Samenvatting Bijzondere Weefselleer: alle hoofdvragen OPGELOST
56 views 0 purchase
Course
Bijzondere Weefselleer
Institution
Universiteit Antwerpen (UA)
Dit document bevat alle hoofdvragen, waaruit de examenvragen komen, van het vak Bijzondere weefselleer. De antwoorden zijn geschreven met behulp van informatie uit de lessen, practica en de USB-stick.
Integument
1. Bespreek de verschillende celtypen in de epidermis
- Keratinocyten: deze cellen zijn het meest aanwezig in de epidermis en ze ontstaan
door voortdurende mitose en schuiven zo op in de richting van het oppervlak. Eenmaal
aangekomen aan het oppervlak zullen ze afslijten en vol met keratine zitten. Door de
verschillende stadia die deze cellen doorlopen, zal het epitheel morfologisch
opgedeeld worden in verschillende cellagen die samen het verhoornd meerlagig
plaveiselepitheel zullen vormen. We zien eerst het stratum basale die tegen de dermis
aanligt en uit een enkele laag kubische keratinocyten bestaat. Dit zijn dan de eigenlijke
stamcellen van de huid die constant sterk gaan delen en zo alle bovenliggende lagen
naar het epitheeloppervlak duwen -> vernieuwing van het epitheel. Hierna krijgen we
het stratum spinosum met de stekelcellen. Daarna volgt het stratum granulosum met
zijn keratohyaliene korrels. Nog verder zien we het stratum lucidum (enkel in dikke,
haarloze huid) en het stratum corneum wat volledig verhoornd is (dode
keratinocyten). Als laatste krijgen we het stratum disjunctivum (afschilferzone).
- Melanocyten: de melanocyten zijn afkomstig van de neurale lijst cellen en liggen in het
stratum basale. Deze cellen zullen gedeeltelijk zorgen voor de pigmentatie van de huid
en ze zijn verantwoordelijk voor de synthese van melanine. Deze stof wordt meteen
uitgescheiden en opgenomen door de naburige keratinocyten. Dit wordt
vergemakkelijkt door de lange uitlopers van melanocyten die veel keratinocyten
aanraken. Melaninekorrels worden melanosomen genoemd en we onderscheiden hier
4 types in. Melanocyten zijn een zeer stabiele celpopulatie en ze zullen in normale
omstandigheden niet delen (toch delen dan krijg je een melanoom). Hun activiteit
wordt beïnvloed door genetische en hormonale factoren, belichting en ouderdom.
- Cellen van Langerhans: deze cellen behoren tot de familie van dendritische cellen en
bevinden zich in het bovenste deel van het stratum spinosum. Ze hebben een
mesenchymale oorsprong en behoren tot het mononucleair fagocytensysteem. Ze
hebben een donkere kern en helder cytoplasma en hebben aan het uiteinde van hun
langwerpige uitlopers een Birbeck granule (tennisracketvorm). Ze bevatten receptoren
voor Fc en MHC klasse II en produceren ondermeer interleukine 1.
- Cellen van Merkel: ze komen beperkt voor in het stratum basale en zijn het talrijkst op
gevoelige plaatsen zoals bijvoorbeeld de vingertippen. Ze behoren tot het diffuus
neuro-endocrien systeem en zijn geïnnerveerd, waardoor ze ‘signalen’ uit de omgeving
kunnen waarnemen en deze doorsturen naar het centraal zenuwstelsel.
1
,2. Bespreek het lichaampje van Meissner en het lichaampje van Vater Pacini
Het lichaampje van Meissner en het lichaampje van Vater Pacini zijn neuronale structuren van
de dermis en de epidermis. Ze behoren tot de klasse van de transductoren en hun taak bestaat
erin om een stimulus op te sporen en om te zetten in een signaal dat begrijpbaar is voor het
zenuwstelsel. Dit signaal wordt dan via een sensorische zenuwvezel naar het CZS geleid waar
beslist wordt wat men met deze informatie moet doen.
Lichaampje van Meissner
Het lichaampje van Meissner komt voor in de onbehaarde huid op de grens van de dermis en
epidermis in de dermpapillen. Het zijn kleine ovoïde lichaampjes. Ze zijn opgebouwd uit platte,
loodrecht op de lengteas staande, gliacellen met hiertussen vertakkingen van niet-
gemyeliniseerde afferente zenuwvezels.
Wanneer er een overlangse druk op deze structuur wordt uitgeoefend, zal de zenuwvezel
binnenin het lichaampje een actiepotentiaal gaan afvuren als gevolg van de mechanische
vervorming. De functie is het detecteren van langzame vibraties.
Lichaampje van Vater Pacini
Het lichaampje van Vater Pacini is gelegen in het stratum reticulare, de hypodermis en in de
pancreas van de kat. De zenuwuiteinde zijn omgeven door concentrische lamellen waarin zich
fibroblasten bevinden. Het hele systeem is omgeven dor een sterk gevasculariseerde
bindweefselschede. De gelamelleerde lagen errond zullen onder druk over elkaar beginnen
wrijven waardoor de zenuw een actiepotentiaal afvuurt en doorstuurt naar het centraal
zenuwstelsel. De functie is het detecteren van snelle vibraties met een zeer lage frequentie.
2
,3. Bespreek de behaarde huid met de geassocieerde structuren (vergelijk sinushaar)
De buitenste laag van een haar is de cuticula, maar deze is normaal gezien niet zo goed
zichtbaar op een preparaat. De meeste haren bestaan uit twee gebieden, de schors en het
merg. De schors (cortex) is verhoornd en bestaat uit zeer dicht tegen elkaar gelegen dode
cellen, terwijl de cellen in het merg (medulla) veel minder dicht tegen elkaar liggen ->
onderscheid is normaal goed te zien. De soepelheid van een haar is afhankelijk van de merg-
cortex-ratio: veel cortex geeft stevige, soepele haren terwijl veel merg stijf en vlug afbrekend
haar geeft, een gelijke verdeling zorgt voor normaal haar. Het haartje zelf is dode materie die
wel gemaakt wordt door levende cellen van epidermale oorsprong. Hiervoor zullen
gespecialiseerde keratinocyten prolifereren thv de haarbasis en zo de bovenste lagen steeds
vernieuwen. De pigmentatie is, zoals in de huid, afkomstig van melanocyten.
De haarfollikel is een instulping van de epidermis die zal reiken tot de hypodermis. Zo’n follikel
wordt omgeven door een haarzakje, wat eigenlijk een BW-schede is, en zal een haarwortel en
een bulbus bevatten. Het haartje wordt dan omgeven door 4 lagen:
- Inwendige wortelschede: ligt het dichtst tegen het haartje en wordt gevormd vanuit
de bulbus. Deze schede bestaat in feite uit 3 verschillende laagjes die allemaal, maar
op een ander moment, volledig verhoornd zullen zijn. De laag van Henle is een
enkelvoudige cellaag die het dichtst tegen de uitwendige wortelschede ligt en snel zal
verhoornen. De laag van Huxley ligt dan iets meer naar mediaal en bevat talrijke
trichohyaliene korrels. De laag die tegen het haartje aanligt is de cuticula van de
wortelschede. Deze bestaat uit één laag afgeplatte cellen die dakpansgewijs liggen.
- Uitwendige wortelschede: deze laag verloopt continu met de epidermis en kan je
makkelijk waarnemen wanneer je de invaginatie hiervan volgt. Deze schede bestaat
uit verschillende lagen van levende keratinocyten die niet zullen verhoornen.
- Glasmembraan: dit is de verderzetting van de basale membraan van de epidermis van
de huid en je kan deze zien als een verdikte amorfe structuur.
- Haarzakje: bindweefselschede die een platte aaneengesloten laag rondom de rest van
de epitheliale instulpingen vormt. Dit bindweefsel is continu met dat van de dermis.
Het epitheel aan het einde van een haarfollikel zal verdikken en zich tot een bulbus vormen.
Bij een actieve haarfollikel is het centrum van deze bulbus ingenomen door een
bindweefselpapil. In zo’n papil vinden we een uitgebreid capillairnetwerk terug, wat zorgt voor
de aanvoer van voedingsstoffen die nodig zijn voor de bovenliggende stamcel-keratinocyten
van de bulbus. Haartjes groeien doordat de cellen thv de bulbus prolifereren en alle
bovenliggende cellen naar boven duwen. De geprolifereerde cellen van het centrum zullen
aanleiding geven tot het aanmaken van de haarschacht (haarpijl = deel dat boven het
huidoppervlak steekt) en de meer naar buiten gelegen geprolifereerde cellen geven aanleiding
tot het aanmaken van de inwendige wortelschede.
3
, De melanocyten liggen tegen de basale membraan aan, thv de bindweefselpapil. Deze cellen
zullen zorgen voor de pigmentatie van het haar waarbij eumelanine aanleiding geeft tot een
bruine/zwarte haarkleur en phaeomelanine tot een rode/blonde haarkleur.
We onderscheiden een aantal verschillende soorten haarfollikels:
- Primaire haarfollikel (dekhaar): hebben een grote diameter en zitten diep in de dermis.
Deze haartjes hebben meestal zweet- en talgklieren en ook een m. arrector pili.
- Secundaire haarfollikel (donshaar): deze zijn kleiner en liggen meer oppervlakkig. Ze
hebben geen m. arrector pili en zweetklieren, maar bevatten meestal wel talgklieren.
- Enkelvoudige haarfollikel: slechts 1 haartje zal uit deze follikel ontspringen.
- Samengestelde haarfollikel: een groepje van zowel primaire als secundaire follikels bij
elkaar die waarvan de haarschachten dan allemaal door eenzelfde opening gaan.
Een haartje heeft ook nog een aantal accessoire structuren. We zien talgklieren (holocrien)
die secreet produceren rondom de haar, waardoor deze niet zal uitdrogen. Ze staan meestal
in verbinding met de inwendige wortelschede. Hiernaast zien we ook zweetklieren die nabij
de haarbasis liggen. De musculus arrector pili is een spiertje dat de haar zal kunnen doen
rechtstaan. Het is een bundeltje glad spierweefsel dat samenhangt met een 1° follikel.
Sinusharen worden ook wel tast- of tactielharen genoemd omdat ze in feite aangepaste,
mechanische sensoren zijn die als tastsensoren fungeren. De follikels reiken tot diep in de
hypodermis en ze zijn enkelvoudig. Deze haren zijn zeer herkenbaar omdat ze met bloed
gevulde sinussen hebben die in het bindweefsel van het haarzakje gelegen zijn. In de buitenste
wortelschede vinden we Merkelcellen terug en in de binnenste wortelschede liggen veel
zenuwen. Alle sinusharen zijn uitgerust met fijne zenuwvezels die de basis van de follikel
bekleden, dit zijn dan de tastsensoren. Wanneer het bloed in de sinus beweegt, zal er een
signaal worden gestuurd. Een mooi voorbeeld van een sinushaar is een snorhaar (hond/kat).
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jokewol. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.89. You're not tied to anything after your purchase.