In dit document vind je de theorie en de uitgewerkte oefeningen, die behandeld werden in de lessen, van het vak rekenvaardigheden (JPBWA1), gegeven door B. Van Ursel.
The explanation is concise and super clear, thanks to this document we succeeded in the profession
By: yanadevos • 2 year ago
Translated by Google
Wow, that's really nice to hear, thanks! Glad you passed, congrats! :) Good luck with the upcoming courses and exams:)
Seller
Follow
yanadevos
Reviews received
Content preview
REKENVAARDIGHEDEN 1: ELEMENTAIR REKENEN
AFRONDEN
Decimalen = kommagetallen
Honderdsten = 2 cijfers na de komma
0-1-2-3-4 = afronden naar beneden Honderdtallen = 3 cijfers voor de komma
5-6-7-8-9 = afronden naar boven
• Rond het getal 3,982 af tot op 2 decimalen • Rond het getal 163,458 af tot op honderdsten
o 2 decimalen = 2 cijfers na de komma o Honderdsten = 2 cijfers na de komma
o Kijken naar het 3e cijfer na de komma ▪ = 163,46
▪ = 3,98
• Rond het getal 45,1 af op honderdtallen
o Honderdtallen = 3 cijfers voor de komma
▪ = 045,1
▪ =0
SCHATTEND REKENEN
▪ Duid het juiste antwoord aan, door schattend te rekenen
▪ 99.33 =
o 3333 33.100= 3300
o 3267 → het antwoord is dus lager dan 3300
o 3310
VOORRANGSREGELS
1. Haakjes x + 0 = x en x − 0 = x
2. Wortels & machten
3. Vermenigvuldigen & delen (van links naar rechts) x. 0 = 0
4. Optellen & aftrekken (van links naar rechts)
x 0 = 1 (en x ≠ 0)
➔ Heden Wacht Mijnheer Van Daele Op Antwoord. 0
= 0 (en x ≠ 0)
x
x
bestaat niet
Optelling en vermenigvuldiging zijn commutatief 0
Bijvoorbeeld 2 + 3 = 3 + 2 1. x = x
Bijvoorbeeld 3.6 = 6.3 x1 = x
Optelling en vermenigvuldiging zijn associatief 1
= x −1 (en x ≠ 0)
x
Bijvoorbeeld (4+5) + 5= 4 + (5+5) x
=x
Bijvoorbeeld (4.2).3 = 4.(2.3) 1
als x. y = 0 dan is x = 0 of y = 0
Eigenschap van de distributiviteit
1
Bijvoorbeeld 2.(4+5) = 2.4 + 2.5 als x. y = 1 dan is x = met y ≠ 0
y
Bijvoorbeeld (2 + 4).5 = 2.5 + 4.5 1
,REKENEN MET BREUKEN
De verzameling natuurlijke getallen : 0,1, 2, 3,4, 5, …
De verzameling gehele getallen : …, -6,-5,-4,-3,-2,-1,0,1,2,3,…
De verzameling rationale getallen = alle getallen die als een breuk kunnen geschreven worden
1 9
0,5 = 2 en 4 = 2,25
De verzameling reële getallen = bovenstaande getallenverzamelingen aangevuld met irrationale getallen
het getal = 3,1415,… en √2= 1,4142,…
𝑎 𝑐 𝑎+𝑐
Optellen van gelijknamige breuken : + =
𝑏 𝑏 𝑏 teller
o Breuk = met noemer ≠ 0
𝑎 𝑐 𝑎−𝑐 noemer
Aftrekken van gelijknamige breuken : - = o Een breuk met noemer 100 = procent
𝑏 𝑏 𝑏
60
𝑎 𝑐 𝑎.𝑐 o bv. = 0,60 = 60 %
Vermenigvuldigen van breuken : . = 100
𝑏 𝑑 𝑏.𝑑
𝑎 𝑐 𝑎.𝑑
Delen van breuken : : =
𝑏 𝑑 𝑏.𝑐
BREUKEN GELIJKNAMIG MAKEN
2 7
• Maak de breuken en gelijknamig
3 4
o De gelijknamige noemer is 3.4 = 12
2.4 8
o Breuk 1 : zowel noemer als teller vermenigvuldigen met 4 : =
3.4 12
7.3 21
o Breuk 2 : zowel noemer als teller vermenigvuldigen met 3 : =
4.3 12
BREUKEN VEREENVOUDIGEN
8
• Vereenvoudig
72
o Zowel teller als noemer zijn deelbaar door 8 !
8 𝟏
o Dus =
72 𝟗
BREUKEN OPTELLEN EN AFTREKKEN
3 3
• Wat is de som van + ?
8 5
o Breuken gelijknamig maken met gelijknamige noemer van 8.5 = 40
3.5 15
▪ De eerste breuk wordt dan =
8.5 40
3.8 24
▪ De tweede breuk wordt dan =
5.8 40
15 24 𝟑𝟗
o De som van deze breuken is dan : + =
40 40 𝟒𝟎
2
, 3 3
• Wat is het verschil van – ?
8 5
o Breuken gelijknamig maken met gelijknamige noemer van 8.5 = 40
3.5 15
▪ De eerste breuk wordt dan =
8.5 40
3.8 24
▪ De tweede breuk wordt dan =
5.8 40
15 24 𝟗
o Het verschil van deze breuken is dan : − =−
40 40 𝟒𝟎
BREUKEN VERMENIGVULDIGEN EN DELEN
6 3
• Wat is het product van . ?
11 4
o Teller maal teller of 6.3 = 18
o Noemer maal noemer of 11.4 = 44
6 3 6.3 18
▪ Het product van deze breuken is dan : . = =
11 4 11.4 44
18 𝟗
o Vereenvoudigen : =
44 𝟐𝟐
3 1
• Wat is het quotiënt van : ?
4 5
o Teller breuk 1 maal noemer breuk 2 : 3.5 = 15
o Noemer breuk 1 maal teller breuk 2 : 4.1 = 4
3 1 3.5 𝟏𝟓
▪ Het quotiënt van deze breuken is dan : : = =
4 5 4.1 𝟒
MACHTEN
MACHTEN MET EEN POSITIEF GEHELE EXPONENT
• Wat is de uitkomst van 103 ?
o 103 = 10.10.10 = 1000
MACHTEN MET EEN NEGATIEF GEHELE EXPONENT
• Wat is de uitkomst van 10−3 ?
1 1
o 10−3 = = = 0,001
103 1000
MACHTEN MET EEN GEBROKEN EXPONENT
2
• Wat is de uitkomst van 83 ?
2
3 3
o 83 = √82 = √64 = 4
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yanadevos. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.14. You're not tied to anything after your purchase.