Dit document bevat een samenvatting over "Pluriforme samenleving" van het vak Maatschappijleer. Aan de hand van bijpassende afbeeldingen zijn begrippen als cultuur, dimensies, migranten, pragmatisme, poldermodel, sociale cohesie, segregatie, polarisatie etc. behandeld. Belangrijke termen zijn dikge...
Pluriforme samenleving: een land waarin mensen van verschillende sociale
klassen, godsdiensten en levensstijlen samenleven. Dit was al heel lang in
Nederland Nederland was voor de komst van immigranten al heel veelzijdig en
verschillend (provincies, hogere en lagere klassen, regionale verschillen, geloof)
maar dit is, door de komst van nieuwkomers versterkt vanaf 1945.
Vrijheidsdrang: de behoefte om vrij te zijn.
Ordening: groeperen volgens bepaalde kenmerken.
Verdraagzaamheid = Manier van met elkaar omgaan waarbij veel wordt verdragen of
geaccepteerd.
Eenwording van NL werd versterkt door:
● communicatiemiddelen (telegrafie berichten versturen over lange
afstanden)
● spoorwegen
● invoering van dezelfde tijdsrekening (klokken liepen gelijk en zorgde voor
saamhorigheid en verbondenheid)
Morele geografie het dicht op elkaar leven van mensen op een klein grondgebied
heeft invloed op de manier waarop mensen met elkaar omgaan.
Tolerantie in welke mate mensen die anders denken of anders zijn, worden
geaccepteerd en de bereidheid om die mensen afwijkend te laten denken/handelen.
Pragmatische keuze praktische keuze (vroeger was tolerantie praktische keuze
doordat de maatschappelijke vrede in een land met religieuze minderheden erg
kwetsbaar was veel handel met cultuurverschillen dus daarom was het praktischer
om te tolereren profijt woog zwaarder dan principes van het geloof).
Gedogen (mee instemmen) iets wat in de wet is verboden maar in de praktijk is
toegestaan (softdrugs en coffeeshops).
Vrijheid van geweten de vrijheid om bepaalde denkbeelden te hebben (hierdoor
werd Nederland een toevluchtsoord voor dissidenten mensen die zich tegen de
overheersende opvattingen op sociaal/politiek/religieus gebied verzetten en een
andere mening hebben dan anderen).
Poldermodel besturen en besluiten nemen door te overleggen en samen te
werken (net als bij de strijd tegen het water door het bouwen van polders).
Pacificatiedemocratie staatvorm waarbij de leiders ondanks meningsverschillen
de bereidheid vertonen om samen te werken.
Conformisme het verlangen om zich aan te passen aan de opvattingen en
gedragingen van de meerderheid van de samenleving.
Politieke conflicten conflicten tussen politici en de burgers
Sociale conflicten interculturele conflicten
Polarisatie = het veroorzaken van een conflict of het versterken van tegenstellingen
tussen partijen of bevolkingsgroepen. Dit wordt o.a. veroorzaakt door toenemende
globalisatie.
, Oorzaken van polarisatie in NL:
● maatschappelijke (culturele) vraagstukken
● globalisatie
● verval van middenpartijen en groei van protestpartijen (pvv, DENK)
Sociale cohesie mate van vertrouwen van burgers in elkaar en de overheid en
maatschappelijke samenhang.
Cultuur: alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die de leden van
een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en dus als vanzelfsprekend
beschouwen.
Functies van cultuur:
1. bepaalt deel van je persoonlijkheid
2. gemeenschappelijk referentiekader met mensen met dezelfde cultuur
3. gedragsregulerend.
Dominante cultuur: geheel van waarden, normen en kenmerken dat door de
meeste mensen wordt geaccepteerd.
Subcultuur: wanneer binnen een groep bepaalde normen en waarden en andere
cultuurkenmerken afwijken van de dominante cultuur. (jeugdculturen,
bedrijfsculturen, religieuze en etnische subculturen).
Tegencultuur: groepen die zich verzetten tegen (delen van) de dominante cultuur of
daar zelfs een bedreiging voor vormen. (anonymous)
Socialisatie = proces waarbij iemand de normen en waarde en andere
cultuurkenmerken van zijn samenleving of groep aangeleerd krijgt (cultuuroverdracht
door imitatie). Socialisatie zorgt dus voor het blijven bestaan van een cultuur.
Socialiserende instituties instellingen, organisaties die collectieve
gedragspatronen overdragen (gezin, school, vrienden, media, overheid)
Sociale controle = de manier waarop mensen anderen stimuleren of dwingen om
zich aan de geldende normen te houden. Formele sociale controle in wetten of
contracten. Informele sociale controle beleefdheidsvormen en andere
ongeschreven regels.
Sociale controle vindt plaats in de vorm van negatieve en positieve sancties:
1. Formele sanctie: vastgelegd (bijv. boete = negatief of diploma = positief)
2. Informele sanctie: niet vastgelegd (bijv. straf van ouders = negatief of
compliment = positief)
Door socialisatie voelt men
zich verwant met
dominante cultuur en
subculturen. Dit proces
van groepsidentificatie
heeft tot gevolg dat onze
identiteit deels uit sociale
elementen en deels uit
aangeboren
eigenschappen bestaat.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anissaousr204. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.