Psychologie van het dagelijks leven
Hoofdstuk 1 Geest, gedrag en psychologische wetenschap
1. De student kan wetenschappelijke informatie van pseudowetenschappelijke informatie en
common sense onderscheiden.
- Wetenschappelijke informatie: Door kritisch na te denken kun je onderscheid maken tussen
psychologie en pseudopsychologie. Door 6 vragen te stellen kom je hierachter:
o Wat is de bron?
o Is de bewering redelijk of extreem?
o Wat is het bewijsmateriaal?
o Kan de conclusie zijn beïnvloed door bias?
o Worden veel voorkomende denkfouten vermeden?
o Zijn voor het oplossen van het probleem verschillende invalshoeken nodig?
- Pseudowetenschappelijke informatie: Niet onderbouwde psychologische aannamen die als
wetenschappelijke waarheden worden gepresenteerd (paranormale zaken, horoscopen,
grafologie, waarzeggerij en handlezen).
- Common sense: Gezond verstand gebruiken.
2. De student kan de zes belangrijkste perspectieven van de psychologie en hun kenmerken op
hoofdlijnen benoemen en kan de zienswijze van de zes perspectieven herkennen in metaforen
en uitspraken.
- Biologische perspectief: Zoekt de oorzaken van gedrag in het functioneren van genen, de
hersenen, het zenuwstelsel en hormoonstelsel.
o Neurowetenschap: Het vakgebied dat zich richt op begrip van hoe de hersenen,
gedachten, gevoelens, motieven, bewustzijn, herinneringen en andere mentale
processen creëren. (bv: Hoe zetten ogen en hersenen lichtgolven om in beelden.)
o Evolutionaire psychologie: Een relatief nieuw specialisme in de psychologie dat
gedrag en mentale processen beschouwt op basis van genetische aanpassingen aan
overleving en voortplanting. (bv: Jonge kinderen hebben vaak een afkeer van alles
wat bitter is, dit omdat gif vaak bitter is.)
- Cognitief perspectief: De nadruk ligt op mentale processen, zoals leren, geheugen, perceptie
en denken als vormen van informatieverwerking.
o Introspectie: Beschrijving van je eigen innerlijke bewuste ervaringen. Techniek van
een van de eerste psychologische experimenten (Wundt).
o Structuralisme: Probeerde de basisstructuren van de geest en de gedachten te
ontrafelen. Structuralisten zochten de ‘elementen’ van de bewuste ervaring. Dus
individuele verschijnselen worden opgevat als elementen uit een systeem.
o Functionalisme: Meende dat psychische processen het beste begrepen kunnen
worden in het licht van hun adaptieve nut en functie. Dus de psychologie zou moeten
verklaren op welke wijze mensen zich aanpassen aan de werkelijke wereld buiten het
laboratorium (James).
- Psychoanalyse: Legt de nadruk op onbewuste processen.
- Cultuur: Een complexe mix van taal, opvatting, gewoonten, waarden en tradities die wordt
ontwikkeld door een groep mensen en die wordt gedeeld met anderen in dezelfde omgeving.
- Crosscultureel psycholoog: Psychologen die geïnteresseerd zijn in de manieren waarop
psychologische processen verschillen tussen mensen van verschillende culturen.
- Hollisme: Visie die totaliteit altijd belangrijker vindt dan de som der delen.
,Perspectief: Idee? Wat bepaalt het gedrag? Wie?
Biologisch perspectief Het lichaam wordt De hersenen, zenuwstelsel, René Descartes
apart van de geest hormoonstelsel en genen.
bestudeerd.
Cognitief perspectief Wetenschappelijke Iemands unieke patroon Wilhelm Wundt
methode kan worden van waarnemingen, & William James
gebruikt om de geest interpretaties,
te bestuderen. verwachtingen,
overtuigingen en
herinneringen.
Behavioristisch perspectief Psychologie moet de De prikkels in onze John Watson &
wetenschap van omgeving en de B.F. Skinner
observeerbaar gedrag voorgaande consequenties
zijn, niet van mentale van ons gedrag.
processen.
Whole-person perspectief Psychodynamische Processen in onze Sigmund Freud
psychologie: onbewuste geest.
Persoonlijkheid en
psychische
stoornissen komen
voort uit processen in
het onbewuste.
Humanistische Onze aangeboren behoefte Carl Rogers &
psychologie: Moet de om te groeien en ons Abraham
nadruk leggen op potentieel zo goed mogelijk Maslow
menselijke groei en te verwezenlijken.
potentieel in plaats
van op psychische
stoornissen.
Psychologie van Unieke De oude Grieken
karaktertrekken en persoonlijkheidskenmerke
temperament: n die in de tijd en alle
Individuen kunnen situaties consistent zijn.
worden begrepen in
termen van hun
temperament en
blijvende
karaktertrekken
Ontwikkelingsperspectief Mensen veranderen De interactie tussen Mary Ainsworth,
als gevolg van erfelijkheid en omgeving, Jean Piaget en
interactie tussen die zich het hele leven door vele anderen.
erfelijke uit in voorspelbare
eigenschappen en patronen.
omgeving
Sociocultureel perspectief Sociale en culturele De kracht van de situatie. Stanley Milgram,
invloeden kunnen de Philip Zimbardo
invloed overstemmen en vele anderen.
van alle factoren die
gedrag beïnvloeden.
, 3. De student kan de vier stappen van de wetenschappelijke methode benoemen en beschrijven.
- Stap 1: Een hypothese ontwikkelen
o Door literatuur onderzoek een eigen idee/vermoeden bedenken.
- Stap 2: Objectieve data verzamelen
o Feitelijke gegevens verzamelen (empirisch onderzoek).
- Stap 3: Data analyseren
o Verwerken van gegevens komt het overeen met de voorspelling?
- Stap 4: De resultaten publiceren en laten bekritiseren en repliceren
o Kijken of het onderzoek bestand is tegen een kritische blik en commenteer van de
wetenschappelijke wereld.
Begrippenlijst:
- Hypothese: Voorspelling van de uitkomst
- Variabele: Element dat van invloed is op hetgeen dat onderzocht wordt.
- Operationaliseren: Variabelen zo definiëren dat ze meetbaar worden.
- Experimentele groep: Mensen die worden blootgesteld aan behandeling die wordt
onderzocht.
- Experimentele conditie: Omstandigheden waaraan de mensen van de experimentele groep
worden blootgesteld.
- Controlegroep: Mensen die worden gebruikt als vergelijking.
- Controleconditie: Omstandigheden waaraan de mensen van de controlegroep aan worden
blootgesteld.
- Onafhankelijke variabele: Een factor die de onderzoeker kan wijzigen, onafhankelijk van alle
andere zorgvuldig gecontroleerde experimentele omstandigheden (bv: invloed van suiker in
drankjes weten? Dan is suiker de onafhankelijke variabele).
- Afhankelijke variabele: Uitkomst die volgens de hypothese het gevolg is van de
onafhankelijke variabele (bv: activiteitsniveau van de kinderen, meer activiteit is meer
suiker).
- Randomisering: Deelnemers worden uitsluitend volgens toeval in een groep ingedeeld. Om
te voorkomen dat er bijvoorbeeld alleen maar vrouwen of extraverte mensen in de
experimentele groep zitten.
- Significant: Met behulp van statische methoden kan de onderzoeker kijken of de resultaten
van het experiment zijn veroorzaakt door de onafhankelijke variabele of dat ze het gevolg
zijn van toeval.
- Repliceren: Herhalen om te kijken of dezelfde resultaten worden verkregen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marithvanh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.62. You're not tied to anything after your purchase.