Samenvatting van Financiering 2 van Nyenrode Business Universiteit. Deze samenvatting heeft een korte toelichting op hoofdstuken 7, 8, 13, 17, 18, 10, 20, 26, 27, 23, 31, 32 van Principles of Corporate Finance, global edition Brealey, Myers & Allen, (BMA) 12th edition, 2017,
McGraw-Hill, ISBN 9990.
Nyenrode Business Universiteit (Nyenrode)
Schakeltraject Accountancy & Controlling
Financiering 1
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
kolibrarium
Reviews received
Available practice questions
Oefenopgaven Financiering - Basis Principe van waarderingen
Flashcards11 Flashcards
$11.760 sales
Flashcards11 Flashcards
$11.760 sales
Some examples from this set of practice questions
1.
Iemand stort op 1 januari 2017 € 50.000 op een spaarrekening. Op de rekening wordt een vaste rente vergoed van 0,4% per jaar. De rente wordt steeds op 31 december van het jaar bijgeschreven. Wat is het saldo op de rekening op 1 januari 2021 als er tot die datum geen andere mutaties plaatsvinden?
Answer: 50.000* (1,004)^4= 50.804,81
2.
Bereken de totaal ontvangen interest als een kapitaal gedurende 6 jaar tegen 1,5% per jaar is aangegroeid tot € 13.121,32.
Een belegger heeft op 1 januari 2004 € 30.000 geïnvesteerd in een aandelenfonds. Het fonds keert geen dividend uit. Over de jaren 2004 tot en met 2011 behaalde het fonds jaarlijks een rendement van 7,5%. Over de jaren 2012 tot en met 2016 werd een rendement van 6% per jaar behaald. Bereken de waarde van de belegging in het fonds op 31 december 2016.
Answer: FV= 30.000 x (1,075)^8 x(1,06)^5= 71.600,87
4.
Iemand stort op 1 januari 2014 een bedrag van € 5.000 op een spaarrekening, gevolgd door een storting van € 3.000 op 1 januari 2015, en een storting van € 4.000 op 1 januari 2016. Op de rekening wordt een vaste rente vergoed van 0,3% per jaar. De rente wordt steeds op 31 december van het jaar bijgeschreven. Wat is het saldo op de rekening op 31 december 2016 direct na de rentebijschrijving van het jaar 2016 als er geen andere mutaties zijn dan hier gegeven?
Answer: Storting FV op 31 december 2016 Bedrag FV
1 januari 2014 5.000x(1,003)^3 5.045,14
1 januari 2015 3.000x(1,003)^2 3.018,03
1 januari 2016 4.000x(1,003)^1 4.012,00
---------------
Totaal 12.075,17
5.
Een belegger wil gedurende een jaar een bedrag investeren van € 100.000. Hij kan kiezen tussen een fonds dat een koersrendement biedt van 6% per jaar, of een fonds dat een koersrendement biedt van 0,5% per maand. Bereken voor beide mogelijkheden de toekomstige waarde van de belegging na 1 jaar en geef een toelichting op het verschil in uitkomst.
Answer: FV na 1 jaar bij een rendement van 6% per jaar = 100.000 x (1,06)^1= 106.000
FV na 1 jaar bij een rendement van 0,5% per maand = 100.000 x(1,005)^12= 106.167,78
Door de samengestelde rente geeft de rente van 0,5% per maand effectief een rente van (afgerond)
6,17% per jaar.
6.
Iemand verwacht over 8 jaar een bedrag te ontvangen van € 30.000. Wat is de huidige waarde van dit bedrag bij een gewenst rendement van 5%?
Answer: PV= 30.000/(1,05)^8=20.305,18
Content preview
Samenvatting financiering 2
studiejaar 2020-2021
Samenvatting hoodstuken
7, 8, 13, 17, 18, 10, 20, 26, 27, 23, 31, 32 van
Principles of Corporate Finance, global edition
Brealey, Myers & Allen, (BMA) 12th edition, 2017,
McGraw-Hill, ISBN 9780077189990.
Financiering 2 (Nyenrode Business Universiteit)
,Samenvatting financiering 2
College 1 | Risico & rendement
Marktrendement (Rm) bestaat uit de risicovrije rente en een opslag (premium) voor risico.
Risico wordt gemeten door variantie en standaarddeviatie.
Variantie σ2 = 𝑁 ∑ (werkelijk rendement (𝑟̃ ) – verwacht rendement (r) )2
Standaarddeviatie = √(variantie)
Als de uitkomst van iets zeker is, is de standaarddeviatie gelijk aan nul. Hoe hoger de st. deviatie, hoe meer risico.
Diversificatie
Het risico dat aandelen in waarde dalen kan verminderd worden door verschillende aandelen te kopen, omdat de
prijs van aandelen niet exact hetzelfde reageren. Hierbij worden twee soorten risico onderscheiden:
- Uniek risico: ziet toe op het bedrijf / deel van de markt. Kan geëlimineerd worden door diversificatie.
- Marktrisico: ziet toe op de gehele markt en wordt dus niet beïnvloed door diversificatie.
Risico marktportefeuille
Een marktportefeuille die bestaat uit twee aandelen heeft een bepaald risico. Dit risico is afhankelijk van de
standaarddeviatie van de beide aandelen en de correlatie coëfficiënt ρ12 (in hoeverre reageren aandelen hetzelfde):
- Positief: ze reageren in dezelfde richting (1 = exact hetzelfde)
- Nul: ze bewegen onafhankelijk van elkaar
- Negatief: ze bewegen in tegenovergestelde richting (-1 = exact tegenovergesteld)
De correlatie coëfficiënt bepaalt de covariantie van twee aandelen: 𝜎 = 𝜌 𝜎 𝜎
De covariantie kan ook berekend worden door het verschil tussen het verwachte en gemiddelde rendement met
elkaar te vermenigvuldigen en te delen door het aantal perioden: 𝜎 = ∑ 𝑟̃ − 𝑟 𝑟̃ − 𝑟
𝑁
Het risico van de marktportefeuille wordt als volgt berekend: 𝜎 = 𝑥 𝜎 + 𝑥 𝜎 + 2𝑥 𝑥 𝜎
De standaardafwijking is gelijk aan de wortel van de uitkomst. Als dit lager is dan de gewogen gemiddelde
standaardafwijking (=
+
𝜎 + + 𝜎 ), is er sprake van risicoreductie.
Bij perfect negatieve correlatie (ρ12=-1) is het unieke risico volledig geëlimineerd en bestaat het risico van de
marktportefeuille enkel uit het marktrisico van de aandelen in de portefeuille. Het marktrisico van een individueel
aandeel (hoe gevoelig is het aandeel voor bewegingen in de markt) wordt uitgedrukt in bèta.
- β > : aa deel eageert sterker dan de markt
- β = : aa deel eagee t i dezelfde ate als de a kt
- β < : aa deel eagee t i de ste k da de a kt
𝜎𝑖𝑚
Bèta van een aandeel: 𝛽𝑖 = 2
𝜎𝑚
, waarbij de standaardafwijking van de markt op dezelfde manier wordt berekend als
de standaardafwijking van een fonds en de covariantie van het aandeel en de markt op dezelfde manier als de
covariantie van twee aandelen.
De bèta van een marktportfolio is gelijk aan het gemiddelde bèta van de aandelen in het portfolio.
Diversificatie verlaagt risico. Aangezien investeerders dit zelf kunnen heeft het geen toegevoegde waarde als
ed ij e dit gaa doe , a t aa deel A + aa deel B = aa deel AB alue additi it .
Volgens Harry Markowitz willen investeerders een hoog rendement e ei ig isi o. Po tfolio s die het hoogste
e de e t ge e ij elk isi o i eau zij de zoge oe de effi ië te po tfolio s.
Door geld te lenen tegen de risicovrije rente kan je meer investeren in aandelen en je rendement (en risico)
vergroten (= risk-tolerant). Door geld uit te lenen tegen de risicovrije rente, kan je het risico (en rendement)
verkleinen (=risk-adverse).
Rendement = % aandelen * raandelen + % risico-vrij * rrisicovrij
Standaardafwijking = % aa dele * σaandelen + % risico- ij * σrisicovrij = % aa dele * σaandelen
Het beste efficiënte portfolio geeft de hoogste verhouding risico premium (r – rf) t.o.v. de standaardafwijking.
Sharpe ratio = (r- f /σ
, CAPM model
Volgens CAPM varieert de gewenste risico opslag (r-rf) in gelijke proportie met bèta (meet in hoeverre een
individueel aandeel bijdraagt aan het marktportfolio risico). Hoe hoger bèta is, hoe groter aandeel in het
marktportfolio risico, hoe hoger het gewenst rendement --> e de e t aa deel = f + βaandeel (rm – rf)
(rendement bestaat uit risicovrije rente en opslag voor risico)
College 2 – verwerking van informatie
Financiering vs. investering
Bij zowel een investering als financiering wordt een risicovol actief gewaardeerd. Daarom kan voor het berekenen
van de waarde van een geldlening dezelfde wijze worden gebruikt als bij een investering: netto contante waarde.
NCW = geleend bedrag – NCW betaalde rente – NCW aflossing
Verschillen financieren t.o.v. investeren: meer keuzemogelijkheden, makkelijker omkeerbaar te maken, meer
concurrentie en lagere tot geen mogelijkheid tot waardecreatie.
Koersveranderingen aandelen
Technische analyse: koersen bewegen volgens bepaalde patronen welke o.b.v. historische data te
voorspellen zijn
Random walk theory: koersbewegingen zijn onafhankelijk van elkaar en dus niet te voorspellen
Behavioral finance: koersreacties worden verklaard door emoties van beleggers (beleggers nemen meer
risico als ze op winst staan, risico-inschatting wordt beïnvloed door eerdere ervaringen)
Marktefficiëntie
Efficiënte markt: alle informatie die publiekelijk beschikbaar komt is onmiddellijk en juist in de prijzen verwerkt
Het is dan onmogelijk om structureer betere beleggingsresultaten te halen dan de markt, behalve door geluk.
Drie niveaus van marktefficiëntie (in hoeverre is informatie verwerkt in de prijs):
1. Weak: historische data
2. Semi-strong: historische data + onmiddellijk publiekelijk bekende data
3. Strong: historische data + onmiddellijk publiekelijk bekende data + data verkregen door fundamentele
analyse (verricht op basis van publiekelijk bekende data)
Abnormale koersbeweging
Om de impact te berekenen van een nieuwsbericht, moet je het rendement corrigeren voor marktbewegingen:
Bèta = 1: koersrendement – rendement markt
Bèta ≠ 1: koersrendement – (α + β * rendement markt) (market model)
Inefficiënties – tonen aan dat markten niet altijd efficiënt zijn:
- Small-firm effect (aandelen in kleine ondernemingen bieden hoger rendement)
- Januari-effect (rendement in januari is gemiddeld hoger)
- Maandag-effect (rendement op maandag is gemiddeld hoger)
- Erarnings-announcement-puzzle (investeerders/koersen reageren sterker op nieuws dan theoretisch
gerechtvaardigd is)
- New-issue-puzzle (beursgangen leiden op korte termijn tot hoger dan gemiddelde winst en op lange termijn
tot lager dan gemiddelde winst)
Beperkingen arbitrage (handel)
In een efficiënte markt worden prijzen altijd gecorrigeerd. Als ze ondergewaardeerd zijn, koopt een handelaar ze,
waardoor de prijs stijgt en andersom. De handelaar maakt winst door laag te kopen en hoog te verkopen.
Als een handelaar een aandeel wil verkopen dat hij niet heeft, kan hij deze lenen (short selling). Als de koers daalt,
kan hij de aandelen kopen tegen een lagere koers en teruggeven aan de uitlener. Hier zijn echter kosten aan
verbonden en er zijn niet altijd aandelen die geleend kunnen worden. Grootste beperking: koersen wijken vaak eerst
af en doen dan pas wat handelaren willen/verwachten.
6 lessen bij marktefficiëntie
1. Markets have no memory: historische data heeft geen invloed op koersen
2. Trust market prices: alle informatie is reeds verwerkt in de marktprijs, de markt heeft altijd gelijk
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kolibrarium. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.27. You're not tied to anything after your purchase.