100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Retailmarketing 7e druk $5.89
Add to cart

Summary

Samenvatting Retailmarketing 7e druk

 10 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Ik heb dit document samengevat voor mijn tentamen retailmarketing. Alle hoofdstukken die terug kwamen in het tentamen zijn hier in samengevat.

Preview 3 out of 16  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1,3,4,6,7,11,12,13,15,16,17,18,19,20
  • January 5, 2022
  • 16
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Retailmanagement samenvatting tentamen
Hoofdstuk 1
Retailing= alle activiteiten van bedrijven en organisaties die zich richten op het direct
leveren van goederen of diensten en informatie via alle beschikbare kanalen aan
consumenten.

Wat is retail niet:
 Geen productie van goederen, producten of halffabricaten
 Geen handel tussen bedrijven
 Geen consumenten aankoop aftrekbaar van belasting


Trademarketing= Bedrijven die gebruik maken van tussenhandel om hun producten te
leveren aan de consument. Unilever levert in algemene zin niet rechtstreeks aan de
consument. Gericht op de afzet van producten aan de detaillisten

Retailbestedingen= alle bestedingen door consument aan goederen en diensten (via
detailhandel)
 Bestedingen aan diensten door consumenten, zoals bankdiensten, verzekeringen,
reizen en medische diensten
 Bestedingen aan goederen door consumenten en goederen die ter plekke genuttigd
worden zoals in de horeca

Detailhandel= gedeelte van de totale economische bedrijvigheid dat zich bezighoudt met de
verkoop van goederen direct aan de consument. Leveren van fysieke goederen voor
persoonlijk gebruik aan de consument (mode, woonbranche, levensbehoefte)

Toeleveranciers= producenten van eindproducten die rechtstreeks aan de detailhandel
geleverd worden.

Hervedeling in tijd= het overbruggen van de periode tussen het gereedkomen van de
productie bij de producent en het tijdstip van aanschaf door de consument

Hervedeling naar plaats = de plaats van de productie is slechts zelden dezelfde als de plek
van de consumptie, de goederen moeten dus naar de goede plaats worden gebracht.

Hervedeling naar hoeveelheid= vanuit kostenoverweging maakt de producent grote
hoeveelheden in een keer, terwijl die vraag van de consument slechts betrekking heeft op
een of enkele artikelen.

Seller’s marketing-> verkopersmarkt= denkt de verkoper niet na bij wat de afnemer wil
(vraag groter dan aanbod zie huizenmarkt)

Buyer’s market= is het aanbod groter is dan de vraag. In deze kopersmarkt hebben kopers
grote invloed op de prijzen. (Zie sieradenmarkt)

Marketingmix= de elementen waarmee de retailer inspeelt op de consumentenbehoefte.\

,  Externe marketingmix= publiek, plaats, product, prijs en promotie
 Interne marketingmix = presentatie, fysieke distributie, personeel, productiviteit

Private label= huismerken

Retailmarketing= richt zich op promotie en marketingactiviteiten
Glossiers= is een groothandelsbedrijf dat goederen in grote partijen inkoopt en deze als
tussenhandelaar doorverkoopt aan detailhandels

Transactiekosten= de kosten die moeten worden gemaakt om tot een transactie te
komen. De kosten die gepaard gaan met een online aankoop zoals het zoeken,
vinden kopen en transport.

Consumentenmarketing= Alle marketingaspecten die gericht zijn op behoeftebevrediging
van de eindgebruiker worden aangeduid

Fysieke winkelomgeving: doelgroep vaak onbekend Nieuwe bezoekersregistratiesystemen:
 Klantentelsystemen
 Tracking & tracing
 Beacons
 Wifi tracking

Online Retail:
 Doelgroep vaak bekend
 Cookies
 CRM-systemen (Customer Response management)


Hoofdstuk 3
Primaire activiteiten= hierbij gaat het om subsystemen die direct betrekking hebben op het
daadwerkelijke transformatieproces
Kenmerken  Inkoop/ marketing, Inkomende logistiek, Uitgaande logistiek, Winkeloperatie

Secundaire activiteiten= Hierbij gaat het om de subsystemen die geen directe betrekkingen
hebben op het daadwerkelijke transformatieproces
Kenmerken  Organisatie, HRM, Technologie, Vastgoedvoorziening
Stagflatie= is een economisch fenomeen waarbij een combinatie van stijgende prijzen, trage
economische groei en hogere werkloosheid optreedt.

Deflatie= betekent een daling van het algemeen prijspeil. Het gewogen gemiddelde van de
prijzen in een land daalt dus.

Big data= die heel groot of heel erg ongestructureerd is. Dikwijls gaat het om grote
hoeveelheden ongestructureerde data. Die big data is het meest complex om te analyseren.

Product push= producten worden direct aangeboden aan mogelijke klanten.
Een push-strategie is marketing gericht op het vergroten van het aanbod.

, Demand pull= Een type inflatie veroorzaakt door een te grote vraag naar te weinig goederen
wat een prijsopdrijvend effect op deze goederen heeft.

Effective consumer response (ECR)= Een manier van samenwerken in de keten om de
consument sneller, beter en tegen lagere kosten te kunnen bedienen. Door de focus op de
consument verdwijnen barrières tussen bedrijven en tussen vakgebieden en kunnen
bedrijven gezamenlijk een beter resultaat bereiken.

Continuous replenishment (CR)= Het concept van continue levering van goederen tussen de
leverancier en handelspartner op basis van geautomatiseerde uitwisseling van vraag,
inventaris, voorraad- en managementinformatie, conform de gemaakte leveringsafspraken.

Supply chain management (SCM)= ketenmanagement, wordt gebruikt om de integrale
stromen tussen de verschillende schakels rondom een organisatie te beheren en waar
mogelijk te verbeteren.

Category management (CM)= Fabrikanten en retailers bundelen hun kennis over de wensen
van consumenten en richten zich daarbij op een categorie van producten door de hele keten
heen.

Business intelligence (BI)= Het kan omschreven worden als het proces van gegevens
omzetten in informatie, dat vervolgens zou moeten leiden tot kennis en aanzetten tot
adequate actie.

PET-model= people, economy, technology

Urbanisatie= de trek van mensen van dunbevolkte gebieden naar dichtbevolkte gebieden:
ook wel de trek van het platteland/dorpjes naar de stad.

Inflatie= Sommige prijzen stijgen, weer andere dalen. Inflatie treedt op als er sprake is van
een algemene stijging van de prijzen van goederen en diensten, niet alleen van individuele
producten; dat betekent dat je vandaag minder kunt kopen voor 1 euro dan gisteren.

KPI= omzet per m4

Hoofstuk 4
Strategisch retailmarketingbeleid= Strategie gaat over wat een mens of bedrijf wil.
1. De marktsegmentatie en doelgroep keuze: wie wil ik graag als klant hebben?
2. Het merkenbeleid en de positionering: wat wil ik voor de klant betekenen?
3. De kanaal- en formatstrategie: Hoe ga ik de klant bedienen?
4. Het locatiebeleid: waar ga ik de klant bedienen?
Tactisch retailmarketingbeleid= Tactiek gaat over hoe dat bereikt kan worden.
1. Communicatiebeleid: op welke wijze maakt de retailer reclame?
2. Presentatiebeleid: hoe worden de winkels offline en online ingericht?

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laurakolk. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.89  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added