Samenvatting vakstudie Nederlands 3 - Genrestudies
17 views 0 purchase
Course
Vakstudie Nederlands 3
Institution
Arteveldehogeschool (Artevelde)
Samenvatting vakstudie Nederlands 3 component genrestudies.
Bevat zowel de PowerPoints, de cursus als extra notities tijdens de lessen.
Inclusief gemaakte verwerkingsopdrachten.
Gegeven door docent F. Van Der Spiegel
VSNED3: LITERATUUR 3: GENRESTUDIES
+ alle teksten lezen in de syllabus!
H2. WAAROM VERTELLEN WIJ VERHALEN?
HET LITERAIR DARWINISME
= Een strekking binnen de literaire kritiek.
Stelt dat niet enkel de kracht van de sterksten, maar ook de verhalen evolutionair belangrijk zijn.
Verhalen vertellen = gelinkt aan de werking van ons brein, ons begrijpen van de wereld + ons uiteindelijk
overleven.
We vertellen o.a. verhalen om onze wereld te ordenen, zaken te verklaren + onze angsten te overwinnen.
à De mens, tot welke cultuur hij ook behoort, probeert vat te krijgen op de werkelijkheid.
De mythen van ≠ volkeren bevatten dezelfde mythemen die overeenkomen met grote thema’s in de
literatuur (Bv. rebellie en tirannie, de eindbestemming van de mensheid).
Goed wordt tegenover slecht geplaatst in eenvoudige categorieën.
à Zichtbaar in de verteltraditie en/of de literatuur van elk volk.
We kunnen dus stellen dat grote verhalen, zoals wij onze scheppingsmythe hebben, maar 1 mogelijke versie
zijn om de wereld te verklaren, niet meer of minder waard dan bv. de kosmogonische mythe van de
Germanen.
Indien verhalen bijdragen tot de evolutie van de menselijke soort, hoe doen ze dit dan?
1. LITERAIR DARWINISME (CHARLES DARWIN)
On The Origin of Stories: evolution, cognition and fiction
Brain Boyd stelt dat kunst in het algemeen en verhalen vertellen in het bijzonder een evolutionair nut
hebben.
Het literiar darwinisme stelt dat als er al verhalen verteld worden sinds het begin der tijden, dan moeten deze
verhalen wel een evolutionair voordeel bieden, anders zouden ze niet meer bestaan.
à Darwinistische invalshoek: verhalen dragen bij om te overleven.
Joseph Caroll = één van de grondleggers van het literair darwinisme.
Auteur van Evolution and literary theory
-1-
,2OSO FEBE DE WINNE 2021-2022
2. ANTROPOLOGISCHE STRUCTURALISME
Ferdinand De Saussure (= vermaard linguïst)
Gaat uit van de veronderstelling dat de menselijke geest bepaalde eigenschappen vertoont die voortvloeien
uit de eigenschappen van het menselijke brein.
à Mentale structuren die ervoor zorgen dat alle mensen ter wereld onafhankelijk van hun MPY of culturele
achtergrond op gelijkaardige wijze denken.
Wat is het voornaamste kenmerk van deze mentale structuren?
De drang naar classificatie
= Mensen willen orde opleggen aan de natuur, aan de relatie tussen mensen en de natuur en aan de relaties
tussen mensen onderling.
ð Deep structures die de ≠ culturele praktijken ondersteunen + op objectieve wijze onderzocht kunnen
worden. Liggen onder de waarneembare fenomenen + zijn o.a. manifest in taal, mythen, sprookjes…
Het gebruik van archetypen (= symbolen, motieven,dieren…) en zwart-witkaraktertekeningen van personages
= Linguïstisch structuralisme
3. DE MONOMYTH
Joseph Campbell = één van de meest gereputeerde mythologen
Stelt dat de queeste, the hero’s journey of de monomyth, een structuur is die we terugvinden in alle
mogelijke genres en verhalen.
à De structuur van de monomyth is terug te vinden in mythologische verhalen over de hele wereld
+ is toe te passen op een groot aantal volkssprookjes en andere verhalen.
Campbell ontdekte the hero cycle (= basispatroon) dat terug te vinden was in veel verhalen.
Omschreef die structuur in ‘The hero with a thousand faces’:
STAPPEN UITLEG
Status Quo
Oproep tot avontuur a.d.h.v. een mysterieus bericht, een uitnodiging.
De assistentie De held heeft hulp nodig van een ouder, wijzer
persoon.
Het vertrek De held stapt naar voren uit een hedendaagse,
normale wereld in een bovennatuurlijke wereld.
De beproevingen De held lost een raadsel op, doodt een monster,
onsnapt uit een val. Hij komt fantastische krachten
en wonderen tegen.
De toenadering De held wordt geconfronteerd met zijn grootste
beproeving, zijn grootste angst.
De crisis De held komt de dood onder ogen en gaat mogelijks
zelf dood. Om vervolgens herboren te worden.
De schat Als gevolg eist de held een deel van de schat, extra
erkenning of macht.
Het resultaat Varieert per verhaal. De monsters buigen voor de
held of achtervolgen ze hem als hij de wereld
ontvlucht.
De terugkeer Na al deze avonturen, keert de held terug naar de
gewone wereld.
Nieuw leven Deze zoektocht heeft de held veranderd; hij is zijn
oude leven ontgroeid.
De oplossing De verstrikte verhaallijnen worden afgewikkeld.
Status Quo Opgewaardeerd naar een nieuw niveau.
-2-
,2OSO FEBE DE WINNE 2021-2022
4. GENRESPECIFIEKE DOELEN
Literair darwinisme = de drang om levenslessen mee te geven.
Antropologisch structuralisme = de drang om de wereld rondom ons te classificeren + te ordenen.
à Elk verhaalgenre heeft ook nog genrespecifieke doelen: ontroeren, overtuigen, ontspannen, functies van de
mythe…
H3. HET LITERAIR BEGRIPPENAPPARAAT
à Wordt gezien als basiskennis, wordt niet specifiek bevraagd op het examen.
Zeker eens lezen.
1. WAT IS GENRE?
= Aanduiding voor de inhoudelijke en formeel bepaalde soorten of klassen van literaire teksten.
A. GENRES NAAR ‘WIE VERTELT WAT?’
Plato onderscheidde 3 soorten van ‘vertellen’:
- Een verhaal verteld door de auteur zelf.
- Een verhaal dat personages vertellen.
- Een verhaal door vermenging van beiden.
à Leidde later tot een indeling in de literatuur in lyriek (= de dichtkunst), dramatiek (= voorstellingskunst) en
epiek (= vertelkunst).
Julius Petersen heeft getracht de criteria (c.f. Goethe) samen te brengen in zijn genredriehoek, geïnspireerd op
de 3 ‘Naturformen’ van de literatuur die Goethe onderscheiden had:
- Lyriek = een monologische uitbeelding van een toestand.
- Epiek = een monologisch bericht van een handeling.
- Dramatiek = een dialogische uitbeelding van een handeling.
à Deze opdeling houdt veel te weinig rekening met de historische ontwikkeling van de hoofdgenres, de vele
tussenvormen uit de literatuur…
B. GENRES NAAR INHOUD
= Een genreverdeling o.b.v. inhoud van een vertelling of verhaal.
Begrippen zoals chronotoop, personages, onderliggende boodschap…
-3-
, 2OSO FEBE DE WINNE 2021-2022
H4. DE MYTHE
= Een verhaal over goden, halfgoden of helden uit het verleden van een bepaalde culturele entiteit, dat
meestal na een lange mondelinge overlevering zijn neerslag heeft gevonden in diverse literaire genres.
= Een vaak heilig, fictief verhaal van zijn volk over zijn herkomst en afkomst. (c.f. Van Dale)
Mythologie = Het geheel van mythen van een volk of de studie daarvan.
2. INTERPRETATIE VAN DE MYTHE
Mythos = spraak.
15E E v.C – de mythe = betekenis gekregen van fabel, gepraat of eenvoudig gesproken woord.
Langzamerhand werd de term gebruikt als tegenpool van logos en historia als dat wat niet echt kan bestaan.
In de klassieke oudheid waren er reeds Grieken die alle verhalen over goden/helden bestempelden als
‘verzinsels’.
à Sommige geleerden interpreteerden de mythe niet meer letterlijk, maar men zocht naar een diepere
betekenis.
3. DE LINK TUSSEN MYTHE EN REALITEIT – RELIGIE – PSYCHOLOGIE
A. REALITEIT
= Poging tot het verklaren van natuurfenomenen, oorlogen, hiërarchieën.
Theorieën beweerden dat mythen steeds een weergave zijn van een oeroude werkelijkheid.
- Germaanse mythologie
Aan het begin hiervan ontbrandt er een strijd tussen de Vanen en de Asen.
De Vanen = de goden die vereerd werden door de sedentaire hunebedbouwers.
Hun land werd plots overrompeld door de Indo-Germanen, die een ander godenvolk aanbaden (= de
Asen).
De mythologische strijd tussen de Vanen en de Asen bleef onbeslist.
à De Vanen werden de goden van de akker en het veld en werden geleidelijk aan opgenomen in het
rijk van de Asen.
à Weerspiegelt de realiteit: in de loop der tijden assimileerde het volk van de hunebedbouwers met
de rondtrekkende Indo-Germanen.
- De Griekse verhalencyclus over de Trojaanse Oorlog
In de 19E E ontdekte men in Klein-Azië ruïnes van wat eens Troje zou kunnen geweest zijn.
Andere theorieën beweerden dat een mythe altijd een neerslag was van denkbeelden, daden en instellingen
die ergens in het verleden echt hebben bestaan.
-4-
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Febedw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.