100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting hersenen en gedrag deeltentamen 1 $3.21   Add to cart

Summary

samenvatting hersenen en gedrag deeltentamen 1

 114 views  11 purchases
  • Course
  • Institution

samenvatting van de stof voor deeltentamen 1 voor hersenen en gedrag in het Nederlands. Dankzij deze samenvatting heb ik een 8.7 gehaald

Preview 3 out of 16  pages

  • January 5, 2022
  • 16
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
biologische psychologie: probeert een link te leggen tussen de opbouw van de hersenen
en het gedrag dat een organisme vertoont. studie van fysiologische, evolutionaire en
ontwikkelingsmechanismen van gedrag en ontdekking

dorsale gezichtspunt: Een aangezicht van de hersenen van bovenaf
ventrale gezichtspunt: Een aangezicht van de hersenen van onderaf

4 soorten biologische verklaringen voor gedrag:
● ontogenetische verklaring: geeft een beschrijving van hoe gedrag of een
hersenstructuur zich ontwikkelt binnen een organisme. Hierbij wordt onder
andere gekeken naar de invloed van genen, voeding, ervaringen en interacties
hiertussen
● fysiologische verklaring: legt een verband tussen de fysiologische toestand van de
hersenen, andere organen en het gedrag
● functionele verklaring: probeert te achterhalen waarom gedrag of een
hersenstructuur zich op een bepaalde manier ontwikkeld heeft.
● evolutionaire verklaring: relateert gedrag of een hersenstructuur aan de
evolutionaire geschiedenis van een soort.

Genetische drift: proces waarbij in een kleine populatie een gen zich ‘per ongeluk’
doorgeeft via voortplanting, en waardoor op den duur een hele groep mensen of een
bevolkingsgroep een afwijkend (positief, negatief of neutraal) gen heeft.

redenen waarom proefdieren worden gebruikt
● Mens is wil meer te weten, is nieuwsgierig(eigenbelang)
● Onderliggende mechanismen zijn vergelijkbaar, makkelijker te bestuderen
● Kennis over dieren werkt verhelderend met betrekking tot de menselijke evolutie
● Juridische of ethische beperkingen voorkomen bepaalde vormen van onderzoek
op mensen.

abolitionisten: fel tegen het gebruik van proefdieren
minimalisten: onderzoek op dieren is soms wel nodig, maar zo min mogelijk

de drie R’s
● Reductie (reduction) van het aantal dieren dat gebruikt wordt;
● Vervanging (replacement) van dieren door computermodellen of andere
dierenvervangers;
● Welgemanierdheid (refinement) zodat pijn en oncomfortabele situaties vermeden
kunnen worden.

nature: aangeboren
nurture: gevormd door ervaring

empirisme: stelt dat kennis een resultaat is van ervaringen.

,stromingen binnen de psychologie
● Structuralisme: de geest kan worden opgebroken in de kleinste elementen van
mentale ervaringen. (Wilhelm Wundt en Titchener)
● Gestalt Psychologie: Gestalt betekent geheel. Het opbreken van de gehele
perceptie in bouwblokken leidt tot het verlies van belangrijke psychologische
informatie
● Functionalisme: Waarom werkt gedrag en mentale processen op een bepaalde
manier? de waarde van een activiteit hangt af van de gevolgen ervan. Als het de
kans op overleving vergroot wordt het herhaald (William James)
● Klinische Psychologie: Combinatie van verklaren van abnormaal gedrag
(stoornissen) aan de hand van levenservaringen, fysieke oorzaken, medische
behandelingen
● Freud: ontwikkelde de psychodynamische theorie en de technieken van
psychoanalyse voor het behandelen van mentale stoornissen
● Humanistische Psychologie: mensen worden goed geboren en zijn gemotiveerd
om zichzelf te verbeteren
● Behaviorisme: richt zich op observeerbaar, meetbaar gedrag. Klassieke
conditionering (Pavlov): een geleerde associatie wordt gebruikt om te anticiperen
op belangrijke toekomstige gebeurtenissen. Law of effect (Thornton):
gedragingen met plezierige uitkomsten in de toekomst vaker voor zullen komen,
terwijl gedragingen met onplezierige uitkomsten minder vaak zullen voorkomen.
Skinner: gedachten en gevoelens zijn gedragingen die dezelfde regels volgen als
zichtbare gedragingen.
● Cognitieve Psychologie: cognitie is interne mentale processen. Verschilt dus met
behaviorisme. Taal leren is aangeboren mechanisme en niet reactie op feedback

psychologische perspectieven
● biologische psychologie: richt zich op de verbanden tussen geest en gedrag. De
fysieke mechanismen die samenhangen met gedrag.
● evolutionaire psychologie (deel biologische): richt zich op de vraag hoe onze
fysieke structuur en gedrag gevormd zijn door de bijdragen ervan aan de
overleving van de mens
● cognitieve psychologie: richt zich op het denkproces of informatieverwerking
● sociale en persoonlijkheidspsychologie: beschrijft de effecten van de sociale
omgeving, zoals cultuur, op het gedrag van individuen
● ontwikkelingspsychologie: onderzoekt de normale gedragsveranderingen die
gedurende het leven plaatsvinden
● klinische psychologie: richt zich op het verklaren, definiëren en behandelen van
psychologische stoornissen.


Neuronen: ontvangen informatie en geven die door aan andere neuronen via
elektrochemische prikkels. verschillen enorm in grootte, vorm en functies

glia: zijn kleiner dan neuronen en zij wisselen geen informatie over grote afstanden uit.
wisselen chemicaliën uit met naburige neuronen

neurologie: onderzoek naar het zenuwstelsel.

, structuur van een dierlijke cel
● membraan of plasmamembraan: laat sommigen stoffen wel anderen niet door. is
opgebouwd uit twee lagen vetmoleculen die vrij zijn om langs elkaar te stromen
● kern (nucleus): structuur waarin de chromosomen zich bevinden
● mitochondria genereert via stofwisseling de noodzakelijke energie. Proces is
afhankelijk van zuurstof en brandstof
● ribosomen: stelt proteïnen samen die dienen als bouwmateriaal voor de cel en
die verschillende chemische reacties genereren
● endoplasmisch reticulum: buisjes netwerk dat zorgt voor de verplaatsing van
proteïnen

structuur van neuronen
● soma of cellichaam: bedekt met synapsen. Hierin ligt de kern, ribosomen en
mitochondria
● axon: geeft impulsen door aan andere cellen. Heeft een constante diameter.
afferent( brengt informatie binnen). efferent (brengt informatie naar buiten)
myelineschede: isolerend omhulsel met onderbrekingen, knopen van Ranvier.
Maakt saltatorische geleiding mogelijk. Bij MS is dit beschadigd (langzamer) Aan
het einde zit het presynaptische uiteinde voor chemische impulsen
● dendrieten: dienen voor de ontvangst van informatie. Is bekleed met synaptische
receptoren. dendritic spines (uitstulpingen die zorgen voor ontvangst oppervlakte
vergroting)

interneuron: wanneer dendrieten en axonen binnen een cel volledig zijn opgenomen in
een enkele structuur

verschillende gliacellen
● astrocyten: wikkelen zich rond de presynaptische uiteinden van een groep axonen
die gerelateerd zijn in functie. nemen chemicaliën op die vrijgelaten zijn door
axonen en zorgen ervoor dat deze weer terugkomen in de axonen. Maakt zo golf
verzending mogelijk.
● Microglia: deel van het immuunsysteem. verwijderen overbodig materiaal
● Oligodendrocyten(hersenen, ruggenmerg) Schwanncellen (perifere zenuwstelsel):
opbouw van de myelineschede van sommige axonen
● Radiale gliacellen: sturen de migratie van neuronen en dendrieten tijdens de
embryonale ontwikkeling. Differentiëren vervolgens als astrocyt/oligodendrocyte

bloed-hersenbarrière: mechanisme dat de hersenen beschermt tegen (mogelijke)
schadelijke stoffen. Endotheelcellen van capillairen wanden zijn nauw verbonden.
Moleculen die kunnen oplossen in de vetten van membranen en kleine, ongeladen
moleculen kunnen passeren. Essentiële stoffen gaan via actief transport


glucose (suiker) en zuurstof zijn hoofdvoedingsstoffen van neuronen. Bij een tekort aan
thiamine (noodzakelijk voor gebruik van glucose) ontstaan geheugenstoornissen

Actiepotentialen: boodschappen die door axonen worden verzonden. ontstaat na
depolarisatie.

alles-of-nietsprincipe: wanneer de grens eenmaal overschreden is ontstaat er een
actiepotentiaal met altijd dezelfde grootte en vorm. Een dikker axon heeft een sneller
actiepotentiaal (minder weerstand) Informatie uit zich in frequenties

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yaraclaassen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

71184 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  11x  sold
  • (0)
  Add to cart