100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting nectar hoofdstuk 4, 6, 9, 10, 11, 12 ,13 ,14 ,15 en 16 $8.56
Add to cart

Summary

samenvatting nectar hoofdstuk 4, 6, 9, 10, 11, 12 ,13 ,14 ,15 en 16

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

1/3 van de examenstof biologie vwo ondersteund met plaatjes en binastabellen genoemd

Preview 4 out of 36  pages

  • No
  • Hoofdstuk 4, 6 en 9 tot en met 16
  • January 2, 2022
  • 36
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
, Hoofdstuk 4 - Cellen
Organisatieniveaus Levenskenmerken
- molecuul - Beweging
- Organel - Cellen
- Cel - Opnemen en afgeven van sto en
- Weefsel - Erfelijk materiaal
- Orgaan - Vertonen van groei
- Orgaanstelsel - Mogelijkheid tot voortplanten
- Organisme
- Populatie
- Soort
- Levensgemeenschap
- Ecosysteem
- Systeem aarde

Naarmate een cel groter wordt, neem het volume (X^3) sneller toe dan het oppervlak (X^2).

Door celdi erentiatie krijgen cellen eigen functies, als meerdere cellen met dezelfde functie bij
elkaar zitten vormen ze een weefsel.

Stamcellen kunnen nog alle functies aannemen
embryo’s, navelstreng en volwassen organen zijn stamcel bronnen

Ribosomen zijn organellen die aminozuren aan elkaar
koppelen volgens bouwinstructie van RNA. Deze eiwitten
kunnen in het ER terechtkomen. Hier en in het golgi-systeem
vindt de bewerking van eiwitten plaats. Het Golgi-systeem
snoert blaasjes, bijvoorbeeld lysosomen, af die gevormde
eiwitten door de cel vervoeren.

Het ER is een netwerk van 2 membranen met tussenruimte.
- Glad ER zonder ribosomen
- Ruw ER met ribosomen
ATP is een molecuul waarin energie wordt opgeslagen en dat wordt opgeladen in mitochondriën.

Het celskelet geeft de cel stevigheid en bestaat uit een netwerk van verschillende eiwitdraden.

Centriolen verdubbelen en gaan beide naar 1 kant van de cel bij celdeling van dierlijke cel.

Celmembraan scheidt cellen van hun omgeving en bestaat uit:
- fosfolipiden —> vetzuurstaarten met fosforkop
- Eiwitten —> bouwstenen van aminozuren
- TAAK: transport van mineralen en (in) water (oplosbare sto en) = di usie
- koolhydraatketens —> suikermoleculen
- TAAK: receptor en herkenning
Passief transport door membraan gaat via:
- di usie tussen fosfolipiden en membraan
- Eiwitpoorten voor glucose en ionen. Cellen openen en sluiten de poortjes, gefaciliteerd
transport.
- Osmose maakt de concentratie gelijk
De bouw van DNA
- Nucleotiden: stikstofbase, suiker, fosfaatgroep
DNA —> RNA —> eiwit, polypeptideketen




ff ff ff ff ff

,De celcyclus is de periode waarin de cel ontstaat, groeit, actief is en opnieuw deelt.
- G1 - cel neemt toe in omvang
- S - verdubbeling van DNA-moleculen
- G2 - enzymen controleren DNA-moleculen
- M - Mitose
De fasen van mitose:
Profase - chromosomen bestaan uit 2 chromatiek bijeengehouden door een
centromeer
Metafase - draden van het celskelet vormen een spoel guur die bestaat uit
trekdraden en steundraden
Anafase - vorming van dochtercellen dmv splitsing
Telofase - om elke set chromosomen komt een kernmembraan, er zijn 2 kernen ontstaan

Regelgenen coderen eiwitten die genen aan- en uitzetten, ze leggen de functies van cellen vast

Het eiwit p53 regelt de duur van de G1 fase, zodat cellen kopieerfouten kunnen herstellen voor
het begin van de S-fase. Bij mislukking treedt apoptose op.

Overmatige celdeling leidt tot een tumor, deze kan metastaseren.
- Goedaardige tumor is bijvoorbeeld een wrat
- Behandeling van tumoren: chirurgie, radiotherapie, chemotherapie




fi

, Hoofdstuk 6 - Voortplanting
Meiose gaat in 2 stappen:
• Meiose I - chromosomen van een paar gaan uit elkaar, begint bij
spiraliseren van chromosomen, de cel maakt ruimte voor deling want beiden
cellen moeten beide complete set erfelijke eigenschappen krijgen
• Meiose II - chromatiden van elk chromosoom gaan uit elkaar

Interfase - DNA verdubbelt terwijl de chromosomen niet zichtbaar zijn —> elk chromosoom
bestaat uit 2 chromatiden

Hypofyse en hypothalamus zijn nauw betrokken bij de start van de puberteit.

Hypothalamus beïnvloedt hypofyse door afgifte van gonadotro ne-‘releasing’-hormonen
(GnRH) door korte bloedvaten —> Hypofyse reageert hierop door afgifte van o.a. FSH en LH —>
cellen met juiste receptor maken geslachtscellen of gaan zelf hormonen afgeven

Jongens:
FSH—> stimulatie van productie zaadcellen in zaadballen
LH —> testosteron —> ontwikkeling secundaire kenmerken + remming FSH-, LH- en
GnRH- productie

Meisjes:
Menstruatiecyclus duurt ongeveer 28 dagen
Follikels en ovaria gevoelig voor FSH en LH
FSH —> start de ontwikkeling van 5-12 follikels per menstruatiecyclus
Follikels maken oestrogeen —> met hoogste productie overleeft —>
• Oestrogeen remt FSH-, LH- en GnRH-productie —> geen nieuwe follikelontwikkeling
• Oestrogeen bevorderd groei slijmvlies in baarmoeder
• Oestrogeen stimuleert rond de 13e dag LH-productie in hypofyse —> voltooiing meiose I +
eisprong

Eisprong: Eicel barst uit follikel —> bevruchting binnen een dag, anders sterft eicel —> lege
follikel neemt vetachtige sto en op —> wordt geel (follikel = geel lichaam) —> geel lichaam
maakt progesteron —> stimuleert groei + ontwikkeling baarmoederslijmvlies en remt GnRH-,
FSH- en LH-productie

Menstruatie: Geen bevruchting —> eicel verschrompelt na 10 dagen —> stop vorming
oestrogeen en progesteron —> baarmoederslijmvlies laat voor een deel los + FSH-productie
komt weer op gang

Zwangerschap: Zygote deelt via mitose tot een klompje cellen —> trilharen duwen dit via
eileiders naar baarmoeder —> direct na innesteling produceert trofoblast HCG —> geel lichaam
blijft in stand, dus geen menstruatie + progesteron blijft FSH- en LH-productie remmen —> na
ongeveer 3 maanden neemt HCG-productie af —> geel lichaam degenereert & placenta neemt
taak over —> door vorming oestrogeen en progesteron verdere ontwikkeling
baarmoederslijmvlies —> embryo kan zich ontwikkelen

Geboorte: Na ongeveer 9 maanden is de foetus volgroeid en starten weeën de bevalling —>
mama maakt prostaglandinen —> samentrekking spierweefsel in baarmoederwand
Door gewicht kind druktoename op baarmoederwond —> zenuwimpulsen naar hypothalamus —>
hypofyse geeft oxytocine af —> verdere stimulatie spierweefsel

Borstvoeding: Tepel zuigen —> productie oxytocine (samentrekken spiertjes melkklieren) en
prolactine (melkproductie)





ff fi

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Liekedg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.56. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.56
  • (0)
Add to cart
Added