100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Notities Actuele thema's in de Agro- en Biotechnologie (OWA01U) $0.00

Summary

Samenvatting Notities Actuele thema's in de Agro- en Biotechnologie (OWA01U)

 87 views  9 purchases
  • Course
  • Institution

In dit document vind je de notities van het vak 'Actuele thema's in de Agro- en Biotechnologie', gegeven door S. Aerts in academiejaar .

Preview 2 out of 11  pages

  • January 2, 2022
  • 11
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
ACTUELE THEMA’S IN DE AGRO- & BIOTECHNOLOGIE
1. GESCHIEDENIS
1.1 HET VERRE VERLEDEN
Mens en dier leven al samen van voor de domesticatie. Domesticatie is de historische aanpassing van dieren
voor het samenleven met mensen door, vaak onbewuste, selectie. 10.000 jaar geleden was er een radicaal
breekpunt in de interactie, we gingen van dier bepaalt wereld en mens naar mens bepaalt wereld en dier.

Tot aan de Middeleeuwen waren dieren nodig voor voeding, energie en mobiliteit. De leefwereld was dus amper
gescheiden. Er was weinig wreedheid tegenover dieren, dieren komen sinds de Middeleeuwen voor in
familienamen, vlaggen en verhalen, en er ontstaan ook dierenprocessen. Maar ook in de Middeleeuwen was er
al een dubbele houding, honden van edelen hadden bijvoorbeeld kledij. Maar even goed werd er ook kledij
gemaakt van honden door officiële hondenslagers.

Vlees was in de Middeleeuwen zeer belangrijk, vooral het varken was belangrijk tot de 12 e eeuw. Daarna was er
meer interesse in het schaap, en nog later kwam er een toename in belang voor het rund. Runderen kwamen
uit landen zoals Hongarije en Polen, maar in die tijd was er nog niets om het vlees ‘vers’ te houden. Daarom
lieten ze de dieren zelf naar het betreffende land gaan, om vervolgens ter plekke geslacht te worden. In die tijd
ging ongeveer de helft van de voedseluitgaven naar vlees, dit loopt later terug.

1.2 DIEREN IN FUNCTIE VAN DE AKKERBOUW
Aardappelen worden in de periode van 1750-1850 zeer belangrijk. Vlees wordt beperkter door de korte
houdbaarheid en de kostprijs. In 1845 komt er een schimmel op aardappelen, waardoor België in een
voedselcrisis beland, dat is de laatste echte hongersnood die er in België is geweest. Hoewel er minder vlees
werd geconsumeerd, zien we wel dat de dierlijke productie bijna de helft is van de agrarische productie in 1846-
1880, dit komt omdat de melkproductie meegerekend wordt.

Dieren werden vooral gebruik als ondersteuning en als doel. Mensen hadden dieren voor de mest en de
trekkracht, maar ook voor de melk en het vlees. Het varken was de ‘spaarpot’, het varken kreeg alle overschotten
te eten, en werd nadien geslacht om ook de overschotten te kunnen consumeren (vb. spaarvarken dat kopt
wordt geslagen om centjes terug te krijgen). Kippen werden dan weer gebruikt al opruimer.

1.3 DE TREND WORDT GEZET
In de periode voor 1880 worden er belangrijke maatschappelijke veranderingen doorgevoerd. Door de
industriële revolutie gaan er minder mensen aan eigen voedselproductie doen, waardoor betaalbaar voedsel
belangrijk wordt. Er is meer vraag, dus er is meer aanbod nodig, waardoor de prijs zal dalen. Door de
Burgeroorlog in de VS eind 1865, volgt er een snelle ontwikkeling van de landbouw, en worden er spoorwegen
aangelegd. Hierdoor wordt er meer en meer graan ingevoerd. Door het grotere aanbod, gaan, zoals gezegd, de
prijzen enorm dalen. Desondanks gaat 60 tot 75% van de uitgaven van het gemiddeld Belgische gezin, toch nog
naar voedsel. Deze crisis heeft heel wat gevolgen:

• Oprichting Ministerie van Landbouw
• Oprichting Belgische Boerenbond
• Oprichting Agronomisch Instituut
• Staatslandbouwkundigen gaan op pad om boeren te vertellen wat ze moeten doen.

Verder gaan ze zoeken naar een toegevoegde waarde. Zo krijgt de tuinbouw een enorme boost, mensen gaan
groenten en fruit telen en gaan ook beginnen met sierteelt. Ook de veeteelt krijgt weer een boost, doordat
mensen meer nood hebben aan vlees en vet, door het zware werk dat ze verrichten. Al deze veranderingen
zorgen er ook voor dat het landschap volledig veranderd, er is minder akkerbouw, en er is een grote toename
van graslanden.

, 1.4 WOI
Door de eerste wereldoorlog kwam er een onderbreking in de aanvoer van basisvoeding. Dit kwam mede
doordat de omschakeling naar landbouw traag ging en omdat ze vee kwamen opeisen tijdens de oorlog. Dit
zorgde voor een hongersnood. Het aantal koeien, paarden en varkens daalde enorm door de opeisingen.
Leghennen kenden een stijging van 30 %, aangezien zij zelf gingen zoeken naar eten, en dus niet zoveel geld
kostte. De paardenpopulatie daalde in de oorlog, doordat ze in het begin van de oorlog mee werden gebruikt in
de gevechten.

1.5 HET INTERBELLUM
Het interbellum is een periode tussen 2 oorlogen. Het interbellum was een periode van geremde groei. Een
periode waarin ze het productiesysteem terug in gang proberen te krijgen. Er worden op grootschalige basis
landbouwspecialisten ingezet. Ze gaan stamboeken en keurkwekerijen oprichten. De dieren die het beste
aansluiten bij het stamboek krijgen een lintje, als erkenning dat zij een topdier zijn. Met deze dieren zal ook
steeds worden gekweekt waardoor de genetica van de topdieren sneller verspreid wordt.

Ook gaan de systemen veranderen. De veehouderij wordt minder grondgebonden. Kippen leven omheind of
overdekt en varkens zitten binnen. Ook wordt er gebruik gemaakt van broedmachines. Er is een enorme
schaalvergroting in de leghennenhouderij, er waren zo’n 20,4 miljoen hennen in 1929 (jaar voor de beurscrash
van Wallstreet).

Verder zijn er maatschappelijke veranderingen. 50 procent van de gezinsuitgaven gaat naar voedsel, dit is dus
een daling van 20 tot 25% tegenover enkele decennia eerder. Het gemiddelde vleesgebruik stijgt wel. Door de
wereldcrisis in 1930 is er een consumptiedaling en exportverlies. Er zal dus producentensteun moeten
plaatsvinden, anders gaan de producenten er onderdoor.

1.6 WOII
Ook in de Tweede Wereldoorlog is er een onderbreking van de aanvoer in basisvoedsel en de grondstoffen voor
veevoeder. In WOII was het de laatste hongersnood in Europa. Wat anders is in de Tweede Wereldoorlog, is dat
de paardenpopulatie niet daalt. Dit komt omdat paarden niet meer gebruikt werden om te vechten.

1.7 ONGEBREIDELDE INTENSIVERING
In de periode 1945 – 1980 vond er een ongebreidelde intensivering plaats. Intensivering is het opdrijven van de
output, in functie van de input. Ongebreideld is ‘zonder beperkingen’ of grenzeloos.

Vrij snel na de oorlog gaat men in België een actief landbouw en voedselbeleid voeren, ze trachten de prijzen
laag te houden, de hoeveelheid voedsel te vergroten en meer aanbod te voorzien. Kortom, ze gaan de productie
proberen te stimuleren.

In 1958 richt Europa de Europese Economische Gemeenschap op. Dit is het begin van een Europese Unie, het
begint met 6 landen (België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland en Luxemburg). Ze stellen het Verdrag van
Rome op, met onder andere een gemeenschappelijk landbouwbeleid.

1. De productiviteit van de landbouw laten groeien
2. De landbouwbevolking een redelijke levensstandaard verzekeren
3. De markt stabiliseren
4. De voedselvoorziening veilig stellen
5. Redelijke prijzen bij de levering aan de verbruikers verzekeren

Er komt ook een markt en prijsbeleid. Ze gaan de producenten een prijsgarantie geven, ze zorgen er ook voor
dat er een heffing komt op de import (goedkopere producten die binnenkomen worden belast, zodat ze
evenveel kosten als binnenlandse producten). Dit zorgt voor een stimulatie in de productie. Hierdoor is de
consument ook beschermd tegen prijsschommelingen.

Er ontstaat ook een dieetverandering. We zien duidelijk dat de broodconsumptie in 1980 lager ligt dan in 1950.
Ook de aardappelconsumptie daalt. Vlees en eieren stijgen dan weer. Het voedingsbudget daalt intussen verder,
in 1950 lag het voedingsbudget op 50%, maar in 1980 ligt dit op een kleine 18%.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yanadevos. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $0.00. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79202 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
Free  9x  sold
  • (0)