Samenvatting H3 economie over sparen en lenen uit de lesbrief kopen en werken 3 Vwo. Met focus op de 'wat moet je kennen?' vragen + belangrijke weetjes / begrippen.
Redenen beschrijven waarom er rente vergoed wordt over een spaarrekening:
1. Je kunt met het op de spaarrekening gezette geld niks kopen.
2. De bank kan jouw geld uitlenen aan mensen die geld te kort hebben en graag iets
willen kopen. De bank vraagt om rente bij het uitlenen van geld, wat een belangrijke
inkomstbron is voor de bank, maar er gaat ook een klein deel naar jou.
3. Stijging van de prijzen van diensten/producten; inflatie. Bij het krijgen van evenveel
rente, als stijging inflatie, kun je nog evenveel kopen -> koopkracht spaargeld is gelijk
gebleven.
Redenen beschrijven waarom er verschillende rentepercentages vergoed worden over
verschillende soorten spaarrekeningen:
Kinderspaarrekeningen, vaak hoger rentepercentage ter ontvangst, omdat ze op
deze manier kinderen op jonge leeftijd al een rekening bij hen te hopen laten
openen. Vaak blijven ze, wanneer ze opgroeien, bij dezelfde bank.
Vermogensspaarrekening: een spaarrekening wat vaak om grote bedragen gaat,
waar je een hoger rentepercentage over ontvangt.
Depositorekening: hierop staat het geld voor langere tijd vast bij de bank, zodat de
bank de zekerheid heeft dat het geld voor langere tijd uitgeleend kan worden aan
andere klanten en waarbij je tussentijds geen geld van je rekening af kan halen
(behalve tegen betaling van een boete). De bank geeft, voor deze zekerheid, een
hoger rentpercentage.
Het verband beschrijven tussen inflatie en koopkracht van spaargeld en de rol van de rente
daarbij:
- Inflatie zorgt voor stijging prijzen -> minder kunnen aanschaffen met besteedbaar
inkomen; koopkracht -> stijging rente ter ontvangst, om het kopen van
goederen/diensten mogelijk te houden.
Procentberekeningen maken -> percentage bekend, percentage onbekend, terugrekenen na
procentuele verandering:
DEEL/GEHEEL x 100% = berekenen percentage.
- Stel percentage is 23%: DEEL = 0,23 x GEHEEL of GEHEEL = DEEL / 0,23
NIEUW – OUD / OUD x 100% = berekenen procentuele toe-/afname.
- Stel procentuele toename is 12%: NIEUW = 1,12 x OUD of OUD = NIEUW / 1,12.
- Stel procentuele afname is 25%: NIEUW = 0,75 x OUD of OUD = NIEUW / 0,75.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esms. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.27. You're not tied to anything after your purchase.