Samenvatting Leerdoelen juridische aspecten 2 - Gehaald met een 9,5
11 views 0 purchase
Course
Juridische Aspecten Van De Schuldenproblematiek
Institution
Hogeschool Van Amsterdam (HvA)
Book
Recht begrepen - Socialezekerheidsrecht begrepen
Tijdens de minor armoede interventies komt het vak juridische aspecten 2 aan bod. Dit zijn alle uitgewerkte leerdoelen voor dit vak. Boek: socialezekerheidsrecht begrepen.
● kan beoordelen of iemand in aanmerking komt voor een bijstandsuitkering en
de kennis daarvan op een casus toepassen
Artikel 19 PW - Voorwaarden bijstandsuitkering
Lid 1:
- Onverminderd paragraaf 2.2
- Heeft de alleenstaande of het gezin
- Recht op algemene bijstand
a. Als het in aanmerking te nemen inkomen lager is dan de bijstandsnorm, en
b. Als er geen in aanmerking te nemen vermogen is.
Voorwaarden 1: onverminderd paragraaf 2.2
Onverminderd paragraaf 2.2, dat is de participatiewet.
Als we daarin gaan kijken zien we dat paragraaf 2.2 de artikelen 11 t/m 16 PW omvat.
Artikel 11 PW - Rechthebbende
Lid 1:
- Je moet Nederlander zijn
- In Nederland woonachtig
- Niet over middelen beschikt
- Om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien
Als je aan deze voorwaarden voldoet dan heb je recht op bijstand van overheidswege.
We zijn dan nog niet klaar met artikel 11 PW. In lid 2 wordt nog een belangrijke uitbreiding
genoemd.
Lid 2:
- Met een Nederlander wordt gelijkgesteld
- Een in Nederland woonachtige vreemdeling
- Die rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8 onderdelen a - e en l
van de Vreemdelingenwet 2000
- Met uitzondering van gevallen, bedoeld in artikel 24, tweede lid, Richtlijn 2004/38 EG
De uitzondering in lid 2 dat gaat over EU onderdanen die in Nederland werken, bijvoorbeeld
Belgen, Duitsers, Spanjaarden etc. Die mogen wel in Nederland werken, maar op grond van
artikel 24 lid 2 van deze richtlijn mogen ze geen beroep doen op de bijstand in het land waar
ze gaan werken. Ze moeten namelijk in hun eigen onderhoud voorzien. Dit betekent dat dit
een belangrijke groep legale vreemdelingen is in nederland, maar die geen recht heeft op
bijstand. Altijd even heel erg belangrijk om dus te kijken waar die legaal verblijvende
vreemdeling vandaan komt en wat hij hier doet.
,Artikel 12 PW - Onderhoudsplicht ouders
Lid 1:
- Een persoon van 18, 19 of 20 jaar
- Heeft slechts recht op bijzondere bijstand
- Voor zover zijn noodzakelijke kosten van het bestaan uitgaan boven de
bijstandsnorm
- En hij voor deze kosten geen beroep kan doen op zijn ouders omdat:
a. De middelen van de ouders daartoe niet toereikend zijn
b. Hij redelijkerwijs zijn onderhoudsrecht jegens zijn ouders niet te gelde kan
maken
Dit komt natuurlijk regelrecht voort uit boek 1 van het Burgerlijke Wetboek, waarin een
voortgezette onderhoudsplicht geldt van ouders voor hun kinderen tot 21 jaar. Dat betekent
dat als je jonger bent dan 21 jaar dat je geen bijstandsuitkering aan kunt vragen en dat je
naar je ouders toe moet. Tenzij ze daar de middelen niet voor hebben of ze niet mee willen
werken.
Artikel 13 PW - Uitsluiting
Lid 1:
A-H
- Geen recht op bijstand heeft degene:
a. Aan wie rechtens zijn vrijheid is ontnomen
b. Die zich onttrekt aan de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf of maatregel
c. Die zijn militaire of vervangende dienstplicht vervult
d. Die wegens een werkstaking niet deelneemt aan zijn arbeid
e. Die in een kalenderjaar langer dan vier weken verblijf houdt buiten Nederland
dan wel een aangesloten periode van langer dan vier weken verblijf houdt
buiten Nederland
f. Die jonger is dan 18 jaar
g. Die bijstand vraagt ter aflossing van een schuldenlast en die beschikt over
voldoende middelen om in een noodzakelijke kosten van bestaan te voorzien
h. Die een uitreiziger is
Zijn we er dan? Nee, er is nog een lid 2 met mensen die ook geen recht op bijstand hebben.
Lid 2:
- Geen recht op bijstand heeft degene:
a. Van 18, 19 of 20 jaar die in een inrichting verblijft
b. Die onbetaald verlof geniet als bedoeld in artikel 1 onder g WW of die gehuwd
is met een zodanig persoon
c. Die jonger is dan 27 jaar en uit ‘s Rijks kas bekostigd onderwijs kan volgen
en:
a. In verband daarmee aanspraak heeft op studiefinanciering op
grond van de wet STUFI
b. In verband daarmee geen aanspraak heeft op studiefinanciering en
dit onderwijs niet volgt
c. Die jonger is dan 27 jaar en uit wiens houding en gedragingen
ondubbelzinnig blijkt dat hij de verplichtingen als bedoeld in de
artikelen 9, eerste lid en 55 PW niet wil nakomen.
,Artikel 14 PW - Niet-noodzakelijke kosten
Lid 1:
- In ieder geval worden niet tot de noodzakelijke kosten van bestaan gerekend:
a. De voldoening aan alimentatieverplichtingen
b. De betaling van een boete
c. Geleden of toegebrachte schade
d. Vrijwillige premiebetaling in het kader van een publiekrechtelijke verzekering
e. Kosten van medische behandelingen en verrichten die gerekend kunnen
worden tot de ontwikkelingsgeneeskunde of wanneer zodanig medische
behandelingen en verrichtingen buiten Nederland plaatsvinden
Dit artikel geeft niet aan wat niet noodzakelijk kosten zijn, maar het geeft juist aan wat het
niet is. Het is dus een negatieve lijst zoals we dat noemen.
Artikel 15 PW - Voorliggende voorzieningen
Lid 1:
- Geen recht op bijstand bestaat
- Voor zover een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening
- Die, gezien haar aard en doel, wordt geacht toereikend en passend te zijn voor de
belanghebbende
- Het recht op bijstand strekt zich ook niet uit tot kosten die in de voorliggende
voorziening als niet noodzakelijk worden aangemerkt.
Dit is een beetje cryptisch, maar waar moet je in de praktijk aan denken?
Bijvoorbeeld alle ziektekosten worden op grond van de zorgverzekeringswet uitgekeerd.
Daar zijn we allemaal verplicht voor verzekerd. Als er in de zorgverzekeringswet iets niet
wordt uitgekeerd, bijvoorbeeld paracetamol dan kun je daar geen bijstand voor aanvragen,
geen bijzondere bijstand onder de kosten van de participatiewet. Dit is omdat dit namelijk in
de zorgverzekeringswet als niet noodzakelijk is gekwalificeerd.
Artikel 5 PW - Definitie voorliggende voorziening
Elke voorziening buiten de wet waarop de belanghebbende of het gezin aanspraak kan
maken, dan wel een beroep kan doen, ter verwerving van middelen of ter bekostiging van
specifieke uitgaven. Belangrijk hier is buiten deze wet. Het gaat dus om een voorziening
buiten deze wet.
Artikel 16 PW - Zeer dringende redenen
Lid 1:
- Aan een persoon die geen recht op bijstand heeft
- Kan het College, gelet op alle omstandigheden, in afwijking van deze paragraaf,
bijstand verlenen indien zeer dringende redenen daartoe noodzaken
- Het eerste lid is niet van toepassing op andere vreemdelingen dan die bedoeld in
artikel 11 leden 2 en 3 PW.
Dus bijstandverlening eigenlijk buiten de artikelen 11 t/m 16 PW om.
Dan zijn we weer terug bij artikel 19 PW. Hebben we nu alles gehad? Nee want we hebben
alleen maar de eerste voorwaarden besproken, namelijk onverminderd paragraaf 2.2. We
moeten dus nog de andere drie voorwaarden doornemen.
,Voorwaarde 2: alleenstaande of gezin
Dat is geregeld in artikel 4 PW, daar staan de volgende begrippen gedefinieerd:
Lid 1 onder a - alleenstaande
Lid 1 onder b - alleenstaande ouder
Lid 1 onder c - gezind
Lid 1 onder d - kind
Lid 1 onder e - ten laste komend kind
Voorwaarden 3: recht op algemene bijstand
Dit is geregeld in artikel 5 PW, daar staan de volgende begrippen gedefinieerd:
Onder a - Bijstand
Onder b - Algemene bijstand
Onder c - Bijstandsnorm
Onder d - Bijzondere bijstand
Onder e - Voorliggende voorziening
Voorwaarden 4 en 5
Die zijn:
a. Het in aanmerking te nemen inkomen lager is dan de bijstandsnorm
b. Er geen aanmerking te nemen vermogen is
Inkomen en vermogen
- Inkomen
● Dit wordt geregeld in artikel 31 PW - daar staat wat de middelen zijn. In artikel
32 PW - daar wordt de inkomensnorm verder ingevuld: wat valt er nou
precies onder het inkomen? En in artikel 33 PW - daar worden bijzondere
inkomen gedefinieerd.
- Vermogen
● Dat wordt uitgelegd in artikel 34 PW.
Dan hebben we de vijf voorwaarden gehad, als aan alle voorwaarden wordt voldaan….
Rechtsgevolg: recht op een bijstandsuitkering.
, ● kan de hoogte van de uitkering vaststellen
Artikel 19 lid 2 PW - Hoogte algemene bijstand
- De hoogte van het algemene bijstand is het verschil tussen het inkomen en de
bijstandsnorm.
Die normen staan in een aantal artikelen - 19a t/m 22a. Artikel 19a PW is een relatief nieuw
artikel. Die gaat over de kostendelende medebewoner. Het idee daarachter is dat wanneer
je met meerdere mensen in een huis woont dat je de kosten kunt delen.
Artikel 20 PW gaat over de jongerennorm. Artikel 21 gaat over de normen van mensen die
tussen de 21 en de pensioengerechtigde leeftijd zijn. Deze categorie komt het meest voor.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen alleenstaande of alleenstaande ouders en tussen
gehuwden.
In artikel 22 PW staan de normen voor pensioengerechtigden. Deze categorie komt niet veel
voor maar staat wel in de participatiewet. Tot slot zien we het sluitstuk van wat er in artikel
19a PW al is behandeld qua definitie dat is de norm die geldt voor de kostendelers.
Belangrijk: de hoogte van de bijstandsuitkering altijd gekoppeld is aan het minimumloon. We
hebben in Nederland het zogenaamde koppelingsbeginsel. Als het minimumloon stijgt dan
stijgen de uitkeringen ook. Wij noemen dat ook wel de indexering.
Hoogte en bijstandsnorm is van twee dingen afhankelijk
- De leeftijd
- De samenlevingsvorm waarin je leeft
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DHGL. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.