AANTEKENINGEN
DE NORMALE SCHOUDER
De schouder zonder pathologieen en beperkingen
Normaal bewegingspatroon van de schoudergordel en CTO tijdens anteflexie/
elevatie en abductie/elevatie bewegingen.
Benadrukken functie CTO en strekking Thwk (bij dubbelzijdige elevatie)
Gewrichtsadaptatie abnormaal?
Welke gewrichten bewegen mee en hoe?
Welke spieren zijn actief?
Stand van de cavitas glenoidale (kom)
DE GEWRICHTEN
Glenohumeraal (GH) = kogelgewricht
Sternoclaviculair (SC) = anatomisch zadelgewricht, functioneel kogelgewricht
Acromioclaviculair (AC) = plat gewricht
Scapulothoracaal glijvlak (ST) geen synoviaal gewricht
Is het vlak van de scapula die over de ribben glijdt.
Cervicothoracale overgang (CTO) facetgewrichten (C7 – Th4)
De grote mobiliteit van de schouder komt door gelijktijdig
bewegen van SC, AC en GH (en scapula over thoracale glijvlak)
STAND CAVITAS GLENOIDALE
= de stand van de kom in de ruimte:
Sagittaal vlak -- > van dorsolateraal naar ventromediaal (van belang voor arthrokinematisch
mobiliseren)
Cavitas ‘kijkt’ naar ventraal, lateraal en iets proximaal
CTO
Het gebied dat de overgang maakt tussen het onderste deel van de nek en bovenste
deel van de borstwervelkolom, wordt de cervicothoracale overgang (CTO) genoemd.
C7 t/m Th4, De CervicoThoracale Overgang (CTO) is de overgang van de laagste
nekwervel (C7) naar de eerste wervel met een rib (T1)
Homolaterale rotatie tijdens de laatste graden anteflexie/ elevatie beweging van de
schoudergordel.
Bij dubbelzijdige anteflexie/ elevatie is strekking van thoracale wervelkolom nodig.
ANTEFLEXIE/ ELEVATIE BEWEGING
De totale beweging laat 180 graden toe.
De deelbewegingen bestaan uit -- >
1. GH: anateflexie humerus tot 80-90 graden, daarna beweegt scapula en clavicula mee
(scapulohumeraal ritme)
2. ST: protractie, elevatie en laterorotatie (laatste 10 graden depressie)
, 3. SC: abductie (elevatie clavicula)
4. CTO: tijdens laatste 10 graden abductie/ elevatie beweegt CTO mee met een
homolaterale rotatie, lateroflexie en extensie
SCAPULO-HUMERAAL RITME
Bekijk hoe de humerus en de scapula ten opzichte van elkaar bewegen: welk ritme?
Fase 1 -- > 0-30 graden: scapula setting
Fase 2 -- > 30-90 graden: 2:1 ratio
Fase 3 -- > 90-180 graden: protractie, elevatie en ‘rotatie’ clavicula en scapula
Fase 1 -- > 0-30 graden: Humerus
Fase 2 -- > 60-120 graden: Humerus met scapula
Fase 3 -- > 120-180 graden: volledige schoudergordel met compensaties
CAVICULA BEWEGING TIJDENS ANTEFLEXIE/ ELEVATIE
Halve ellipsvormige beweging -- > naar voren, omhoog, naar achter, omlaag
Ruimte maken voor zenuw en vaatbundel tussen 1 e rib en clavicula.
UITKOMSTMATEN GEWRICHTSONDERZOEK
Pijn
Range of motion (mobiliteit)
Bewegingsverloop
Eindgevoel (leeg, stug, hard, verend, zacht)
Meeste bewegingen glenohumeraal hebben een stug eindgevoel.
-- > capsulaire/ ligamentaire remming
Passief -- >
Banden en kapsel
Bot, kraakbeen en labrum
Actief en neuromusculair -- >
Scapula stabilisatoren (m. serratus en m. trapezius)
Rotator cuff spieren (drukt kop in kom ter stabilisatie)
Adductoren schouder zorgen voor caudaal glijden kop tijdens elevatie/ abductie.
Probleem: bij letsel of verminderde coördinatie
KOPPELBEWEGING
Scapula: laterale rotatie/ elevatie/ protractie tijdens heffen arm
Koppelbeweging serratus anterior (SA) en m. trapezius (T)
Bewegende component door SA en T (pars descendens)
Stabiliserende/ controlerende component door T (pars ascendens)
FUNCTIONELE ADAPTATIE
Anatomische aanpassing (vorm en functie) van mobiliteit, spierkracht en Spierlengte
aan het dagelijks functioneren (sport, werk, ens)
Adaptatie (ossaal) bij mensen in de groei is vaak irreversibel (functie vormt het
orgaan)
Consequenties voor het lichamelijke onderzoek -- > L/ R vergelijken
Bv: Pitcher die rechtshandig is, heeft door adaptatie een grotere exorotatie mobiliteit in de
rechter schoudergordel dus abnormaal?
Handige site -- > https://www.schoudernetwerk.nl/klinische-testen/
3
, HOORCOLLEGE 1.02
DE SKELETSPIER DEEL 2
AANTEKENINGEN
STUKJE HERHALING HOORCOLLEGE SKELETSPIER DEEL 1
Contractie vormen -- >
1. Concentrische contractie = de spier levert kracht en wordt korter.
2. Excentrische contractie = De spier levert kracht en wordt verlengd.
3. Isometrische contractie = de spier levert wel kracht maar geen
beweging, de lengte van de spier blijft constant.
Bindweefsellagen van de skeletspier-- >
spierfacie = collageen bindweefsel
epimisium =
spierfascikel = spierbundel die omgeven is door een bindweefsellaagje
perimysium = het bindweefsellaagje om de spierfascikel
spiervezel = omgeven door endomysium (bindweefsellaagje)
alle bindweefsellagen staan met elkaar in verbinding, deze bestaat meestal
uit losmazig bindweefsel zodat deze kunnen geleiden.
Wat is er nodig voor een contractie -- > Calcium ionen en ATP
Calcium = bindingsplaatsen vrijmaken tussen actine en myosine
ATP = zorgt voor energie die nodig is voor een contractie
LENGTE-KRACHT RELATIE VAN EEN SARCOMEER
(lees de tabel van rechts naar links)
5. de filamenten moeten gaan roteren waardoor niet alle
bindingsplaatsen bereikbaar zijn -- > minder binden -- > er
kan minder kracht geleverd worden
6. nog minder bindingsplaatsen en dus er kan nog minder
kracht geleverd worden.
WAT BEPAALT DE SPIERKRACHT?
1. De prikkelfrequentie van een motoneuron (motorisch) =
Verhoging prikkelfrequentie -- > toename contractiekracht van de spiervezels
van de motor unit = frequentiegradatie ( de kracht neemt af als gevolg van
de frequentie) Bij meerdere pikkels dus meerdere contracties kunnen de
vezels niet volledig ontspannen -- > summatie = het optellen van de kracht
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller denisedemooij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.15. You're not tied to anything after your purchase.