HOOFDSTUK 1: WILS- en/of HANDELINGSBEKWAME ZORGONTVANGERS
1. De verschillende bekwaamheidsbegrippen uit het recht kunnen
omschrijven en van elkaar onderscheiden.
1. Feitelijke bekwaamheid: “kunnen” ; het feitelijk in staat zijn om iets te doen.
Vb. feitelijk in staat zijn een auto te kunnen besturen.
A. Toerekeningsvatbaar
B. Wilsbekwaam
2. Rechtsbekwaamheid: “mogen” ; mogelijkheid om rechten en plichten te hebben.
- Niet alle rechten
- Specifieke en gedeeltelijke rechtsonbekwaamheden, door verhouding.
- Vb. minderjarigen en vreemdelingen hebben het recht niet om te
stemmen. ( geen stemrecht)
- In concreto = beslissing per beslissing
3. Handelingsbekwaamheid
- = zelf en zelfstandig mogen
- = zelf en zelfstandig rechten en plichten uitoefenen
Principe: iedere persoon is handelingsbekwaam
MAAR:
- Uitzonderingen door wetgever (minderjarigen)
- Uitzonderingen door rechter (beschermingsstatuut)
Welke rechtshandelingen?
- In abstacto
- Rechtshandelingen die vermogen betreffen
- Rechthandelingen die persoon te maken hebben, oa patiëntenrechten
Wanneer vb. enkel bewindvoering over vermogen kan persoon zelf nog beslissen of
hij al dan wel een operatie ondergaat.
Wilsonbekwaam Handelingsonbekwaam
Wat? = niet vrij en weldoordacht = niet zelf of zelfstandig
wil vormen en uiten rechten kunnen uitoefenen en
rechtshandelingen stellen
Door wie? Door arts (bij ptnrechten) Door wetgever of rechter
Hoe? In concreto In abstacto, specifieke rechten
2. De termen toerekeningsvatbaarheid en wilsbekwaamheid
correct kunnen omschrijven en situeren onder het juiste
bekwaamheidsbegrip
1. Toerekeningsvatbaar: de wil kunnen controleren ; Dit is de feitelijke
bekwaamheid waarbij men verstandig genoeg is om de gevolgen van z’n daad te
zien en z’n wil voldoende onder controle heeft.
, 2. Wilsbekwaamheid: wil kunnen uiten (beslissingen kunnen nemen) ; Dit is de
feitelijke bekwaamheid om vrij en weldoordacht zijn wil te kunnen vormen en die
te uiten.
- Info begrijpen en toepassen op eigen concrete situatie
- Voor- en nadelen v/d keuzemogelijkheden kunnen afwegen
- Keuze kunnen communiceren (verbaal en non-verbaal)
Toestand ‘in concreto’ beoordelen (beslissing per beslissing)
Artsen bepalen in medische toestand wie wilsbekwaam is.
3. Het verschil kennen tussen volledige en beperkte
handelsbekwaamheid
Volledige handelsbekwaamheid
- rechten en plichten niet zelf mag uitvoeren
- vertegenwoordiger nodig
vertegenwoordiger oefent in naam van betrokkene rechten uit
beperkte handelsbekwaamheid
- rechten en plichten wel zelf, maar niet zelfstandig
- geen vertegenwoordiging maar wel technieken
- wel technieken
o bijstand, handelt met onbekwame
o toestemmingen, voorafhankelijk van de andere (vb. MJ van ouders
om te trouwen)
o verzet, achteraf verzet aan te tekenen tegen een door de
betrokkene gestelde rechtshandeling
4. het verschil kennen tussen vertegenwoordiging en bijstand
Bijstand: Bij het stellen van rechtshandelingen moet de handelingsonbekwame
worden bijgestaan door een andere persoon die met hem handelt.
Vertegenwoordiging: Voor het stellen van rechtshandelingen moet de
handelingsonbekwame voorafgaandelijk toestemming bekomen van een andere
persoon.
Vb. MJ hebben de toestemming van de ouders nodig om te huwen)
5. Verlengde minderjarigheid en voorlopig bewind kort kunnen
toelichten, wat het toepassingsgebied, de bevoegde rechter, en
de gevolgen betreft.
Is pas wanner iemand uit hun omgeving naar de rechter stapt en
verzoekt om hen onder zogenaamd privaatrechtelijk
bescherlingsstatuut te plaatsen, dat hun
handelingsbekwaamheid kan worden beperkt of eventueel
wordt opgegeven.
1) Voorlopig bewind:
- Niet in staat om goederen te beheren wegens gezondheidstoestand
, - Vrederechter
- Beperkt tot vermogen
2) verlengde minderjarigheid:
- aangeboren geestelijke achterstand/ vroege minderjarigen
- rechtbank van eerste aanleg
- ouderlijk gezag na 18 jaar
- vermogen en persoon
6. De krachtlijnen van het nieuw globaal beschermingsstatuut
voor meerderjarige personen kunnen toelichten:
Er is dus één globaal berschermingsstatuut voor volwassen personen.
1. welke rechter kan het opleggen, op wiens verzoek, onder welke voorwaarden?
- Vrederechter kan het beschermingsstatuut opleggen.
- Geen versnippering meer maar één globaal statuut.
- Omwille van de gezondheidstoestand niet in staat zijn om je belangen te
beheren
- Verzoek: zelf, familie, belanghebbende, procureur des konings; moet
verzegeld zijn door een omstandig geneeskundig verslag.
2. Wie kan als bewindvoerder aangesteld worden?
- Kan familiale of professionele bewindvoerder zijn (vb. advocaat)
3. In welke zin is de opdracht van de bewindvoerder afgebakend en beperkt?
- Deze bewindvoerder moet een jaarlijks verslag afleveren
4. Wat betekent subsidiariteit, proportionaliteit in de context van wetgeving over
het nieuw globaal statuut?
- Subsidiariteit: de bewindvoerder wordt enkel aangesteld voor zover er geen
voldoende “buitengerechtelijke bescherming” is voor de betrokkene. Zo is
het mogelijk dat de betrokkene, toen hij nog wilsbekwaam was, een
zorgvolmacht heeft opgesteld. Een dergelijke lastgeving heeft voorrang op
gerechtelijke bescherming (bewindvoerder) want minder ingerijpend en
laat meer autonomie.
- Proportionaliteit: De beschermingsregel die de vrederechter oplegt mag
niet verder gaan dan wat nodig is, en moet dus worden afgemeten aan de
correcte berschermingsbehoefte van de betrokkene. Dwz dat de rechter
geval per geval een “op maat gesneden” berschermingsregel zal moeten
uitspreken.
7. Kunnen weergeven wat de verschilpunten zijn tussen het nieuw
globaal beschermingsstatuut en het oude statuur van voorlopig
bewind
1. Subsidiariteit
Voorrang aan buitengerechtelijke bescherming
= lastgeving (zorgvolmacht)
Onderhands/autentiek, LG wilsbekwaam bij tekenen, treedt in werking wanneer
LG onbekwaam wordt.
2. Proportionaliteit
Maatwerk, geval per geval, niet verder gaan dan nodig (geen zwart wit verhaal)
3. Vermogen en/of persoon, kan andere bewindvoerder
4. Beperkte of volledige handelingsonbekwaamheid
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller CLOTTE1237. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.02. You're not tied to anything after your purchase.