Vraag en Aanbod hs 1 t/m 5
Hs1: markten
Concrete markt > vragers en aanbieders komen op bepaalde tijden direct met elkaar in contact.
(Rommelmarkt, weekmarkt of veiling)
Abstracte markt > het geheel van vraag naar en aanbod van een bepaald product. Er is hier geen
sprake van een vaste plaats waar de vragers en aanbieders samen komen. (Oliemarkt,
computermarkt). Een abstracte markt is vaak opgebouwd uit kleine concrete markten
(supermarkten, warenhuizen)
Verschillende soorten markten:
Vragers Aanbieders Prijs
Goederenmarkt Iedereen die geld wil lenen Producenten (Markt)prijs
(C, I, O)
Vermogensmarkt Iedereen die geld wil lenen Spaarders en buitenlandse Valuta
(C, I, O) beleggers
Valutamarkt Iedereen die € wilt Iedereen die € aanbiedt Wisselkoers
Omzet > de totale opbrengst >> verkoopprijs X aantal verkochte producten (afzet)
Afzet > verkochte hoeveelheid >> het aantal producten dat een bedrijf verkoopt uitgedrukt in
hoeveelheden
Hs 2: vraag: op zoek naar een spijkerbroek
Verschuiving over of langs de vraaglijn
, De vraaglijn geeft het verband weer tussen de prijs van een product en de vraag naar dat product.
Op de voorwaarde dat alle andere factoren (inkomen, prijs van andere producten, voorkeur) niet
veranderen. Dat deze factoren constant blijven noemen we de ceteris paribus voorwaarde.
Als de prijs van een product verandert, verandert de vraaglijn niet. Er vindt dan alleen een
verschuiving plaats op de vraaglijn. Er is dus sprake van een negatief verband. Als de prijs stijgt, daalt
de vraag. En als de prijs daalt stijgt de vraag.
Verschuiving van de vraaglijn
Als de voorkeur voor een bepaald product toeneemt, inkomen stijgt, prijzen van substituten stijgen
→ de collectieve vraaglijn verschuift naar rechts
Als de voorkeur voor een bepaald product afneemt, inkomen daalt, prijzen van substituten dalen →
collectieve vraaglijn verschuift naar links
Collectieve vraaglijn > samen te stellen uit meerdere individuelen vraaglijnen door bij elke prijs de
individuele hoeveelheden op te tellen. Wanneer er meerdere mensen zijn ontstaat er een knik in de
vraaglijn, hier stopt iemands inkomen maar gaat de andere wel nog gewoon door
Prijselasticiteit
Prijselasticiteit van de vraag = Ev
Ev = procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid (gevolg)/ procentuele verandering in de
prijs (oorzaak)
-1 < Ev > 1 → Inelastisch (tussen -1 en 1)
-1 > Ev < 1 → elastisch (buiten -1 en 1)
Ev = 0 → de vraag reageert helemaal niet op de prijsverandering. Volkomen inelastisch
Kruislingse prijselasticiteit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosheffelaar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.