Hoofdstuk 0: Inleiding
Het economisch aspect van het handelen bestaat in het kiezen.
Wat is een behoefte?
Het aanbevolen van een tekort en het streven dit tekort te bevredigen.
Zijn de behoefte steeds van materiële aard?
Neen, naarmate een maatschappij zich ontwikkelt, komen meer en meer de behoeften van
immateriële aard op de voorgrond.
Wat zijn schaarse middelen? (Beperkte mate beschikbaar)
Een middel waarvan de verlangde hoeveelheid de beschikbare hoeveelheid zou overtreffen indien
het gratis ter beschikking stond.
Wat is economie?
De studie van het menselijk streven naar bevrediging van behoeften met behulp van schaarse
middelen.
Wat is welvaart?
De mate waarin mensen met de beschikbare schaarse middelen in hun behoeften kunnen
voorzien.
Wat is welzijn?
De bevrediging van verlangens (vriendschap, liefde) die geen beslag leggen op schaarse middelen.
1
,Soorten goederen;
Wat zijn vrije goederen?
Niet schaarse goederen. Ze zijn in de natuur zo overvloedig aanwezig dar de volledige behoefte
aan dergelijke goederen kan worden bevredigd.
Wat zijn economische goederen?
Schaarse middelen. De term goederen staat zowel voor goederen (tastbaar. Bv: Fiets) als voor
diensten (niet tastbaar. Bv: bezoekje aan de bioscoop).
Wat zijn individuele goederen? (1 product voor 1 persoon)
Er is sprake van rivaliteit onder consumenten en de producent kan consumenten uitsluiten van
gebruik. (Bv: als je een fiets koopt, kan niemand anders diezelfde fiets kopen).
Wat zijn collectieve goederen? (Goed of dienst voor iedereen) Zijn
niet-rivaliserend en zijn ook niet-uitsluitbaar. (Bv: Politie)
Wat zijn quasicollectieve goederen?
Komen in principe voor verkoop op de markt in aanmerking, maar soms worden ze uit sociale of
praktische overwegingen door de overheid aangeboden.
(Bv: Tol te betalen op de Franse wegen. Je moet betalen als je verder wilt, maar wil je niet
betalen, kan je nog steeds terugkeren).
Economische goederen kunnen we ook onderverdelen in?
➢ Consumptiegoederen -> bevredigen onmiddellijk de behoeften van gezinshuishoudingen
➢ Investeringsgoederen -> dienen om andere goederen te produceren
Consumptiegoederen kan men verdelen in?
➢ Verbruiksgoederen -> kan je maar één keer verbruiken (Bv: Brood)
➢ Gebruiksgoederen -> kan je meerdere keren verbruiken (Bv: Smartphone)
2
,Investeringsgoederen kan men verdelen in?
➢ Kapitaalgoederen -> hebben een levensduur van ten minste één jaar (Bv: Machines)
➢ Vlottende investeringsgoederen -> worden tijdens het productieproces verwerkt (Bv:
Grondstoffen)
Wat is consumptie?
Het gebruiken van economische goederen voor niet-productieve doeleinden. Het consumeren gaat
gepaard met een besteding van het inkomen.
Wat is productie?
Het scheppen of toevoegen van waarde (nuttigheden) aan de economische goederen. Het
produceren gaat gepaard met het verwerven van een inkomen.
Door wat ontstaat productie?
Door de samenwerking van drie categorieën productiefactoren, namelijk;
➢ Natuur
➢ Arbeid
➢ Kapitaal
Ofwel de 3 m’s;
➢ Mensen
➢ Materiaal
➢ Machines
Wat is omwegproductie?
Het kapitaal omvat de reële kapitaalgoederen (Bv: Machines, fabrieksgebouwen, infrastructuur).
Kenmerkend voor deze kapitaalgoederen is dat ze slecht indirect, dit is langs een omweg,
bijdrage tot de uiteindelijke behoeftebevrediging.
De economische wetenschap maakt gebruik van twee soorten methodes, welke?
➢ Inductieve methode -> vertrekt van een groot aantal feitelijke gegevens
➢ Deductieve methode -> gaat uit van een algemeen beginsel (bepaalde axioma’s) waaruit men
nieuwe besluiten afleidt.
Wat is de ceteris paribus-clausule? ( Als Als Als)
De invloed van alle overige relevante factoren blijft onveranderd.
((Bv: In ons onderzoek naar de samenhang tussen prijs en gevraagde hoeveelheid smartphones
gingen we uit van een aantal veronderstellingen (= ceteris paribus). Zo bv. Veronderstellen we dat
de koopkracht van de consumenten, de voorkeuren van de consumenten en de prijs van de
belminuten onveranderd blijven.))
3
, Wat is Micro-economie? (Één individuele huishouding)
Het bestuderen of beschrijven van het gedrag van een individuele huishouding. (Huishouding kan
een gezinshuishouding zijn of een bedrijfshuishouding).
Wat is Meso-economie? (Een bedrijfstak, een regio)
Bestuderen we bepaalde huishoudingen. (Bv: een bepaalde bedrijfstak, sector of regio)
Wat is Macro-economie? (Economie van een land)
Als we kijken naar alle bedrijven, alle gezinnen en alle overheidshuishoudingen.
Hoofdstuk 1: Consumenten
1)De keuze van de optimale goederencombinatie
Door wat wordt de uiteindelijke optimale keuze van de consument bepaald?
➢ Niet-economische factoren: voorkeuren of preferenties
➢ Economische factoren: prijzen van de goederen en het budget
Uit allerlei onderzoeken weten we dat de behoeften van mensen bepaald worden door?
Sociologische en psychologische factoren
Tot de sociologische factoren behoren alle invloeden die te maken hebben met het feit dat
consumenten tot een bepaalde bevolkingsgroep behoren. Hiertoe rekenen we de invloed van;
➢ Gezinssituatie -> gezin zonder kinderen heeft een ander bestedingspatroon dan gezin met
kinderen. (Bv: vakantie, uitgave aan kleding)
➢ Religie -> soort consumptiegoederen dat mensen kopen. (Bv: geen varkensvlees)
➢ Woonplaats -> Mensen op het plattenland hebben andere consumptiegewoonten dan mensen in
de stad. Mensen op het plattenland gaan bijvoorbeeld minder naar de cinema.
➢ Nationaliteit -> Belgen zijn bijvoorbeeld grote bierdrinkers, Italianen drinken veel wijn.
Tot de psychologische factoren behoren;
➢ Persoonlijkheid ->Hierbij gaat het om het karakter van de mensen. (Riscozoekend of niet)
➢ Levensstijl -> Soms doen mensen elkaar na (Bv: allemaal een jeans)
➢ Attitude -> Zo staat B&O gekend voor kwaliteit en exclusieve vormgeving.
Wat is het brandwagoneffect?
Wanneer mensen elkaar na doen bijvoorbeeld voor de modetrend. (Bv: allemaal een jeans)
Wat is het snobeffect?
Wanneer mensen zich exclusief gedragen. (Bv: Ferrari kopen)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ericiaverschaeren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.