Decimale rekeningenstelsel in industriële onderneming
Rubriek 0: vaste activa, eigen vermogen, voorzieningen, lang vreemd vermogen.
Rubriek 1: financiële rekeningen
Rubriek 2: controlerende tussenrekeningen
Rubriek 3: rekeningen van voorraden grond- en hulpstoffen
Rubriek 4: kostenrekeningen (=kostensoorten)
Rubriek 5: rekeningen voor de verdeling van de indirecte kosten en de vaststelling van de
afdelingsresultaten
Rubriek 6: fabricagerekening(en) voor de vaststelling van de fabricageresultaten
Rubriek 7: rekeningen van voorraden gereed product en product in bewerking
Rubriek 8: rekningen van de vaststelling van de verkoopresultaten
Rekening 9: rekeningen van de overige resultaten
Balansrekeningen: 0, 1, 2, 3 en 7.
Resultaatrekeningen: 4, 5, 6, 8 en 9.
Bovenstaande rekeningen zijn zuivere rekeningen: het werken met de vermelde rubriekindeling
krijgt pas betekenis als we in de boekhouding de permanence toepassen. Er wordt meerdere keer
per jaar een balans en winst- en verliesrekening opgesteld. Het doel is om de opbrengsten en kosten
gelijkmatig te verdelen over het jaar.
Elke rekening krijgt een nummer dat uit drie cijfers bestaat: rubriekcijfer – groepcijfer – specifiek
cijfer in de groep.
Toelichting op rubriek 5
In rubriek 5 komen de indirecte kosten terecht die in eerste instantie geboekt zijn in rubriek 4. De
indirecte kosten worden in rubriek 5 verdeeld over de verschillende afdelingen. Bijvoorbeeld:
Toelichting op rubriek 6
In rubriek 6 komen de directe kosten terecht die ook geboekt zijn in rubriek 4, maar dus overgeboekt
moeten worden naar rubriek 6. Bijvoorbeeld:
600 Verbruik grondstoffen
630 Betaald direct loon
Aan 499 Overboekingsrekening
,Winst-en-verliesrekening op korte termijn Klassieke winst-en-
verliesrekening
Voor de korte termijn wordt de klassieke winst-en-verliesrekening gebruikt die er als volgt uit ziet:
Omzet € …..
Mutatie voorraad gereed product en product in bewerking € ….. (-)
€ …..
Totale werkelijke kosten:
Kosten van grond- en hulpstoffen € …..
Lonen en salarissen € …..
Sociale lasten € …..
Afschrijvingskosten € …..
Verkoopkosten € …..
Algemene beheerskosten € …..
€ …..
€ …..
Overige resultaten € …..
Winst of verlies vóór belasting € …..
Mutatie voorraad gereed product
Vergelijking kostprijs verkopen (800) met saldi rekeningen 610, 611 en 612. Als de kostprijs hoger is
dan het saldi van de rekeningen 610, 611 en 612 dan is er meer verkocht dan geproduceerd. Dit
betekent dan een afname van de voorraad. Andersom is er dan minder verkocht dan geproduceerd
wat een toename van de voorraad betekent.
Winst vóór belasting uitrekenen aan de hand van saldibalans
Tel de debetbedragen van de resultaatrubrieken bij elkaar op en haal daar de creditbedragen van de
resultaatrubrieken af.
Stel de klassieke winst-en-verliesrekening op
Hiervoor moet het overzicht gebruikt wordt zoals hierboven gegeven. De omzet staat in rubriek 8
(opbrengst verkopen), de waardeverandering van de voorraad is hierboven uitgerekend. De
werkelijke kosten staan in rubriek 4, de overige resultaten in rubriek 9.
, Winst-en-verliesrekening op lange termijn Analytische winst-en-
verliesrekening
De analytische winst-en-verliesrekening ziet er als volgt uit:
Standaardverkoopresultaat
Dit betreft het saldo van de volgende rekeningen:
840 Opbrengst verkopen
800 Kostprijs verkopen
810 Toeslag directe kosten
815 Toeslag indirecte kosten
Resultaat directe verkoopkosten
Dit betreft het saldo van de volgende rekeningen:
850 Werkelijke directe verkoopkosten
855 Standaard directe verkoopkosten
Afdelingsresultaten = rubriek 5
Voor de hulpafdelingen wordt het afdelingsresultaat als volgt berekend:
Kosten hulpafdelingen – dekking hulpafdelingen
Voor de fabricageafdeling en de verkoopafdeling bestaat het afdelingsresultaat uit het
budgetresultaat en het bezettingsresultaat:
Budgetresultaat = Kosten afdeling fabricage/verkoop – budget afdeling fabricage/verkoop
Bezettingsresultaat = Te dekken budget afdeling fabricage/verkoop – dekking afdeling
fabricage/verkoop
Bij het bezettingsresultaat kijken we naar de constante kosten. Het is een hoeveelheidsverschil op de
constante kosten. Als het bezettingsresultaat negatief is, dan betekent dit dat minder geproduceerd
is dan normaal, waardoor de constante kosten niet voldoende gedekt zijn. As het bezettingsresultaat
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ankiebanfi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.