Kwantitatief = volgens de hoeveelheid
Kwantificeren = in cijfers vaststellen of uitdrukken
Kwantitatief onderzoek
= Hierbij ondervraag je meestal een grote groep respondenten. Het geeft antwoorden op vragen
die in hoeveelheden kunnen worden uitgedrukt.
= beperkt zich niet tot surveys, maar is een verzamelnaam voor alle vormen van onderzoek waarbij
je je data kwantificeert.
Dus de kwantitatieve data kunnen uitgedrukt worden in getallen, tabellen, grafieken en
diagrammen. Dit type onderzoek wordt gebruikt om theorieën en hypothesen te bevestigen of te
verwerpen
Hoe kwantitatief onderzoek uitvoeren?:
o Standaardisering (= iedere deelnemers krijgt exact dezelfde vragenlijst)
o Eenvoudig uitvoerbaar (vb. verspreiden op sociale media)
o Mogelijkheid om het ‘onzichtbare’ op het spoor te komen
o Verschillen tussen subgroepen ontdekken
o Statistisch te analyseren
Kwantitatief onderzoek staat voor verschillende soorten onderzoeken (zie dia 7-12):
o Survey/enquête/vragenlijst
o Experiment (vb. A/B-testing)
o User metrics (Google analytics, sociale media…)
o Big data
o Kwantitatieve inhoudsanalyse
Kwantitatief onderzoek is dus niet noodzakelijk bij respondenten:
o Bestaande verkoopcijfers, kijkcijfers...
o Hoe vaak wordt mijn merk vernoemd in kranten of op Twitter?
o Hoeveel bezoekers op mijn website: welke onderdelen worden het meest gelezen?
o ...
Respondent
= iemand die enquête invult
Doel van kwantitatief onderzoek:
o In kaart brengen van de markt, context, patronen...
o Hypotheses (= verwachtingen) testen.
o Beschrijvend onderzoek; zoals surveys en inhoudsanalyses
→ Cross-sectioneel
→ Longitudinaal
o Causaal onderzoek
→ experimenteel onderzoek
, Cross – sectioneel onderzoek Ieder individu in een groep wordt eenmaal en op hetzelfde
= momentopname tijdstip geobserveerd of bevraagd.
Voorbeeld: Welke verpakking is het beste voor een product?
Dit moet je maar één keer gaan meten.
Longitudinaal onderzoek Dezelfde respondenten worden op steeds dezelfde manier en
= herhaaldelijk op verschillende tijdstippen geobserveerd of bevraagd, om
een ontwikkeling in kaart te brengen.
Voorbeeld: Het digitaal media gebruik in kaart brengen. De
Ugent doet deze studie jaarlijks. Zo kunnen zijn een evolutie
weergegeven.
Causaal onderzoek De oorzaak-en-gevolg-relatie wordt bewezen of ontkracht
= experimenten door het experiment. Bijvoorbeeld om na te gaan of de
reclamecampagne werkt (A/B-testing).
Voorbeeld: Twee varianten maken van hoe een website er
kan uit zien. 50% de ene website tonen en 50% de andere.
Om zo het gedrag te op site bekijken, om te beslissen welke
het beste is.
1.2 Soorten surveys
Survey
= gesloten vragen waarbij de onderzoeker de antwoordmogelijkheden al heeft bepaald. Dat kan ja
of nee zijn, maar ook eens tot oneens.
Soms kan er eens een open vraag komen in een survey, om iets te verduidelijken. Maar dat is
meestal niet of beperkt. Anders is het meer een kwalitatief onderzoek.
Geldige en betrouwbare uitspraken over:
o Voorkomen van verschijnselen (vb. Hoe vaak ga je naar de cinema?)
o Samenhang van verschijnselen (vb. Gaan meer jonge/oude mensen naar cinema?)
Kenmerken:
o Doorgaans op één moment (meestal momentopname, éénmalige enquête)
o Bij veel respondenten
o Gestandaardiseerde vragen stellen (iedereen krijgt exact dezelfde vragen)
o Groot aantal eigenschappen meten
o Statistische verwerking
Drie aspecten die je goed moet overwegen bij het opstellen van een enquête:
o Welk soort survey kies ik? (Handboek H7)
o Hoe stel ik de juiste vragen? (Handboek H8-9)
o Hoe bereik ik de juiste respondenten (= steekproeftrekking)? (Handboek H10-11)
,Soorten surveys met enquêteurs:
o Face-to-face survey (persoonlijk afnemen: in winkel, op straat, thuis…)
o Telefonische survey
→ Let op: Bij een face-to-face survey mag de enquêteur niet doorvragen of van de lijst afwijken,
want dan is het een kwalitatief onderzoek, namelijk een diepte-interview.
Soorten surveys die respondenten zelfstandig moet invullen:
o Schriftelijke survey (via post of op locatie)
o Online survey
Variaties in het noteren van de antwoorden:
Antwoorden kunnen genoteerd worden, maar ook via een computer/tablet. Er bestaat ook een
mixed mode surveys, hierbij wordt er een combinatie gebruikt.
1.2.1 Face – to – face survey
Belangrijk als enquêteur:
o Structuur vragenlijst goed kennen
o Inleiding: reden, wie, waarom, waarover, vertrouwelijkheid, vrijwilligheid deelname
o Vragen exact stellen zoals ze er staan
o Antwoorden letterlijk opschrijven/registreren
o Duidelijke instructies in vragenlijst
o Probing
o Prompting
o Afsluiten: bedanken
Probing Heel kort doorvragen om volledigere antwoorden te krijgen.
Voorbeeld: ‘Welke automerken kent u?’ Als de persoon er drie opsomt, kan de
enquêteur vragen of hij/zij er nog kent.
Prompting Een kaartje voorleggen met de mogelijke antwoorden of opties.
Voordelen van face-to-face surveys:
o Feedback
o Vertrouwensband, voelt persoonlijker aan
o ‘Kwaliteitscontrole’
o Aanpassingsvermogen
Nadelen van face-to-face surveys:
o Mensen maken fouten
o Traag en hoge kosten (tijd, geld en organisatie)
o Angst voor beoordeling door de enquêteur (sociaal wenselijke antwoorden?)
Als de face-to-face surveys door meerdere enquêteur worden gedaan is het
belangrijk om hen te trainen. Zodat ze het allemaal op dezelfde manier doen.
, Inter- en intra – interviewer variabiliteit uitsluiten:
Inter
= Tussen verschillende enquêteurs onderling
Vb. andere vraagstelling/intonatie: “vindt u dat België meer moet doen om de klimaatdoelstellingen
te halen?”
Intra – interviewer
= Binnen éénzelfde enquêteur.
Vb. Slecht vastleggen van antwoorden, aan het einde van de dag vermoeid en minder oplettend.
1.2.2 Telefonische survey
Voordelen:
o Relatief goedkoop
o Snel gegevens
o Minder invloed door de enquêteur
Nadelen:
o Eenvoudige en beperkte vragen en antwoorden (mag niet lang duren)
o Bepaalde groepen minder bereikbaar (vb. minder bedeelden, slechthorenden...)
o Moeilijker gevoelige thema’s aan te kaarten
o Niet weten of de juiste persoon antwoordt
o Minder betrokkenheid bij respondent
o Respondent niet kunnen observeren, geen gezichtsuitdrukkingen
1.2.3 Schriftelijke surveys (via post, in klascontext…)
Voordelen van schriftelijke surveys:
o Goedkoper, sneller en minder complexe organisatie
o Geen enquêteur-effecten of variatie
o Gemakkelijk voor de respondent
Nadelen van schriftelijke surveys:
o Meestal geen toelichting mogelijk en niet kunnen doorvragen
o Niet veel vragen stellen en open/complexe vragen beperken, kans op missing data
o Respondent kan de hele vragenlijst lezen voor het beantwoorden
o Enquêteur weet niet wie antwoordt
o Niet geschikt voor bepaalde respondenten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lizedilen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.02. You're not tied to anything after your purchase.