Samenvatting voor taal 2, Taallijn hoofdstuk 4 en 9 en van Basiskennis taalonderwijs hoofdstuk 3 t/m 7 en 9. (Laatste uit 1e druk, 2013, maar maakt niet uit voor hoofdstukken)
Hoofdstuk 3,4,5,6,7,9 en taallijn h4 en 9
January 3, 2022
17
2021/2022
Summary
Subjects
huizenga
taallijn
basiskennis
taal
taalonderwijs
elsacker
samenvatting
hoofdstuk
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
NHL Stenden Hogeschool (NHL)
Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs
Taal
All documents for this subject (1)
1
review
By: elisavanroom • 2 year ago
Seller
Follow
jannekeoa
Reviews received
Content preview
Huizenga
Hoofdstuk 3: mondelinge taalvaardigheid
3.1
Een kind ontwikkelt in een paar jaar taal tot volwaardig taalgebruiker die alle taalregels beheerst.
Drie theorieën over taalverwerving:
1. Behaviorisme
Kinderen leren taal door imitatie, ze bootsen taal uit de omgeving na. De meest frequente
woorden worden als eerste geleerd. Ook goedkeuring van ouders speelt een belangrijke rol.
Het voorbeeld van de ouders is noodzakelijk om te leren.
2. Creatieve constructietheorie
Kinderen hebben een aangeboren taalvermogen waarmee ze zinnen bouwen op een
creatieve manier. Een aanwijzing voor deze theorie is dat kinderen elke willekeurige taal
kunnen leren. Door het aangeboren taalleervermogen kunnen kinderen zelf structuur in taal
ontdekken en nieuwe zinnen vormen. De volgorde waarin een taal eigengemaakt worden,
wordt door biologische rijping bepaald. Vanaf één jaar produceren kinderen al taal.
Taalaanbod werd wat minder door de focus op zelf constueren.
3. Interactionele benadering
Onderschrijven belang aangeboren taalleervermogen en benadrukken dat taalaanbod van
omgeving en interactie tussen kind en moedertaalsprekers, belangrijk is bij het leren van een
taal, waarbij het taalaanbod op de mogelijkheden van het kind afgestemd moeten zijn.
Taal bestaat uit verschillende niveaus waarop een kind taal ontwikkelt.
- Fonologisch niveau = spraakklanken
- Morfologisch niveau = manier waarop woorden worden gevormd
- Semantisch niveau = betekenis van woorden
- Syntactisch niveau = regels leren voor combineren van woorden
- Pragmatisch niveau = regels eigen maken voor gebruik taal en communicatie tussen mensen
Het leren van taal is een totaalproces waarbij een kind tegelijk met alle niveaus bezig is. Een los
woordje is voor een kind een zin, omdat hij taal uit met een bepaalde boodschap. Een kind is ook
bezig met uitspraak bij het eigen maken van woordbetekenissen.
Periodes in taalverwervingsproces: (gemiddelde leeftijd)
1. Prelinguale periode, 0-1 jaar
Periode voordat een kind eerste woorden spreekt. Wanneer kinderen geluiden produceren
zijn dat onsamenhangende klankreeksen. Toch is er wel al communicatie, bijv. door huilen.
Na 6 weken beginnen baby’s klanken te produceren en stemgeluiden te maken.
Vocaliseren = klinkers (=vocalen) worden ontdekt en het spraakmechanisme wordt
beoefend.
Vocaal spel = kinderen produceren ook medeklinkers en variëren in volume, duur en
toonhoogte. Hierop komt interactie van ouders, waardoor het kind basisprincipes van
communicatie leert kennen
Brabbelen = klankgroepen herhalen, zonder betekenis.
in deze periode oefent een kind tus met meerder taalaspecten: klankstructuur, articulatie,
zinsmelodie en communicatie met anderen.
2. Linguale periode
Vroeglinguale periode, 1-2,5 jaar
, Het brabbelen gaat langzaam over naar betekenisvol taalgebruik. Woorden worden nog
niet correct uitgesproken, omdat een kind nog niet alle klankencombinaties kan
uitspreken. Woorden zijn vooral met acties of gebeurtenissen verbonden.
Eenwoordzin = kind zit in deze fase als een kind door losse woorden vragen stelt of
mededelingen doet. Aan het eind van deze fase kunnen kinderen eigenschappen aan
voorwerpen koppelen. Duurt meestal een half jaar.
Tweewoordzin = twee of meer woorden combineren, hierna maken kinderen een grote
sprong in taalontwikkeling. Ook gaan kinderen met taal relaties aangeven en beginnen
regels een rol spelen.
Telegramzinnen = telegramstijlfase, zinnetjes hebben ongeveer dezelfde woordsvolgorde
als zinnen van volwassenen. De klankvorm is nog niet correct.
Meerwoordzin = na tweewoordzin, kinderen kunnen zinnen van meer dan twee
woorden maken.
De overgang tussen eenwoordzinnen en meerwoordzinnen verschilt per kind.
De actieve woordenschat bestaat vooral uit inhoudswoorden (duidelijk omschreven
betekenis) en de functiewoorden (geven relatie aan) ontbreken vaak.
Differentiatiefase, 2,5-5 jaar
Vanaf nu leert een kind ook morfologische en pragmatische taalaspecten. Ze leren
vormverandering en diens betekenis.
Differentiatiefase = taal wordt op alle niveaus gedifferentieerder. Een kind ontwikkelt
zich in deze periode op veel gebieden, bijv. ruimtelijke oriëntatie en tijdsbesef, wat ook
samenhangt met taalontwikkeling. Kinderen leren in deze fase dat de woordvorm veel
informatie bevat. Ook leren ze morfologische principes, bijv. meervouden/
verkleinwoorden. Deze regelmatigheden ontdekken kinderen zelf.
Generalisaties = ten onrechte taalregels toepassen.
Rond de 3e verjaardag is de actieve woordenschat zo’n 1000 woorden, door onder meer
het uitbreiden van de belevingswereld. Er bestaan observatie-instrumenten om
taalontwikkeling in kaart te brengen.
Voltooiingsfase, 5-9 jaar
Een kind bouwt op processen uit vorige fase voort. Aan het eind van deze fase beheerst
een kind taal op eenzelfde manier als volwassenen. Toch blijft er verschil tussen de
actieve woordenschat (3000-4000) en passieve woordenschat (6000-8000) van kinderen
en die van volwassenen (50.000-100.000)
Ook moet een kind wat betreft morfologie nog veel leren en is het op syntactisch niveau
lastig om lange zinnen te vormen. Op pragmatisch niveau gaat een kind als volwaardige
gesprekspartner functioneren.
In de voltooiingsfase gaat taalontwikkeling meer gedwongen, doordat school zich
daarmee gaat bemoeien.
Sommige kinderen leren thuis al een tweede taal. Het proces van een tweede taal leren is anders dan
een eerste taal leren.
Simultane tweetaligheid = gelijktijdig twee talen leren (voor 3e beginnen met 2e taal leren)
Successieve tweetaligheid = tweede taal leren nadat ze een eerste taal geleerd hebben, grens bij 3 e
jaar. Iemand leert 2e taal met kennis van 1e taal.
Interfentiefouten = fouten die voorkomen door verschillen tussen 1 e en 2e taal.
Eerstetaalverwerving begint vlak na geboorte en loopt volgens een vast patroon. Bij een tweede taal
leren zijn er tempoverschillen. Ook worden mensen die een eerste taal leren vaak volwaardige
taalgebruikers (vooral op syntactisch niveau) en dat is bij tweedetaalleerders vaak niet het geval.
2e taal leren gebeurt in een aantal stappen. In het begin is dit beperkt en onsystematisch, dit zijn
noodzakelijke stappen om een taal te beheersen. Het leren van nieuwe woorden is bij
, tweedetaalverwerving meestal het grootste probleem, omdat ze begrippen in de 1 e taal kennen en in
de 2e taal niet. Bij veel woorden is geen overlap in betekenis en verschilt de gevoelswaarde en
verbinding met andere woorden.
3.2
Kinderen leren door alledaagse omgang taal. In informele situaties verloopt communicatie
automatisch.
Spreekstrategie = manier van spreken die gehanteerd wordt om een spreekdoel te bereiken. Elke
strategie heeft te maken met hoe deelnemers elkaar zien en benaderen.
Soorten luisterstrategieën:
1. Globaal luisteren
Globaal proberen te volgen wat een spreker vertelt begrijpen informatie, weinig letten op
details. Ook wel: begrijpend luisteren (tegenhanger van begrijpend lezen), is een goede
voorbereiding op begrijpend lezen.
2. Intensief luisteren
Ook alle details van een verhaal opnemen, om een volledig beeld te krijgen van wat de
spreker wil vertellen.
3. Kritisch luisteren
Tijdens het luisteren een mening vormen, om te beoordelen of het verhaal van de spreker
waar is.
4. Gericht/ selecterend luisteren
Toepassen als je in bepaalde aspecten van een verhaal geïnteresseerd bent. Dit is niet altijd
makkelijk.
Een luisteraar kan actief zijn (kritisch luisteren), waarbij hij zich MAXIMAAL inzet om de spreker te
volgen/ begrijpen of passief (globaal luisteren).
3.3
Spreekdoelen:
1. Informeren
Overbrengen van feitelijke informatie, waarbij een spreker iets wil uitleggen of
verduidelijken.
2. Amuseren
Toehoorders vermaken, te ontroeren of te boeien.
3. Instrueren
Instructies geven over hoe iets werkt.
4. Overtuigen
Overhalen om een bepaalde mening of standpunt in te nemen.
Andere spreekdoelen:
- Emotioneren = bepaalde gevoelens aanwakkeren of overbrengen
- Waarderen = oordeel uitspreken over iets
- Beschouwen = verschillende kanten van een probleem belichten
Vaak komen spreekdoelen samen voor. De spreekstrategie wordt op basis van het te bereiken doel
bepaald. Luisteren is soms minder doelbewust dan spreken, door bijv. iets toevallig opvangen. Toch
kan een luisteraar ook bewust bepaalde luisterdoelen hanteren (bijv. iets willen weten/ gevoel
ondergaan/ mening vormen/ handeling uitvoeren/ spel meedoen, waartoe je een luisterstrategie
kiest (bijv. intensief/ globaal/ kritisch/ gericht)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jannekeoa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.