeeld: leeftijd,
bestedingsvermogen, geslacht, opleidingsniveau, tevredenheid. Dus kenmerk warbij
mensen verschillen.
Verschillende typen onderzoek:
Beschrijven = vaststellen hoe een populatie scoort op afzonderlijke variabelen. Dus 1
variabele.
Verklarende= verbanden vaststellen tussen de scores van een populatie op twee of meer
variabelen.
o Voorbeeld: verschillen tussen geslacht en tevredenheid lesrooster en vergelijken.
Voorbeeld beschrijvend onderzoek:
= In welke mate is men tevreden over de faciliteiten op de camping?
• Wat is hier de variabele?
• Tevredenheid over de faciliteiten,
• Wat is de populatie?
• Alle camping gasten op de camping (afgelopen jaar)
• Wat is de onderzoekseenheid?
• 1 gast op de camping die meedoet op de camping.
Verklarend onderzoek:
Er zijn twee soorten verklarend onderzoek:
1. Exploratief (inductief) onderzoek: er is geen verwachting vooraf over de verbanden.
?Y Of X?
• Welke factoren zijn van invloed op de tevredenheid? Of Wat zijn de gevolgen van teveel
eten?
, 2. Toetsend (deductief) onderzoek: wel een verwachting vooraf. In de literatuur is een
verband gevonden, in het onderzoek wordt dit gecheckt:
A B of Geslacht tevredenheid over de inrichting
• Is geslacht van invloed op de tevredenheid over de inrichting?
Oefening 1 en 2 Werkboek pag. 35 +36:
Opdracht 1)
1A. Beschrijvend onderzoek.
1B. Er wordt 1 variabel gebruikt namelijk de treinreizigers en er wordt geen onderscheid gemaakt in
andere variabelen alleen de trein ergernis. Wordt niet gezorgd naar relaties maar in totaal
luidruchtige medereizigers en aan slecht verstaanbare omroepberichten.
1C. Exploratief onderzoek = Onderzoek doen naar de catering van de NS tussen jongeren en
ouderen treinreizigers waar nog geen onderzoek is gedaan. Welke factoren zijn van invloed op de
ergernissen die een treinreiziger heeft?
1D. Toetsend onderzoek = je gaat het onderzoeken tussen ouderen en jongeren treinreizigers en
de trein ergernis dus je hebt meer variabelen. Dus verband tussen leeftijd en mening. Het
onderzoek ga je vergelijken met het vorige onderzoek in 2002.
Opdracht 2)
2A. Toetsend onderzoek.
2B. Er wordt onderzoek gedaan naar 2 variabelen zoals houding van personeel en tevredenheid van
gast. Dit komt voort uit de onderzoeksvraag en daar moet je naar kijken. Daarbij is er eerder
onderzoek gedaan zodat er een verwachting vooraf is.
2C. Beschrijvend onderzoek = welke factoren zijn van invloed op tevredenheid van gast?
2D. Exploratief onderzoek = in welke mate zijn gasten tevreden bij horeca en catering bedrijf?
Week 1; Les 2
Oefening:
In vergelijking met ‘gewoon wandelen’ is de Nordic Walking niet of nauwelijks ontlastend voor de
gewrichten, zoals tot nu toe vaak wordt aangenomen. Dit blijkt uit het onderzoek onder
Nederlanders tussen de 50 en 70 jaar. ‘Wel is het een prima sport om een betere conditie te krijgen
om af te vallen’. Deze conclusie trekt W. van Bakel uit onderzoek naar de effecten van Nordic
Walking. Dit onderzoek is gedaan voor de vereniging van fysiotherapie die de adviezen over
beweging van de fysiotherapeuten wil verbeteren.
- Wat is de populatie?
Alle Nederlanders tussen de 50 en 70 jaar. Want er is een vergelijking gemaakt tussen mensen die
gewoon wandelen en die aan Nordic Walking doen.
- Wat is de onderzoekseenheid?
1 Nederlander tussen de 50 en 70 jaar die meedoet aan dit onderzoek.
, - Wat zijn de variabelen?
Verschillende variabelen: Conditie, gewoon wandelen of Nordic Walking, afvallen, niet of nauwelijks
ontlastend en de leeftijd.
- Is deze vraag beschrijvend, explorerend of toetsend?
Er wordt vergelijking gemaakt tussen Nordic Walking en gewoon wandelen en of dit invloed heeft
op nauwelijks ontlastend voor de gewrichten.
- Kan ook: Explorerend. Door: ‘’ Deze conclusie trekt W. van Bakel uit onderzoek naar de
effecten van Nordic Walking. Dus je weet niet wat de effecten zijn.
- Maar kan ook toetsend. Door: ‘zoals tot nu toe vaak wordt aangenomen’
4 fasen van onderzoek:
1. Doelstelling en onderzoeksvragen
2. Planning van dataverzameling en data-analyse = theoretisch kader.
a. Bij geslacht wordt er een frequentie gedaan tussen % man en vrouw
3. Uitvoering van het onderzoek
4. Analyse en rapportage
Doelstelling:
Geeft 2 dingen weer:
- Doelstelling in het onderzoek ; de kennis die het onderzoek moet gaan opleveren.
o Voorbeeld: Tevredenheid van reizigers.
- Doelstelling van het onderzoek: de relevantie van het onderzoek (voor de praktijk),
vermelding van de doelen en wensen van de opdrachtgever.
o Voorbeeld: om te zorgen voor meer reizigers..
In 1 zin formuleren en op de toets een casus en daar goede doelstelling verzinnen.
Formuleren doelstelling:
- De doelstelling van dit onderzoek is inzicht krijgen in … om aanbevelingen te geven over …
- De doelstelling van dit onderzoek is om een bijdrage leveren aan de oplossing van … door
kennis te verzamelen over …
Voorbeeld:
Het doel van het onderzoek is om inzicht krijgen in (kwaliteit van docenten/tevredenheid van
treinreizigers) om op basis daarvan aanbevelingen te geven over (hoe het onderwijs verbeterd kan
worden/hoe zij meer treinreizigers kunnen krijgen).
Opdracht 4: eigen onderzoek.
Huiswerk: Opdracht 1.1,1.2 en 1.3 af hebben volgende week.
literatuur lezen: Verhoeven 3.3 en 3.4 en H4
, Week 2; Les 1.
Samenvatting week 1:
• Doelstelling: geeft aan wat je gaat onderzoeken (het doel in het onderzoek) en waarom je
het onderzoek uitvoert (het doel van het onderzoek). Dit formuleer je in 1 zin.
• We onderscheiden twee hoofdtypen onderzoek: beschrijvend en verklarend. Verklarend
onderzoek splitsen we op in explorerend en toetsend onderzoek
Onderzoeksvraag =
• De informatiebehoefte uit de doelstelling (het doel in het onderzoek) wordt uitgewerkt in
een of meer hoofdvragen.
• elke hoofdvraag wordt uitgewerkt in meerdere deelvragen
Eisen aan goede onderzoeksvraag =
• Een goede onderzoeksvraag begint met een hoofdletter en eindigt met een vraagteken;
• Een goede onderzoeksvraag is zo neutraal mogelijk geformuleerd;
• Wat is de klant tevredenheid tussen supermarkt A en supermarkt B?
• Een goede onderzoeksvraag richt zich op informatie en niet op oplossing van een
beleidsvraag (geen hoe kan-vraag); IN DE TOETS
• Beleidsvraag = gericht op een oplossing. Wat is de klanttevredenheid bij de Albert
Heijn?
• Hoofdonderzoeksvraag = gericht op informatie. Wat is de klanttevredenheid?
• Beschrijvend = 1 variabel ; Wat is de empathie bij de Albert Heijn in
Apeldoorn?
• Verklarend = minimaal 2 variabelen;
• Explorend = wat zijn de oorzaken van de klanttevredenheid bij de
Albert Heijn? Dus geen verwachting.
• Toetsend = Is er een relatie tussen geslacht en empathie?
• Een goede onderzoeksvraag is specifiek geformuleerd (tijd, groep, onderwerp)
• Is dit een goede onderzoeksvraag? Hoe kan de albert heijn de klanttevredenheid
verbeteren = Nee want is gericht op oplossingen en niet op informatie.
• Onderzoeksvragen zijn geen enquête vragen. Onderzoekers beantwoorden
onderzoeksvragen. Respondenten beantwoorden enquête vragen.
Voorbeelden onderzoeksvragen =
1. A. Hoeveel uren per week brengen medewerkers door op de flexibele
kantoorwerkplekken?”
B. “Hoeveel uren per week brengen medewerkers van de Hospitality Business
School door op de flexibele kantoorwerkplekken in de B-vleugel van het
Saxiongebouw in Deventer?”
• Een goede onderzoeksvraag is specifiek geformuleerd.
2. A. In welke mate vinden HBS-studenten dat Saxion een juist informatiebeleid voert?”
B. “Hoe beoordelen HBS-studenten het informatiebeleid van Saxion?”
Een goede onderzoeksvraag is zo neutraal mogelijk geformuleerd, bij de eerste staat
juiste dus je gaat ervan uit dat het goed is.
3. A. “Hoe is het gesteld met de veiligheid op campings in de regio Twente?”
B. “Hoe kan de veiligheid op campings in de regio Twente verbeterd worden?”
Een goede onderzoeksvraag richt zich op informatie en niet op oplossing van
beleidsvragen
Huiswerk pagina 40/41, onderzoeksvragen:
Reisorganisatie Jiba Reizen verzorgt jaarlijks wintersportvakanties voor groepen. Op een tiental
chalets in de Franse Alpen kunnen groepen van 10-20 personen terecht voor een goed verzorgd
verblijf nabij de skipiste. Naast positieve reacties over het geboden wintersportgenot komen er ook
regelmatig klachten binnen over de chaletvoorzieningen en over de verleende service. Zo zijn de
stapelbedden vaak te klein, zijn de keukenvoorzieningen niet altijd afgestemd op de groepsgrootte
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lindseyvantklooster. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.03. You're not tied to anything after your purchase.