1. Afstamming
1.1 Algemeen
1.1.1 Begrip
Afstamming in zijn algemene betekenis → bloedverwantschap
Afstamming in zijn bijzondere betekenis → ouderschap
De juridische afstamming is niet noodzakelijk in overeenstemming met de biologische
afstamming.
Een juridisch vastgestelde afstammingband heeft een groot aantal rechtsgevolgen.
Adoptie kan gezien worden als een vorm van socio-affectieve afstamming, tegenover de
biologische afstamming, al is het zo dat ook deze laatste in de regel socio-affectief wordt
beleefd.
Een vastgestelde oorspronkelijke afstammingsband is declaratief (terugwerkende kracht) en
een adoptieve afstammingsband is constitutief (slechte beperkt terugwerkende kracht: tot
het verzoekschrift tot adoptie)van aard.
Het afstammingsrecht raakt de openbare orde. Het afstammingsrecht houdt geen rekening
met draagmoederschap zodat niet via een contract ervan kan worden afgeweken. Men
omzeilt dit door anoniem te bevallen in een ander land en de erkenning door de
wensmoeder in België te laten gebeuren.
1.1.2 Bloed- en aanverwantschap
§1 Bloedverwantschap
Bloedverwantschap verbindt personen op grond van afstamming.
Art.736 BW: Personen die van elkaar afstammen zijn bloedverwanten in rechte lijn.
Ascendenten zijn de bloedverwanten van een persoon in de rechte opgaande lijn.
Descendenten zijn bloedverwanten in de rechte nederdalende lijn.
Personen die niet de ene van de andere afstammen, doch wel een gemeenschappelijke
voorouder hebben, zijn bloedverwanten in de zijlijn (collateralen).
Halfbroers en halfzussen zijn bloedverwanten, zij hebben één gemeenschappelijke ouder.
Stiefbroers en stiefzussen hebben geen gemeenschappelijke ouder en zijn dus geen
bloedverwanten.
,Art.735 BW: De afstand in bloedverwantschap wordt bepaald door het getal van de
generaties: elke generatie wordt een graad genoemd.
Art.737 BW: In de rechte lijn zijn er zoveel graden als er generaties zijn.
§2 Aanverwantschap
Aanverwantschap verbindt een persoon met de bloedverwanten van zijn echtgenoot en met
de echtgenoten van zijn bloedverwanten.
Aanverwantschap volgt alleen uit het huwelijk.
De lijnen en graden bij de aanverwantschap zijn dezelfde als bij de bloedverwantschap; er
wordt geen graad meer geteld voor het huwelijk waardoor de aanverwantschap ontstond.
Stiefbroers en stiefzussen zijn ook geen aanverwanten.
1.1.3 Belgisch afstammings- en erfrecht in het licht van het EVRM
§1 Belgisch recht beoordeeld door de Straatsburgse instanties
In zijn arrest Marckx (1979) veroordeelde het EHRM de Belgische Staat omdat de toentertijd
geldende afstammingswetgeving het EVRM in verscheidene opzichten schond.
Paula Marckx, ongehuwd, had een natuurlijke dochter die zij diende te erkennen en te
adopteren om haar dezelfde rechten als een wettig kind te verlenen.
Het EHRM was van oordeel dat artikel 8 EVRM, dat het gezinsleven beschermt, werd
geschonden. Daarenboven werd artikel 14 EVRM, dat een algemeen discriminatieverbod
m.b.t. het genot van een recht of een vrijheid opgenomen in het verdrag vaststelt, in
samenhang met artikel 8 EVRM geschonden.
De dochter was het slachtoffer van de schending, zowel vanwege de beperkingen aan haar
bevoegdheid om goederen van haar moeder te verkrijgen, als vanwege de volledige
afwezigheid van een erfrechtelijke roeping t.o.v. haar naaste bloedverwanten langs
moederszijde.
In zijn arrest Vermeire (1991) herhaalde het EHRM dat de uitsluiting uit een nalatenschap
o.g.v. het buitenechtelijk karakter van de afstamming artikel 14 EVRM in samenhang met
artikel 8 EVRM schendt.
,Het verlies van erfrechten in een nalatenschap van de in 1980 overleden grootvader moest
worden vergoed. Het verlies aan erfrechten in de nalatenschap van de in 1975 overleden
grootmoeder moest daarentegen niet worden vergoed, want het EHRM was van oordeel dat
een juridische situatie die dateert van voor het Arrest Marckx niet opnieuw in vraag moet
worden gesteld. Het ogenblik van het overlijden dient hierbij in aanmerking te worden
genomen.
§2 Het HvC en de artikelen 8 en 14 EVRM
De directe werking van de artikelen 8 en 14 EVRM werd door het HvC voor het eerst
duidelijk erkend op het vlak van erfrecht van natuurlijke verwanten bij een arrest in 1993, na
de inwerkingtreding van de Afstammingswet van 31 maart 1987.
Het HvC bevestigde in 1997 echter zijn negatieve houding t.o.v. de directe werking van een
positieve verplichting die voortvloeit uit artikel 8 EVRM op het vlak van de vaststelling van de
afstamming.
1.1.4 Belgisch afstammings- en erfrecht in het licht van het
grondwettelijk gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel
Artikel 107 van de Afstammingswet van 31 maart 1987 bepaalt dat de wet van toepassing is
op de kinderen die geboren zijn voor en nog in leven zijn op 6 juni 1987 (inwerkingtreding
van de wet), maar zonder dat daaruit enig recht in de voordien opengevallen erfenissen kan
volgen. Krachtens deze overgangsbepaling blijft het oude erfrecht behouden voor de
nalatenschappen die zijn opengevallen vóór 6 juni 1987.
In de zaak Verreyt vroeg het HvC of het oude erfrecht niet strijdig is met het grondwettelijk
gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel in zoverre die bepaling niet-erkende natuurlijke
kinderen uit de nalatenschap van hun natuurlijke moeder en haar bloedverwanten sluit
wanneer die nalatenschappen zijn opengevallen in 1956 en 1983, terwijl die uitsluiting sinds
de inwerkingtreding van de Afstammingswet niet meer bestaan en kinderen die binnen het
huwelijk zijn geboren niet worden uitgesloten uit de nalatenschap van hun ouders en de
bloedverwanten van hun ouders.
Het GwH concludeerde dat dit discriminerende artikel nog kan worden toegepast vóór 13
juni 1979 opengevallen nalatenschappen, maar niet meer op de nalatenschappen die vanaf
die datum zijn opengevallen.
, In de zaak M’Bayo Wa Mwamba vroeg het HvC of het oude erfrecht en artikel 107 van de
Afstammingswet strijdig zijn met het grondwettelijk gelijkheids- en non-
discriminatiebeginsel in zoverre ze de in overspel verwekte kinderen uitsluiten in de erfenis
van hun vader die is opengevallen in 1984.
Het GwH besloot dat het oud erfrecht overspelige kinderen a patre nog van de erfopvolging van hun
vader kan uitsluiten bij nalatenschappen die zijn opengevallen vóór 13 juni 1979, maar niet meer
indien de nalatenschap is opengevallen vanaf die datum.
Synthese:
• Indien de nalatenschap is opengevallen vóór 13 juni 1979 blijft het oud erfrecht zijn
geldingskracht behouden. Het oude erfrecht dat buitenhuwelijkse kinderen
discrimineerde dient te worden toegepast
• Indien de nalatenschap is opengevallen in de periode vanaf 13 juni 1979, maar vóór 6
juni 1987 kan het nieuwe niet-discriminatoire erfrecht worden toegepast.
• Indien de nalatenschap is opengevallen na 6 juni 1987 vindt het nieuwe erfrecht
toepassing
1.2 Vaststelling van de afstamming
1.2.1 Vaststelling van het moederschap
§1 Vermelding van de naam van de moeder in de geboorteakte
Art.312 BW: Het kind heeft als moeder de persoon die als zodanig in de akte van de
geboorte is vermeld (Mater per certa est).
Art.57 BW: Een anonieme bevalling is onmogelijk in België.
§2 Erkenning door een vrouw
Een erkenning door een vrouw kan worden omschreven als een rechtshandeling waarbij
een vrouw op vrijwillige basis verklaart dat zij met een bepaald kind een juridisch
vastgestelde afstammingsband langs moederszijde wil creëren.
Art.313 BW: Pas indien de naam van de moeder niet in de akte van geboorte is vermeld of
bij ontstentenis van zulk aan akte, kan zij het kind erkennen, onder bepaalde voorwaarden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BrentUGent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.