Management en organisatie
1. Bedrijfsorganisatie
1.1. Organisatie: sociaal vereniging, weloverwogen en aangepast -> doelen realiseren
Meerdere definities mogelijk
Mensen en doelen komen altijd voor
1.1.1. Formele: op voorhand vastgestelde structuur, richtlijnen en procedures
Vb. -> school of bedrijf
Informele ontstaan spontaan, geen vooropgesteld plan
Vb. -> vriendengroep
1.1.2. Bedrijf: arbeid en kapitaal aanwezig
Onderscheiding mogelijk -> winstgevend of niet
Onderneming -> bedrijf met winst als hoofddoel
- winst op lange termijn
- vervullen belangrijke rol in maatschappij -> jobs, diensten en goederen
1.2. Missie visie en doelstellingen
1.2.1. Missie: waarom organisatie bestaat
Motiveert medewerkers
Geeft waarden ṽ bedrijf weer -> onderscheidt ṽ anderen
Basis waar visie en doelen vanuit ontstaan
1.2.2. Visie: waar organisatie naar toe wilt
Hoe gaat organisatie zijn missie uitvoeren
1.2.3. Doelstellingen: resultaten voor kort termijn
Moeten haalbaar en meetbaar zijn
SMART principe
-> Specifiek: is de beschrijving ṽ het doel concreet genoeg?
-> Meetbaar: zijn de doelstellingen in cijfers uit te drukken en hoe ga je ze meten? -> Acceptabel: zijn de
doelstellingen aanvaardbaar voor iedereen?
-> Realistisch: kunnen de doelstelling ook effectief behaald ẅ?
-> Tijdsgebonden: wat is de deadline voor het bereiken ṽ de doelstelling?
Onderverdeeld in:
Strategische doelstellingen: 2 tot 5 jaar -> globale doelstellingen vh bedrijf
Tactische doelstellingen: 1 tot 2 jaar
Operationele doelstellingen: enkele weken tot enkele maanden
->Op werkvloer uitgevoerd
1.3. KSF en KPI: tools om missie en doelstellingen concreet en meetbaar te maken.
1.3.1. KSF->kritische succesfactoren:
Beperkt aantal factoren
Succesvol zijn op lang termijn
Wat doen om missie te bereiken?
7 belangrijkste factoren:
Differentiërend karakter: onderscheiden ṽ de concurrentie
Trends & tendensen: inspelen op maatschappij
Quick win: makkelijk haalbaar, niet uitstellen
, Draagvlak: mate waarin management/ medewerkers achter de KSF staan
Moeten: de vereisten bvb veiligheid
Fun: leuk werk -> sneller gedaan
1.3.2. KPI -> key performance indicators
KSF’s meetbaar maken
Cijfers om performance te monitoren
Objectief vaststellen ṽ resultaten behalen
Juiste informatie verkrijgen-> juiste beslissingen nemen
Vaak streefcijfers gebruikt-> concrete cijfers die behaald moeten ẅ
2. Bedrijfsomgeving
Organisatie is geen zelfstandige entiteit
Rekent op externe factoren -> vb grondstoffen/ werkkrachten/ markt
-> deze manier ṽ kijken = stakeholdersbenadering
-> = tegenstelling ṽ shareholdersmodel: focus enkel op winst
2.1. Directe omgeving: belanghebbende (stakeholders)-> rechtstreekse invloed op organisatie of organisatie op hen
Onderverdeeld in externe en interne belanghebbende
2.1.1. Externe belanghebbende: klanten, leveranciers, concurrenten, media…
Niet/ weinig beheersbaar -> wel beïnvloedbaar
Klanten:
->geven organisatie middelen
->privé of ondernemingen
-> wilt dat bedrijf draaiend blijft
Leveranciers:
-> zorgen voor nodige input
-> macht ṽ groot belang: veel macht = bepalen ṽ prijzen/eisen stellen
-> goed functionerend bedrijf = meer producten leveren
Overheid:
-> stelt regels/ wetten op -> groot invloed op onderneming
-> oefent controle uit - veiligheid, tewerkstelling, sociale rechtvaardigheid, gezondheid/hygiëne en sociaal
overleg
-> land ṽ bevestiging EN land ṽ verkoop producten
-> bedrijf krijgt subsidies overheid heft taksen
Drukkingsgroepen:
-> gebruiken politiek proces om standpunt kracht te geven
-> drukkingsgroepen tevreden = extra positieve reclame
-> drukkingsgroepen ontevreden = groep mensen in opzet tegen bedrijf
Media:
-> vragen bedrijven verantwoording af te leggen
-> negatief bericht kan grote gevolgen hebben
-> zorgt voor een groot bereik
-> goede relatie opbouwen met de pers!
Vakbonden:
-> overleggen met leiding over welzijn ṽ personeel
-> collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO)
->vastleggen loon, werkomstandigheden, werkuren…
-> geen akkoord -> staking -> gevaarlijk voor bedrijf
Concurrenten:
-> richten zich zelfde groep potentiële klanten
-> oligopolie -> weinig verkopers – veel kopers
-> concurrenten houden rekening met elkaar
-> monopolie -> geen concurrentie
-> bepaalt prijs zelf
-> volledige concurrentie -> veel verkopers – veel kopers
-> homogene producten of diensten
-> vrije toegang tot markt
-> transparante markt
, Omwonende
-> positieve of negatieve effecten
-> tewerkstelling of prestige geluid of geur…
2.1.2. Interne belanghebbende
Redelijk beheersbaar en beïnvloedbaar
Werknemers:
-> belangrijkste kapitaal – bepalen succes ṽ onderneming
-> wenden via medezeggenschap kennis en competentie aan
-> invloed op richting ṽ bedrijf/ maatschappelijke verantwoordelijkheid en sociaal beleid
Aandeelhouders:
-> zorgen voor middelen
-> vooral geïnteresseerd in rendement v/d investering – minder in bestuur
-> eigenaars ṽ bedrijf -> recht op stem in Algemene vergadering ṽ aandeelhouders (AVA)
->
Raad ṽ bestuur:
-> hoogste leidinggevende orgaan
-> verantwoordelijk voor acties vh bedrijf
-> niet alledaagse beslissingen zet beleidslijnen uit
-> missie, visie, doelstellingen vaststellen
1 persoon kan meerdere rollen spelen bvb klant/ aandeelhouder
2.1.3. Rol ṽ management:
-> alle belanghebbende tevredenstellen
-> tegenstrijdige eisen verzoenen
-> evenwicht zoeken en voortbestaan bedrijf garanderen
2.2. Indirecte omgeving
-> vormt klimaat waarin bedrijf werkt
-> niet beheersbaar/ beïnvloedbaar
-> opsplitsen in DEPEST
Demografie: omvang, groei en samenstelling ṽ de bevolking
-> invloed op werknemers en producten
Economie : prijzen veranderen continu -> koopkracht consument aangepast
-> inkomsten onder druk/ RSZ↗ /belastingen↗ -> loonkost verzwaart
-> bedrijf kan niet meer in buitenland concurreren
-> organisaties moeten situatie volgen/ proberen te voorspellen
-> adhv: nationaal inkomen/ product
-> spaargelden/investeringen,
->prijzen/ lonen/ productiviteit/ werkgelegenheid
-> acties overheid - wijzigingen belastingen
-> internationale transacties/ economische ontwikkelingen
Politiek: invloed op organisatie -> België vrije markt ≠ communistisch Cuba
-> wetten binnen het land -> beperking voor organisatie
-> Wet China tov scheiding auteursrechten -> dreiging westerse producten
Ecologie: consumenten ẅ milieubewuster -> belangrijk bij aankoop producten
-> organisaties ẅ verwacht beschermende houding tov milieu
-> overheid legt maatregelen op -> milieuzorg ẅ vanzelfsprekend in bedrijf
Sociaal-cultureel: sociale waarden bepalen beeld op zaken -> evolueren met tijd
-> kunnen ingrijpen op koopfactor
-> verschillend per land -> multinationals moeten aanpassen
Technologie: zorgt voor innovaties ṽ goederen en diensten
-> motor ṽ recente economische groei -> manier ṽ werk verrichten
3. Organisatiestructuur: mensen en middelen efficiënt inzetten-> doelstellingen realiseren/ beslissingsbevoegdheden
vastgelegd
Relaties manager-werknemer/ manager-manager/ werknemer-werknemer weergeven
Gevisualiseerd in organogram of organigram
3.1. Opbouw ṽ organisatiestructuur
3.1.1. Arbeidsverdeling: bedrijf zo efficiënt mogelijk laten lopen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alexandrerilhas. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.68. You're not tied to anything after your purchase.