Kenmerken van de btw
- Verbuiksbelasting: belasting die de consumptie beoogt te belasten
- Indirecte belasting: heffen bij degene bij wie de consument zijn bestedingen doet
- Neutraliteitsbeginsel
Wetgeving
- Nederland
o Wet OB
o Uitvoeringsbesluit OB
o Uitvoeringsbeschikking OB
o BUA
- Europa
o Btw-richtlijn (gericht tot lidstaten en zijn verbindend ten aanzien van het te bereiken
resultaat)
o Btw-verordening (rechtstreekse werking)
Rechtstreeks beroep op richtlijn? Ja, mits:
• uitvoeringstermijn van de richtlijn verstreken is;
• de desbetreffende bepaling niet, niet tijdig of niet correct in nationaal recht is omgezet;
• de bepaling onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig zijn of rechten vastleggen die een
particulier tegenover de staat kan doen gelden
Wanneer prejudiciële vraag?
• Twijfel over uitlegging van een communauatair begrip of richtlijnbepaling.
• Inbreukprocedure; lidstaat voldoet niet aan zijn verplichtingen m.b.t. uitvoering(stermijn) van
een richtlijn
Belastbare feiten
→ tussenhaakjes zijn de artikel Wet OB
Stappenplan van belastbaar feit artikel 1-a
Stap 1: Wie (ondernemer): is leverancier ondernemer voor de btw
Stap 2: Wat (levering/dienst): verricht de leverancier een levering of een dienst?
1
,Stap 3: Waar (plaats): wat is de plaats van de levering (art. 5) of dienst (art. 6)?
Stap 4: Vrijstelling: is de levering of dienst vrijgesteld?
Stap 5: Maatstaf van heffing (msvh): wat is de msvh?
Stap 6: Tarief: wat is het tarief?
Stap 7: Verschuldigdheid
- Wie (leverancier of afnemer) dient de verschuldigde btw te betalen?
- Wanneer dient de verschuldigde btw te worden voldaan?
- Hoe dient de btw te worden gedaan?
Stap 8
a. Heeft de leverancier recht op aftrek van btw voor kosten die samenhangen met de levering of
dienst?
b. Kan de afnemer de btw die is voldaan ter zake van de levering of dienst terugvragen als
voorbelasting?
Stap 1: ondernemer
Voorwaarden art. 7-1 en 7-2 OB
• Ieder
• Zelfstandig
• Duurzaam (regelmatig uitvoeren van activiteiten
• Economische activiteiten (Nederlandse wettekst: beroep/bedrijf)
Artikel 7 Wet OB richtlijn cf uitleggen
Handelen als btw-ondernemer
Reclameactiviteiten van een politieke partij zijn niet in de hoedanigheid van een btw-ondernemer
verricht -> voor dergelijke activiteiten is er geen markt.
Fiscale eenheid
Voorwaarden fiscale eenheid (artikel 7 lid 4 Wet OB)
1. In Nederland gevestigd (eventueel vaste inrichting)
2. Ondernemer
a. 18 februari 1991 VB 91/347: Topholding die zich moeit in het beleid kunnen ook
onderdeel uitmaken van de FE BTW. Besluit niet in strijd met BTW-richtlijn, vgl. HvJ
9 april 2013, C-85/11 Commissie/Nederland)
b. 9 april 2013 C-85/11 Commissie/Nederland: ook niet-ondernemers kunnen onderdeel
uitmaken van de FE BTW.
3. Financieel, organisatorisch en economisch verweven
a. Organisatorisch: gezamenlijk, althans onder eenheid functionerende leiding;
b. Economisch: bediening gemeenschappelijke klantenkring, prestaties zijn
complementair, niet verwaarloosbare economische betrekkingen
c. Financieel: meerderheid aandelen met inbegrip zeggenschap
Deelneming
2
,Vaste inrichting
Stap 2: levering/dienst
Bezwarende titel
- 3 maart 1994 C-16/93: Tolsma:
o een rechtstreeks verband bestaat tussen de verrichte handeling en de ontvangen
tegenprestatie
o tegenprestatie is bedongen
Levering = overdracht van de macht om als eigenaar over een goed (= alle voor menselijke beheersing
vatbare stoffen) te beschikken
Dienst = overige
Duiding prestatie
Meerpartijentransactie
3
,Fictieve levering
Artikel 3-3-a Wet OB:
Met een levering onder bezwarende titel wordt gelijkgesteld:
- het door een ondernemer aan zijn bedrijf onttrekken van een goed;
- dat hij voor eigen privédoeleinden of voor privédoeleinden van zijn personeel bestemt, dat hij
om niet verstrekt of, meer in het algemeen, dat hij voor andere dan bedrijfsdoeleinden bestemt,
- ingeval met betrekking tot dat goed of de bestanddelen daarvan recht op volledige of
gedeeltelijke aftrek van de belasting is ontstaan;
- Uitz. bij goed van geringe waarde (art. 3-8 Wet OB)
Artikel 4-2-a Wet OB
- gebruiken voor privédoeleinden van ondernemer of werknemer of voor andere dan
bedrijfsdoeleinden;
- Recht op aftrek van goed (ic auto)
Stap 3: plaats
Hoe past plaats van de prestatie in stappenplan
Definitie: een duurzame inrichting van een onderneming met behulp waarvan de werkzaamheid wordt
uitgeoefend.
- Fysieke constructie
- Ter beschikking staan aan de onderneming
- Duurzaam
- Ingericht voor de te verrichten werkzaamheden
4
,Stap 4 tot en met 6: vrijstelling/maatstaf/tarief
Fictieve diensten
Stap 7: verschuldigdheid
- Art. 12: wie moet betalen
- Artikel 13: tijdstip van betalen
- Artikel 14: hoe betalen
5
,Stap 8: aftrek van btw
Voorwaarden recht op aftrek
6
,Hoorcollege 1: BTW en digitale economie
Digitale economie
Tijdens dit vak bespreken we: alles wat op digitale manier kunt doen aan belastbare transacties
Een stapje terug in de tijd
1968 → 1993. In 1993 hebben we van alle lossen landen Europa gemaakt. Sinds dat moment hebben we
een vrij verkeer personen en goederen. Dit betekent dat personen en goederen gewoon vrij door de EU
vervoerd kunnen worden. Voor 1993 moest je, als je goederen meenam (uitvoerde uit ander land en
invoerde in dit land), langs het douanekantoor. Maar, dit betekent wel dat je vanaf 1993 allemaal nieuwe
regels moest maken. Een van die regels is dat je afstandsverkopen moest doen. Je had toentertijd een
dik catalogusboek van bijvoorbeeld Wehkamp en daarin kon je dingen bestellen. We hadden voor 1968
de regel dat de plaats van vertrek bepalend was. Waar zou je dan gaan vestigen als je zo’n catalogus
hebt met heel veel goederen? In een land met het laagste tarief, zoals Luxemburg (15%). Daar gaan al
die verkopers zich daar vestigen. Om die reden hebben we toen de regel bedacht: afstandsverkopen voor
als je aan consumenten verkoopt dat is de plaats waar de afnemer is gevestigd heffingsbevoegd (vanaf
1993) = land van aankomst heffingsbevoegd. Is dit vanuit het systeem van de btw gezien logisch? Ja,
want op deze manier wordt degene die het consumeert belast → bestemmingslandbeginsel.
Afschaffen fiscale grenzen:
- Geen invoer/uitvoer
- Nieuwe btw-regels internationale handel: o.a. afstandsverkopen (B2C)
Waarom regeling van afstandsverkopen ingevoerd?
Ontwikkelingen
- Technologie en ‘business modellen’ voortdurend doorontwikkeld
- Laptops, smartphones, tablets..
- Online goederen bestellen, online muziek downloaden, online spelletjes spelen, via apps reizen
boeken, taxi’s boeken, kamers boeken..
- Ruileconomie ook online
- Advertentieopbrengsten social media – omzet genereren door gebruikers te ‘exploiteren’
- Single-sided market vs. Multi-sided marker/ platform
→ Eerst was er vooral fysieke aanwezigheid, maar nu werkt dit allemaal digitaal heel anders.
De btw-belasting is in 1968 ontwikkeld
Social media als voorbeeld
→ Facebook is gratis, maar toch geef jij iets van je data. Zou dit belast zijn? Hier zijn veel verschillende
meningen over.
7
,→ Hier staan allemaal werelddelen en de aandelen van de mensen die gebruik maken. In de
rechterkolom zie je dat er waarde gecreëerd wordt. Alle techgiganten (facebook, etc.) zitten in Noord-
Amerika en daarvoor verdienen ze bakken met geld, maar de waarde wordt gecreëerd in het land waar
de gebruikers zijn gevestigd. Hier zit een mismatch in. Betalen Google en Facebook wel belasting in
NL? Hier wordt de waarde gecreëerd want hier wordt gebruikt gemaakt van de diensten, vindt hier dan
ook de belastingheffing plaats? Voor de directe belasting moet je hier iets van een VI hebben om erover
te kunnen belasten.
Directe belastingen
Je moet hier dus ‘iets’ hebben, zoals een VI, maar in het bovenstaande voorbeeld zit Facebook in
Amerika. Daar worden bakken met geld verdiend, terwijl de gebruikers in Europa zitten. Je voelt dat de
inkomsten worden gegenereerd in Europa dus je zou willen dat het hier ook wordt belast. De zoektocht
is: hoe gaan we die inkomsten belasten?
Wat is het aandeel van de digitale economie in het BBP? → 15,5%. Dat is best veel. In 1993 was dit
nog 0%.
OESO denkt ook over dit probleem na (dat landen zonder VI dus in de landen waar de gebruikers zitten
geen belasting betalen). Je hebt pilaar 1 en 2. Dit is meer IBR.
Maar wat is nou makkelijker voor de belastingdienst. Hoe het vroeger werkte of tegenwoordig? Vroeger,
want dan kon je gewoon de mensen in en uit een winkel zien lopen en kon je als fiscus een gok maken
over de omzet. Nu met de digitale economie is dit veel lastiger om te zien.
8
,Europese Unie
De Europese Commissie heeft een idee gelanceerd: we gaan eigenlijk een VI creëren onder bepaalde
voorwaarden. Dus als je voldoet aan die voorwaarden is er sprake van een VI en da kan je daar diensten
aan toerekenen. Dan moet je meer dan 7 miljoen inkomsten hebben en gebruikers meer dan 100.000 en
contracten voor onlinediensten 3.000. Dit gaat dus wel echt om de grootste bedrijven. Als daar sprake
van is, is er een VI in een land en moet een deel van de winst worden toegerekend aan dat land. Ze
wachten op de OESO om te kijken of hier iets aan te doen is.
Digitale dienstenbelasting
Maar we wachten nu op de OESO, maar ondertussen willen we toch wel gewoon belasting heffen. Maar
ligt dit de politiek eigenlijk lekker? Is het fijn om mensen zoals Google/Facebook te belasten? Ja, want
zij zullen hoeven toch niet op de politieke partijen te stemmen. Dus liever Google belasten dan
Nederlandse burgers.
Hoe kunnen we dit doen? (EC) → Digitale dienstenbelasting (Digital service tax = DST). Wie wordt
dan de belastingplichtige?
- Je moet een wereldinkomen hebben van 750.000.000 of meer
- Je moet een belastbaar inkomen uit de EU hebben van 50.000.000 of meer
→ dan ben je belastingplichtig en moet je belasting betalen. Welke bedrijven vallen hieronder? Google,
Facebook, Tiktok, etc.
Wanneer gaan we dan echt heffen?
- Als je advertenties plaatst
- Wanneer er digitale intermediaire activiteiten worden verricht
- Als je gegevens van gebruikers verkoopt
Uiteindelijk zijn die laatste twee voorstellen ingetrokken
9
, Stel nou dat je zo’n regeling hebt, hoe en waar ga je dit dan belasten? Hiervoor moet je kijken naar de
plaats waar de gebruikers zich bevinden:
- Plaats waar advertenties aan gebruiker verschijnen
- Plaats waar gebruiker toegang krijgt of waar account is aangemaakt
- Plaats waar gebruiker waarvan data is gegenereerd zich bevindt
De grondslag zijn de bruto-inkomsten en het tarief 3%. Via een speciale unie-regeling wordt dit dan
afgedragen. Dus niet in alle 27 landen los, maar gewoon in 1 keer via de EU. De EU schuift het dan
weer door naar alle landen. Het lijkt eigenlijk heel erg op een omzetbelasting.
Wat doen alle lidstaten? Die gaan er meteen mee aan de gang. Hoe kijken de Nederlandse politieke
partijen hier tegenover? Alle politieke partijen die je hieronder ziet hebben allemaal in hun
partijprogramma een DST
Je ziet het ook wereldwijd dat veel landen er al mee bezig zijn (in de derdewereldlanden is dit anders).
Met name in de grote lidstaten zie je wel zo’n DST ontstaan.
10
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimzech. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.06. You're not tied to anything after your purchase.