Test Bank For Educational Psychology 14th Edition (Global Edition) By Anita Woolfolk, All Chapters 1-15 ||Complete A+ Guide
Onderwijs en ontwikkelingspsychologie Aantekeningen college 1
College 1
Praktische informatie
oops.so@outlook.com
Tentamenstof: H1 tot en met H12 (40 meerkeuzevragen en 5 open vragen)
Amerikaanse onderwijssysteem + jaartallen niet leren!
Opbouw Colleges
College 1 Hoofdstuk 1 en 2
College 2 Hoofdstuk 3 en 4
College 3 Hoofdstuk 5 en 6
College 4 Hoofdstuk 7 en 8
College 5 Hoofdstuk 9 en 10
College 6 Hoofdstuk 11 en 12
College 7 Responsie college (tot 3 december vragen insturen)
Hoofdstuk 1 Learning, teaching en educational psychology
Onderwijspsychologie: Zelfstandige discipline met eigen theorieën en
onderzoeken.
Onderswijspsychologie is het onderzoek naar leren en lesgeven. Gericht op het
verbeteren van het onderwijsbeleid en de onderwijspraktijk.
Focus van het onderzoek
- Jaren ’40 en ’50: Individuele verschillen, testen en leergedrag
- Jaren ’60 en ’70: Cognitieve ontwikkeling en leren
- Recent: Invloed van culturele en sociale factoren op leren en ontwikkelen
Een goede leerkracht
- Teachers’ sense of efficacy (zelf-effectiviteit)
o Hoge mate van efficacy: werken harder, zijn tevreden, minder
burnout
o De mate van efficacy is hoger als er op scholen ook hogere
verwachtingen worden gesteld aan studenten en leerkrachten
o De mate van self-efficacy is hoger als leerkrachten zich gesteund
voelen door het management
- Kwaliteit van de relatie met de leerling
o Sensitiviteit voor de behoefte van de leerling
o Frequente en consistente feedback
o Reflectief vermogen
o Aanpassen instructie en toetsing
Stel: Je bent docent en je leerlingen zijn zelfstandig aan het werk. Op welk
moment ga je als leerkracht een lager presterende leerlingen hulp aanbieden?
Uit onderzoek blijkt dat wachten tot een leerling zelf vragen stelt beter werkt,
dan zelf (als leerkracht) direct een leerling te vragen of het lukt.
1
,Onderzoeksdesigns
1. Beschrijvend onderzoek
Doel: Gebeurtenissen in een bepaalde situatie bekijken
Middel: Correlationeel onderzoek (r= correlatie)
Correlatie is een getal dat de sterkte of richting van een relatie tussen
twee gebeurtenissen of metingen weergeeft.
Getal tussen 1 en -1
Hoe dichter de correlatiecoëfficient (aangegeven als r), bij 1 is, hoe sterker
de relatie.
2
, Zowel X als Y neemt toe.
Ene
variabele neemt toe, de andere af.
Correlatie betekent niet automatisch causaal verband.
Correlatie geeft de samenhang weer, niet dat de ene factor de ander
veroorzaakt.
2. Experimenteel onderzoek
Kijken naar oorzaak gevolg (wel de causaliteit)
Middelen:
3
, - Groepen vergelijken
o Controle en een experimentele groep.
Random = experimenteel
Bestaande groepen = quasi-experimenteel
De centrale vraag bij experimenteel onderzoek is: Is iets wel of niet statistisch
significant?
Ja? Dan is de kans op toeval onwaarschijnlijk.
De kans (p = probability) is dan kleiner dan of gelijk aan 5%
- ABAB Design
o Vaststellen of interventie/ therapie verandering teweeg kan
brengen.
A= baseline
B= interventie
- Klinische interviews
o Piaget
o Interview met open vragen om zoveel mogelijk informatie te krijgen
van de participant
- Case studies
o Genie Wiley
o Onderzoek/studie naar één participant of situatie
- Etnografisch onderzoek
o Onderzoek naar natuurlijk voorkomende gebeurtenissen
o Culturele verschillen
De rol van tijd
- Longitudinaal onderzoek: In de loop van de tijd bij dezelfde groep
herhaalde metingen uitvoeren. Onderzoek wordt op dezelfde manier
gedaan om een ontwikkeling in kaart te brengen.
- Cross-sectioneel onderzoek: Onderzoek waarbij onderzoeksgroepen van
verschillende leeftijden worden onderzocht.
- Micro-genetisch onderzoek: Verandering in cognitieve processen worden
bestudeerd op moment dat verandering plaatsvindt.
- Actie-onderzoek: Onderzoek naar een specifiek probleem waarbij
systematische observaties worden gedaan. Bijvoorbeeld; gedragingen van
een groep jongens. Je bent benieuwd; wat gebeurt er als ik een meisje in
de groep toevoeg? Dus je voegt een meisje toe en observeert direct wat er
gebeurd.
3. Kwalitatief en kwantitatief onderzoek
Kwalitatief: Gericht op begrip en betekenis
Kwantitatief: Formeel, gericht op gecontroleerde en objectieve metingen
Mixed-methods: Mix van beide
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sharonblokzijl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.15. You're not tied to anything after your purchase.