100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Financieel management deel 1 $9.77   Add to cart

Summary

Samenvatting Financieel management deel 1

 23 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van Financieel management deel 1 gegeven door L.Averhals in het 2de jaar Business Management & Entrepreneurship

Preview 4 out of 42  pages

  • January 3, 2022
  • 42
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
1


FINANCIEEL MANAGEMENT

HOOFDSTUK 1 : KREDIET BIJ DE BANK

1.1. Terugbetalingscapaciteit
1.1.1. Kredietverstrekking factoren

Welke factoren zal de bank controleren om een kredietaanvraag te beoordelen?

1. De terugbetalingscapaciteit (TBC)
(kan de onderneming de gevraagde lening wel terugbetalen?)
2. De kwaliteit / ervaring van het management
(jong, oud, kennis van de sector)
3. De verhouding tussen het risico voor de bank en het rendement van de kredietaanvraag
(waarborgen verlagen het risico, bv. hypotheek)
4. Eigen inspanning / engagement van de ondernemer

1.1.2. De terugbetalingscapaciteit (TBC)

“Kan de onderneming de jaarlijkse afbetalingen van kapitaal en intresten terugbetalen?”

Berekening van de cashflow :

Cashflow = resultaat van het boekjaar + niet-kaskosten

De niet-kaskosten zijn afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen -> kosten die geen
invloed op de bankrekening hebben.

Worden bij het resultaat van het boekjaar geteld omdat ze in de bekeringen van de winst of verlies
eerst het resultaat van het boekjaar negatief hebben beïnvloed als kost

• De schulden op meer dan 1 jaar die binnen het jaar vervallen (42) moeten afgetrokken
worden van de cashflow)
• Het niet-recurrent resultaat (uitzonderlijke opbrengsten) worden ook afgetrokken van de
cashflow
• De jaarlijkse afbetalingslast van de nieuwe lening wordt als laatste in rekening gebracht


SCHEMATISCH SAMENGEVAT :

Berekening Code JR
Cashflow (resultaat van het boekjaar + afschrijvingen + 9904 + 630 +
waardeverminderingen + voorzieningen) 631/4 + 635/8
- Schulden op meer dan 1 jaar die binnen het jaar vervallen - (42)
- Niet-recurrente opbrengsten - 76A/B
+ Niet-recurrente kosten + 66A/B
- Afbetaling (kapitaal en intrest) eerste jaar van het gevraagde krediet
= Terugbetalingscapaciteit (TBC)

Minimaal groter dan 0 euro, positief bedrag !




Financieel Management Semester 1 Owen Delarue 2BMA

, 2


Methodes om een zwakke terugbetalingscapaciteit te verbeteren en de kans te verhogen dat een
krediet goedgekeurd wordt door de bank zijn :

• Minder lenen (met meer eigen middelen de aankoop financieren)
• Lenen voor een langere looptijd
• Privé borg staan (sterk af te raden)
• Een bulletkrediet afsluiten

Een bulletkrediet is een krediet waarbij elke maand enkel interesten worden terugbetaald aan de
bank. Het geleende kapitaal wordt in eenmaal terugbetaald op het einde van het krediet. De
ondernemer moet er zich dan wel van bewust zijn dat het volledige gemeende bedrag op de
eindvervaldag voorhanden moet zijn.

Zie oefening p11-25 !

1.2. Kredietopening

Als een onderneming bij een financiële instelling aanklopt voor een krediet dan wordt er een soort
‘pot’ gemaakt. Deze ‘pot’ wordt een kredietopening genoemd.

De bank gaat er voor zorgen dat een kredietopening voldoende is gewaarborgd.

Voorbeeld :




Als de kredietopening niet volledig is benut met krediet, wordt gezegd dat er een marge is.
-> al terugbetaald aan de bank

Voorbeeld :




Wat is het voordeel om te werken via dergelijke constructie?

- Geen nieuw dossier opstarten
- Geen nieuwe analyse nodig
- Waarborg vestigen vaak dure aangelegenheid (zie later)




Financieel Management Semester 1 Owen Delarue 2BMA

, 3


Wat is het verschil tussen een krediet en een lening?

- Krediet : weder opname mogelijk van het reeds afgeloste bedrag
- Lening : geen weder opname mogelijk (meer in de privésector, auto)

Zie oefening p29 !


1.3. Samenstellen van een kredietdossier

De bank wil slechts geld ter beschikking stellen als er :

1) voldoende zekerheid is dat ze het geld terugkrijgt
2) voldoende rendement (via de intrest op het krediet)

Vandaar dat de bank onder andere kijkt naar :

- Wie is de kredietnemer? KYC-Principe -> Know Your Customer
o Rechtspersoonlijkheid, statuten, ervaring management, …
o Huidige financiële situatie (recente balans en resultatenrekening), relatie met
bank/andere banken, … -> analyse jaarrekening
- Is het project waarmee de kredietnemer bezig is gezond?
o zijn de financieringsbehoeftes correct en realistisch ingeschat?
o is de terugbetalingscapaciteit voldoende
- Waarborgen?

Zie oefening p33-34 !


1.3.1. Krediettype in functie van behoefte

Meestal wordt er eerste gekeken waar de bijkomende kredietbehoefte is ontstaan en wordt er pas
daarna een passende kredietformule voorgesteld, eventueel met een nieuwe waarborgregeling.

Bijvoorbeeld :

-
Behoefte aan bedrijfskapitaal (bv. betalingsuitstel klanten)
o KT-financiering (bv. kaskrediet)
o NBK = VL.A – VV KT
- Nood aan middelen op lange termijn (bv. aankoop gebouw)
o investeringskrediet LT
1.3.2. Krediettype in functie van balansstructuur

Er wordt meestal gewaakt dat het volgende basis financieel evenwicht wordt behouden :

- Permanent vermogen > vaste activa




Financieel Management Semester 1 Owen Delarue 2BMA

, 4


1.3.3. Rechtspersoon

Noodzakelijk inzicht van de bank in :

Wie is de kredietnemer?

- Wie mag deze rechtspersoon vertegenwoordigen?
- Valt het krediet binnen het maatschappelijk doel?
- Wie mag ondertekenen?

De recentste statuten en statutenwijzigingen zijn dan ook essentieel bij kredietverlening
-> Raadplegen via het Belgisch Staatsblad


1.4. Waarborgvormen -> volledige vermogen aansprakelijk -> waarborgen regelt “voorrang”

De bank is slecht bereid om krediet te verlenen indien ze ook over een bepaalde zekerheid beschikt
dat de onderneming het krediet zal terugbetalen. Om dit kredietrisico te dekken, vraagt de bank dan
ook bepaalde zekerheden of waarborgen.
-> bepalen welke schuldeiser eerst hun geld gaat terug zien.

Voorbeelden :

- Hypotheek
- Hypothecair mandaat
- Pand op de ondernemingsgoederen
- Voorrecht van de onbetaalde verkoper van roerende goederen
- Borgstelling
- Inpandgave effecten
- Waarborgregeling Vlaamse Overheid
- Schuldconvenant

1.4.1. HYPOTHEEK
- op een verhandelbaar onroerend goed (vb. terreinen en gebouwen)
- opgesteld volgen rang
- meerdere malen hypotheek op hetzelfde onroerend goed :
hypotheek in 1ste rang, 2de rang, …

Voorbeeld :

Hypotheek op bedrijfsgebouw

- Hypotheek 1ste rang : €50 000 KBC
- Hypotheek 2de rang : €70 000 ING
- Hypotheek in 3de rang : €100 000 Belfius

Schuldsituatie op moment faillissement (verkoop bedrijfsgebouw: 180 000)

Bank uitstaand saldo

- KBC 45 000 1e rang -> 45 000 EUR gecompenseerd (rest 135 000)
- ING 60 000 2e rang -> 60 000 EUR gecompenseerd (rest 75 000)
- Belfius 95 000 3e rang -> resterende 75 000 gecompenseerd
Openstaande schuld met andere schuldeisers



Financieel Management Semester 1 Owen Delarue 2BMA

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller odelarue. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.77. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.77
  • (0)
  Add to cart