Alle leesvragen van het vak Economie en Openbare financien. Het boek is lang en geeft veel overbodige informatie, ik heb het zelf niet gelezen en merkte dat mensen die het wel lazen vaak in de war raakten en de hoofdlijn van het vak niet meekregen. De leesvragen en kennisclips zijn echt leidend. Me...
Leesvragen Economie en Openbare Financiën 2020/2021
Leesvragen bij de literatuur van week 1:
1. Deze cursus gaat over de economie van de publieke sector. Omschrijf wat ‘publieke
economie’ betekent, ook in relatie tot de ‘economie’ in algemene zin. Verbind dit economische
perspectief op overheidsingrijpen aan een of meer andere perspectieven die een rol voor de
overheid legitimeren (die je bijvoorbeeld in eerdere USBO-cursussen bent tegen gekomen).
Onderdeel van de economische wetenschap dat zich focust:
(a) op wisselwerking tussen de overheid en economie
(b) op de overheidsfinanciële aspecten van die wisselwerking
• Gaat zowel over distributie (samenstelling productie), stabilisatie (investeren of bezuinigen) en
herverdeling (belasting, sociale zekerheid)
• Centrale thema’s zijn: marktwerking en –falen, overheidsinterventies, collectieve keuze en
belastingen
Perspectieven op overheidsinterventies
• Economisch: overheid moet ingrijpen als markt faalt
• Democratisch: overheid moet ingrijpen om publieke allocatie en verantwoording mogelijk te maken
• Politiek: overheid moet ingrijpen om ideologisch eindbeeld te realiseren (of juist niet ingrijpen)
• Gezondheid: overheid moet ingrijpen bij gevaar voor volksgezondheid
• Veiligheid: overheid moet ingrijpen als oorlog of fysieke onrust dreigt
• Rechtvaardigheid: overheid moet ingrijpen omdat verschillen tussen arm en rijk niet eerlijk zijn
Publieke economie is de invloed die de overheid heeft op de economie (alle financiële activiteiten).
Iemand die achter een publieke economie staat is dus vóór de beïnvloeding van de overheid op de
economie. Volgens economen moet de macht voornamelijk aan de markt zijn, tenzij de markt faalt. In
het geval van marktfalen kan de overheid stabilisatie bieden en sturen in tijden van crisis. Ook zorgt
de overheid voor een gelijkere verdeling van de economie door bijvoorbeeld het invoeren van
minimumloon. In Nederland is een gemengde economie. Het is een mix van private en publieke
activiteiten die elkaar aanvullen en corrigeren. Zo hebben we in het vak klassieken ook verschillende
denkwijzen geleerd over de invloed van een overheid. Zo was mill vooral voor vrijheid van het individu,
maar mag de overheid ingrijpen op basis van het schadebeginsel. Sociale druk en overheidsingrijpen
zijn alleen maar gerechtvaardigd als iemand schade toebrengt aan een ander. Zo mag roken worden
verboden, omdat het mensen in jouw omgeving ook schaadt. Maar het schadebeginsel gaat zo ver dat
de overheid de productie van tabak mag verbieden. Omdat de handel van tabak schadelijk is voor
derden.
2. De overheid heeft verschillende rollen in de economie. Soms is zij bijvoorbeeld producent,
dan weer toezichthouder, dan weer afnemer van goederen en diensten die direct aan
inwoners worden verstrekt. Geef voor elk van de onderstaande thema’s één of meerdere
voorbeelden van overheidsparticipatie. Wees zo concreet mogelijk over welke rol de overheid
heeft en geef duidelijke voorbeelden.
Producent: Overheid kan zelf goederen produceren (bijv. gas, water, elektriciteit) en diensten
verlenen (bijv. zorg, onderwijs, post, mobiliteit)
Regelgever en handhaver: Overheid kan bedrijven en/of huishoudens verplichten tot bepaalde
omstandigheden (bijv. inkomstenbelasting, 40-urige werkweek, minimumloon, importheffing,
beroepsvergunning)
Afnemer: Overheid neemt producten en diensten af bij (private) leveranciers voor eigen productie en
dienstverlening (bijv. aanschaf F35 straaljagers, inkoop van asfalt en aannemingsdiensten voor het
aanleggen van autosnelwegen)
Herverdeler van inkomen: Overheid kan bezittingen van één individu/groep verplaatsen naar een
ander individu/groep (bv. heffen belasting om bijstandsuitkering te betalen)
, In alle rollen doet de overheid wat in een sector. De overheid neemt zelf altijd wat af, produceert
zelf, handhaaft in alle sectoren en probeert sectoren eerlijker te maken door te herverdelen. Hier
enkele voorbeelden.
Onderwijs;
- De rijksuniversiteiten vallen onder de overheid. De studies worden flink gesubsidieerd (door onder
andere belasting) waardoor het voor studenten financieel gemakkelijker is om te studeren. Hier is de
rol van de overheid dus aanbieder.
Nutsvoorzieningen;
- Belangrijke producten of diensten die van publiek belang zijn. Dit zijn voorzieningen als gas, water,
elektriciteit etc. Veel van deze diensten zijn geprivatiseerd en heerst er grote concurrentie tussen de
organisaties. De overheid neemt nu de rol in van handhaver en regelgever. Maar neemt dit zelf ook af,
denk aan verwarming gemeentehuis.
Transport;
- De overheid heeft hier een lastige rol in. Zo is de NS een privaat bedrijf, maar zijn de aandelen voor
100% in handen van de overheid. Dus zou je kunnen stellen dat de overheid deze diensten bijna
produceert, maar is de rol ook voornamelijk sturen als regelgever en handhaver.
Bankwezen;
- De overheid ondersteunt de bank in crisistijden. Zij kunnen hen ondersteunen met kapitaal als de
schulden te hoog oplopen. Zo kan financieel stabiliteit worden gewaarborgd. De overheid is dus
regelgever en handhaver, maar ook afnemer en aanbieder van kapitaal.
Verzekeringen;
- de rijksoverheid bepaalt wat er in het basis verzekeringspakket aanwezig moet zijn.
Zorgverzekeraars zijn de aanbieders hiervan. De overheid is hier dus regelgever en handhaver.
Voedsel;
- Overheid als regelgever en handhaver. Door de voedselkwaliteit te controleren en waarborgen door
de Nederlandse voedsel- en warenautoriteit. Controle over voedselkwaliteit en regelgeving over
landbouw.
Huizenmarkt.
- De overheid is ook aanbieder met sociale huurwoningen. Maar stuurt ook op de huizenmarkt met
bepaalde regelgevingen. Dus als regegever.
3. In de verkiezingsprogramma’s van politieke partijen is één ontwikkeling duidelijk zichtbaar:
vrijwel alle partijen pleiten voor ‘een grotere rol van de overheid’. Bestudeer minimaal twee
verschillende verkiezingsprogramma’s en leg in je eigen woorden uit die partijen bedoelen
met een grotere rol van de overheid. Werk voor elke partij minimaal één concreet voorbeeld
uit van die het doelen de uiting van de grotere overheidsbemoeienis.
D66: een overheid die naast in plaats van tegenover mensen staat. ‘De basis moet op orde zijn: goede
dienstverlening, transparante verantwoording en begrijpelijke communicatie. Dit vergt investeringen in
onze uitvoeringsorganisaties zoals de Belastingdienst, het UWV en het CBR. Dit gaat niet van
vandaag op morgen. De organisaties moeten ook de tijd krijgen om deze verbeteringen te kunnen
realiseren’.
De rol van de overheid moet dus vooral sterker. Een overheid die je kan vertrouwen. Er moet meer
geld worden geïnvesteerd in het verbeteren van overheidsorganisaties. Dus de invloed moet niet
perse groter, maar beter.
Dus de belastingdienst moet meer openheid geven van hoe zij werken, zodat er meer controle
mogelijk is en de kwaliteit van deze overheidsdienst verbetert.
PVDA: niet de markt maar de mens centraal. Actieve, sterke, zrogende overheid. Leidende rol van
overheid en sturen.
VVD: de VVD wil een sterke overheid (geen grotere) die de Nederlanders beschermt. Het kapitalisme
moet soms worden bijgestuurd. De macht van grote bedrijven/monopolies moet worden ingeperkt. De
overheid moet hierin optreden als marktmeester. Dus van de VVD moeten grote bedrijven worden
opgesplitst om concurrentie te bevorderen. De overheid moet dus sterk kunnen ingrijpen hierbij en
monopolies moeten worden voorkomen. Zo zal een microsoft moeten worden opgebroken om de
machtspositie te verkleinen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.