Dit document omvat alle leesvragen van B&O Klassieken 2020/2021. Verder is het aangevuld met informatie die is besproken in de werkgroepen van Dr. Martijn van der Meulen. Dit document van slechts 19 pagina's met de leesvragen en besprekingen van de boeken is de essentie van dit vak en zal je goed v...
Leesvragen Klassieken 2020/2021
Dikgedrukt is de essentie van het antwoord
Rood is wat belangrijk is voor tentamen in mijn herinnering, plak hier een plakkertje bij in je boek.
Plato
1. Wat zijn de opvattingen over rechtvaardigheid van Simonides die Polemarchus introduceert?
Volgens Simonides: Iedereen teruggeven wat je schuldig bent, dat verandert naar: het dus de taak van
een goed mens om zijn vrienden te helpen en zijn vijanden te benadelen.
Socrates: iedereen goed behandelen. Dan wordt slecht mens ook beter. Je weet niet wie je vrienden zijn,
kan je je in vergissen.
Mag je een leugentje om best wil te vertellen? Verantwortungsethik weber, niet Gesinnungsethik (daarin
mag je nooit liegen). Plato wil ook geen leugentje om best wil, inconsistent op eigen regel.
2. Beschrijf de verschillende opvattingen van rechtvaardigheid die naar voren komen in de discussie
tussen
Socrates en Thrasymachus. Welke opvatting vind je het meest overtuigend?
Het recht van de sterkste. In het belang van de heersende klasse. Marxisme. Forum voor democratie zegt
dat dit nu nog zo is. Immoreel gedrag is altijd individueel, en het beste voor je eigen belang.
Moeilijk voor kleine partijen: kiesdrempel, the winner takes it all (Amerika per staat, helft nodig), kortere
zendtijd voor kleinere politieke partijen, hoe meer leden hoe meer tijd.
Thrasymachus vindt dat Socrates nooit wat constructiefs zegt en alleen de theorieën van een ander
bekritiseert en probeert te weerleggen. Socrates wil dat Thrasymachus een uiteenzetting geeft om
definitie van goed gedrag/rechtvaardigheid te geven.
Thrasymachus: de norm voor het menselijk gedrag wordt bepaald door het belang van de
sterkste, de mensen die de macht hebben, zich houden aan de wetten die ze eisen.
Socrates: regerende klasse vergist zich ook wel eens in haar eigen belang en een mens gedraagt zich
goed als die zich houdt aan de verordeningen van de regering? T: Klopt.
Handelen in het nadeel van de sterkste kan dan toch ook onder goed gedrag vallen volgens u definitie?
Aan de zwakken wordt zo opgedragen te doen wat in het nadeel is van de sterksten. Thrasymachus: Een
regering maakt voorzover zij regering is geen vergissingen en als zij vergissingen maakt, vaardigt zij
wetten uit de in haar eigen belang zijn. En aan die wetten moet de bevolking zich houden. Ik blijf bij
definitie: de norm voor het menselijk gedrag ligt in het belang van de sterkste.
Socrates: maar moeten we niet concluderen dat in het algemeen niemand met een leidende positie
voorzover werkelijk leiding geeft met zijn overwegingen en voorschriften zijn eigenbelang behartigt,
maar dat zijn beleid altijd gericht is op de mensen voor wie hij zijn vak uitoefent en dat hun belangen en
hun behoeften vooropstaan bij alles wat hij zegt en bij alles wat hij doet?
Thrasymachus: immoreel gedrag is voordelig, dan iemand die zich aan de wetten en normen houdt.
Egoïstisch zijn. Immoreel gedrag is iets positiefs, teken van intelligentie. Moreel goede mensen zich aan
regels houden en zichzelf bepaalde beperkingen opleggen en er alleen aansprak op maken het beter te
hebben dan menen die anders handelen dan zij. Immorele mensen willen iedereen overtreffen en zich in
het geheel niet aan regels of beperkingen storen. Het is onnatuurlijk om rechtvaardig te zijn omdat
mensen altijd meer willen (bijvoorbeeld meer macht, meer geld et cetera). Het meest rationele zou
volgens hem zijn om rechtvaardigheid volkomen te negeren.
Socrates: overtuigt tot conclusie dat immoreel gedrag iets negatief was en gevolg van onwetendheid.
nu gaat het om het vinden van redenen die het bestaan van rechtvaardigheid legitimeren. Socrates pleit
voor het bestaan van rechtvaardigheid en geeft drie argumenten die het tegendeel van Thrasymachos’
redenatie moeten bewijzen
Socrates eindigt dit boek door te stellen dat er eigenlijk niet echt een conclusie te trekken
valt uit de discussie. Hij stelt dat het resultaat is dat hij niets weet, want wanneer hij niet weet wat
rechtvaardigheid is, dan kan hij ook niet peinzen over de vragen die zojuist aan bod zijn gekomen.
Socrates denkt dat de discussie nu gesloten is maar dit bleek slechts het begin te zijn.
,3. Hoe krijgt Socrates Thrasymachus eronder? Vind je dat Thrasymachus terecht verliest?
Hij geeft drie argumenten die het tegendeel van Thrasymachos’ redenatie bewijzen.
Dingen zo definiëren en vragen dat thrasymachus ze niet kon ontkennen. Ja.
Uiteindelijk is het in het belang van de maatschappij, niet van de heersers. Mensen doen beroepen niet
voor het geld.
Vergelijking tussen deskundige en leek. Deskundige doet het voor het belang van het vak. Kennis is goed,
gebonden aan allerlei regels. In goeie staat gedragen burgers goed, en politieke leiding zich goed.
4. Wat is het punt dat Glaucon wil maken met het verhaal van Gyges van Lydië, en hoe reageert Socrates
hierop?
Goede en slechte mensen, niemand houdt zich aan de regels, niemand houdt zich aan de wet uit eigen
verkiezing. Het beste leven is weggelegd voor mensen di zich niet aan moraal houden.
Als je onzichtbaar bent, gedraag je je niet meer deugdzaam, geen sociale controle meer.
Socrates reageert dat hij moraal niet meer kan verdedigen, Socrates is overdonderd. Uiteindelijk
weerlegt die het later in het verhaal weer.
Link met lord of the rings in verhaal met ringen.
5. Welke eigenschappen moeten de beschermers hebben?
Leergierig/wetenschappelijke aanleg om tegen eigen mensen en bekenden vriendelijk op te treden, tegen
buitenstaanders fel zijn, dit onderscheid kunnen maken.
fel temperament en lichamelijke kwaliteiten, scherpzinnig, geen angst, waarheidlievend, zachtaardig
(herdershond),
6. Wat voor soort opvoeding moeten de aspirant-beschermers krijgen?
Alleen goedgekeurde verhalen mogen worden voorgelezen. Geen religieuze en mythologische literatuur.
Feiten, geen fantasie. Geen censuur. Zelfbeheersing en ontwikkeling van geestelijk niveau.
God:
God en ouders respecteren en waarde hechten aan goede relatie met medemens:
Goden zijn volmaakt. Iets volmaakts kan nooit schadelijk zijn. Goden kunnen geen negatieve dingen
veroorzaken, niet verantwoordelijk voor ellende of oorlog.
God mag geen andere gedaante aannemen in verhalen. Zoiets is godslastering. God is al volmaakt.
(Onwaarheden kunnen nut worden gegeven door ze zoveel mogelijk de waarheid te laten benaderen. )
Misdaden in het verleden door goden, of ze nou waar zijn of niet, kunnen beter worden verzwegen. Of in
ieder geval zo weinig mogelijk mensen moeten er kennis van krijgen. Anders kunnen kinderen denken
dat ze net als goden ook verschrikkelijke wandaden kunnen begaan.
Moed:
Geen angst voor dood inpraten. In literatuur niet sterk de nadruk op waarde van leven. Door hun angsten
kunnen ze verslappen en koelbloedigheid verliezen.
Een held in een verhaal mag geen hevige emoties ervaren. Geen onzekerheid, hulpeloosheid, ook hevig
gelach niet. Anders zullen kinderen zich snel gaan aanstellen.
Onwaarheid moet worden gestraft, dit ook leren in opvoeding. Alleen regering mag onwaarheden
verkondigen in het belang van de maatschappij.
Zelfbeheersing:
Leiders en regering gehoorzamen en verlangen naar drank, voedsel en seks (macht, geld) beheersen en
regeren. In alles wat kinderen zien moeten hoofdpersonen zichzelf onder alle omstandigheden in de hand
hebben.
Ze mogen zich niet inleven in mensen met ander gedrag of van een lagere stand.
Ze mogen zich ook niet verdiepen in het werk van anderen.
manier van schrijven: accent op verhalende vorm en ook uitbeelding in directe rede.
Ook muziek moet beheerst zijn, zelfde regels als voor literatuur. Beperken tot snaarinstrumenten.
Controle uitoefenen op alle ambachten.
Seksueel genot behoort niet tot een goede liefdesrelatie.
Geestelijke vorming:
Voldoende aandacht voor geestelijke vorming, dan coacht geest het lichaam. Niet te veel drank drinken.
Met een goed karakter kan je zuivere inzichten ontwikkelen, dan kan je ander menselijk gedrag zuiver
beoordelen. Combinatie van ruwheid en zachtaardigheid. Combinatie van muziek (intellect) en
sport. Leiding aan iemand met harmonie tussen lichamelijk en geestelijk.
Leiders goede beschermers selecteren: vasthouden aan principe van gemeenschap (niet laten
ompraten), onderwerpen aan zware lichamelijke inspanningen
7. Wat is het belang van de Foinikische legende in de argumentatie?
, Iets wat vroeger op allerlei plaatsen is gebeurt. Je wordt uit de aarde geboren. Je land is je moeder. Al je
medebewoners zijn je broers en zussen en moet je beschermen. Geloven dat je bent voorbestemd in
samenleving. Bepaalt je lotsbestemming.
8. Uit welke standen is Plato’s staat uiteindelijk opgebouwd?
Stand Element metaal
Bestuurders ratio goud
Militia felheid/wil zilver
Handel begeerte brons
Plato voor stratificatie. Je kan als gewone burger niet leider worden van een land. Moet je beschikken in je
lot.
Standensysteem. NL: hoog en laagopgeleid.
9. Socrates/Plato spreekt zich duidelijk uit over de hoeveelheid bezittingen die de beschermers in zijn
ideale staat mogen hebben en daarmee over de sociaaleconomische verhoudingen binnen de ideale
staat. Hoe denkt hij daarover en hoe beargumenteert hij dat standpunt?
Weinig bezittingen. Niets overhouden en niets tekort. Alles in gezamenlijk verband. Goud en zilver dat
hun door de goden is geschonken dragen ze in psyche bij zich. Anders behartigen ze niet de belangen
van de samenleving, maar van zichzelf. Gelukkig leven voor gehele bevolking.
Verkeerde materiele omstandigheden hebben invloed op werk. Te veel->lui. Te weinig->niet voldoende
materiaal om werk te doen.
Vanwege rechtvaardigheid en geluk van gehele bevolking, wegcijferen van zichzelf. Niet aan eigen
belang denken. Als een schoenmaker iets fout doet, niet zo erg, voor leiders wel grote consequenties.
10. Zal er veel wetgeving zijn in Socrates’ (Plato’s) ideale staat? Wat voor typen wetten vindt Socrates
nuttig?
Ontwikkelde mensen schrijf niet teveel regels voor. En anders vinden ze elf de noodzakelijke wettelijke
voorschriften wel. Wenden tot god voor wetten. Wetten die betrekking hebben op oprichting van
heiligdommen, de regeling van erediensten en religieuze plechtigheden in het algemeen en alles wat
gedaan moet worden om de machten van gene zijde gunstig te stemmen. Hierin laten leiden door
traditionele goddelijke openbaring.
Samenvatting 1: Plato – The Republic
Plato’s The Republic begint met een discussie tussen Socrates en verschillende leden uit zijn
gezelschap over wat rechtvaardigheid is. Het betoog van Socrates dat de rest van het boek zal vullen
wordt aangezet door de vraag of rechtvaardigheid intrinsiek waardevol is, of dat zij alleen nagejaagd
moet worden indien ze goede gevolgen met zich meebrengt (ofwel instrumenteel waardevol is). Om te
laten zien dat rechtvaardigheid intrinsiek waardevol is, zal Socrates de staat als model gebruiken
en betogen dat de enige goede staat een rechtvaardige is. Vervolgens zal hij een parallel t
rekken
tussen de staat en het individu, en beweren dat ook voor het individu rechtvaardigheid intri
nsiek
goed is.
De omweg die Plato Socrates laat maken in zijn betoog over rechtvaardigheid (door eerst
rechtvaardigheid in de staat te definiëren en dan pas in het individu), is niet zomaar geweest: via
de ideale staat die door Socrates uiteen wordt gezet geeft Plato indirect een kritiek op de staat waarin
hij zelf leefde. De sofist Thrasymachus lijkt symbool te staan voor dat wat Plato verachtte
aan de Atheense maatschappij: Thrasymachus pleit voor handelen naar eigenbelang en beweert
dan ook dat onrechtvaardig handelen beter is dan rechtvaardig handelen, omdat het eerste ten
goede komt aan het eigen gewin en het tweede vaak niet. Thrasymachus is niet bereid zijn ongelijk
toe te geven in
discussies en ziet de discussie als een wedstrijd waarin gelijk krijgen centraal staat, niet he
t achterhalen van de waarheid. Het zijn precies deze dingen die Socrates zal veroordelen in de rest van
zijn betoog.
Zoals eerder gezegd voert Socrates rechtvaardigheid in de staat aan als model voor rechtvaardigheid in
het individu. Daarvoor zet Socrates eerst de –volgens hem- ideale staat uiteen. Deze staat bestaat
uit drie klassen: de filosoof-koningen (of regeerders), hun helpers (hulp-wachters), en de wer
kers. Rechtvaardigheid in de staat is volgens Socrates de eerlijke verdeling
van de taken (zoals
regeren, oorlog voeren, maar ook schoenmaken) over de inwoners van die staat. Een eerlijk
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.