STATISTIEK
Hoofdstuk 2: het beschrijven van 2 kenmerken
1. Tabellen
Tabel 2.1.
» kruistabellen:
Kruistabel van de Variabelen GESLACHT en GEDRAG voor 30 Studenten
GEDRAG
Slecht Minder Gemid- Goed Zeer
goed deld goed
V 3 3 5 4 4 19
GESLACHT
M 3 3 1 2 2 11
6 6 6 6 6 30
De tabellen voor 2 kenmerken zijn 2D-kruistabellen.
1.1. rijkenmerk en kolomkenmerk
Het rijkenmerk is geslacht en V/M de rijhoofden. Het kolomkenmerk is gedrag en
de kolomhoofden zijn slecht-minder goed- …- zeer goed. We geven een rijkolom-
tabel weer door bv 2x5. Dit is een tabel waarbij de 2 staat voor het aantal rijen en de
5 voor het aantal kolommen.
1.2. gezamenlijke, marginale en totale frequenties
De gezamenlijke frequenties zijn de frequentie die een kolom& rij
gemeenschappelijk hebben (vb.: vrouwen die slecht scoren: 3).
Ook staan er in de figuur marginale frequenties. Dit zijn de frequenties rechts van
de kruistabel, genaamd de rijtotalen, en onderaan de kolomtotalen.
In de rechterhoek staat het globale totaal/ totale frequentie. Dit geeft het totaal
aantal observaties weer (=som van de rijtotalen/ kolomtotalen).
1.3. relatieve frequenties
Omdat men bij kruistabellen zowel kolomtotalen als rijtotalen als globale totaal heeft,
kan men 3 soorten relatieve frequenties berekenen.
» celsgewijze relatieve frequenties: globaal totaal als noemer; celpercentages
» rijsgewijze relatieve frequenties: rijtotaal als noemer; rijpercentages
De rijsgewijze relatieve frequenties vormen voorwaardelijke of conditionele
verdelingen.
» kolomsgewijze relatieve frequenties: kolomtotaal als noemer:
kolompercentages
De kolomsgewijze relatieve frequenties vormen voorwaardelijke of conditionele
verdelingen.
, 1.4. (relatieve) cumulatieve frequenties
/ (is niet samen te vatten)
1.5. aflezen van samenhang uit kruistabel
Als de voorwaardelijke verdelingen verschillend zijn, dan is er een samenhang
tussen de rij- en kolomvariabele. Samenhang is geen alles-of-niets concept. De
verschillen kunnen groter of kleiner zijn naargelang de kenmerken. De mate van de
samenhang is dus belangrijk.
1.6. samenhang en voorspelbaarheid
Ook zorgt samenhang voor voorspelbaarheid: als er een samenhang is tussen 2
kenmerken, kunnen we op basis van de ene de andere voorspellen. Een voorspelling
is een beste gok die we maken met zo min mogelijk voorspellingsfouten.
2. Figuren
2.1. figuren voor 2 kwalitatieve kenmerken
» taartdiagrammen:
Voor elk kenmerk maakt men een apart taartdiagram. Men doet dit a.d.h.v.
voorwaardelijke verdelingen. De grootste categorie plaats men steeds in de
rechterbovenhoek.
» staafdiagrammen:
Hoofdstuk 2: het beschrijven van 2 kenmerken
1. Tabellen
Tabel 2.1.
» kruistabellen:
Kruistabel van de Variabelen GESLACHT en GEDRAG voor 30 Studenten
GEDRAG
Slecht Minder Gemid- Goed Zeer
goed deld goed
V 3 3 5 4 4 19
GESLACHT
M 3 3 1 2 2 11
6 6 6 6 6 30
De tabellen voor 2 kenmerken zijn 2D-kruistabellen.
1.1. rijkenmerk en kolomkenmerk
Het rijkenmerk is geslacht en V/M de rijhoofden. Het kolomkenmerk is gedrag en
de kolomhoofden zijn slecht-minder goed- …- zeer goed. We geven een rijkolom-
tabel weer door bv 2x5. Dit is een tabel waarbij de 2 staat voor het aantal rijen en de
5 voor het aantal kolommen.
1.2. gezamenlijke, marginale en totale frequenties
De gezamenlijke frequenties zijn de frequentie die een kolom& rij
gemeenschappelijk hebben (vb.: vrouwen die slecht scoren: 3).
Ook staan er in de figuur marginale frequenties. Dit zijn de frequenties rechts van
de kruistabel, genaamd de rijtotalen, en onderaan de kolomtotalen.
In de rechterhoek staat het globale totaal/ totale frequentie. Dit geeft het totaal
aantal observaties weer (=som van de rijtotalen/ kolomtotalen).
1.3. relatieve frequenties
Omdat men bij kruistabellen zowel kolomtotalen als rijtotalen als globale totaal heeft,
kan men 3 soorten relatieve frequenties berekenen.
» celsgewijze relatieve frequenties: globaal totaal als noemer; celpercentages
» rijsgewijze relatieve frequenties: rijtotaal als noemer; rijpercentages
De rijsgewijze relatieve frequenties vormen voorwaardelijke of conditionele
verdelingen.
» kolomsgewijze relatieve frequenties: kolomtotaal als noemer:
kolompercentages
De kolomsgewijze relatieve frequenties vormen voorwaardelijke of conditionele
verdelingen.
, 1.4. (relatieve) cumulatieve frequenties
/ (is niet samen te vatten)
1.5. aflezen van samenhang uit kruistabel
Als de voorwaardelijke verdelingen verschillend zijn, dan is er een samenhang
tussen de rij- en kolomvariabele. Samenhang is geen alles-of-niets concept. De
verschillen kunnen groter of kleiner zijn naargelang de kenmerken. De mate van de
samenhang is dus belangrijk.
1.6. samenhang en voorspelbaarheid
Ook zorgt samenhang voor voorspelbaarheid: als er een samenhang is tussen 2
kenmerken, kunnen we op basis van de ene de andere voorspellen. Een voorspelling
is een beste gok die we maken met zo min mogelijk voorspellingsfouten.
2. Figuren
2.1. figuren voor 2 kwalitatieve kenmerken
» taartdiagrammen:
Voor elk kenmerk maakt men een apart taartdiagram. Men doet dit a.d.h.v.
voorwaardelijke verdelingen. De grootste categorie plaats men steeds in de
rechterbovenhoek.
» staafdiagrammen: