100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Medische kennis periode 2, leerjaar 1 $9.11
Add to cart

Summary

Samenvatting Medische kennis periode 2, leerjaar 1

 31 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Hierbij de uitgewerkte leerdoelen van periode 2, leerjaar 1. Hiervoor zijn de boeken Anatomie en Fysiologie, Farmacologie & Pathologie voor verpleegkundigen gebruikt.

Preview 4 out of 40  pages

  • No
  • Hoofdstuk 6,7,12,14
  • January 5, 2022
  • 40
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Medische kennis
Periode 2, leerjaar 1
Windesheim College – Verpleegkunde

Esmee Rozendal

, Week 1: zenuwstelsel


Na bestudering van de lesstof ken je de algemene functies van het zenuwstelsel:
Er zijn 5 algemene functies van het zenuwstelsel:
- Regulatie van activiteiten van weefsels en organen -> organen en weefsels worden
geremd of gestimuleerd in hun activiteiten wanneer veranderingen in of buiten het
lichaam daartoe aanleiding geven.
- Coördinatie van activiteiten van weefsels en organen -> weefsels en organen
moeten in hun werking nauwkeurig op elkaar afgestemd worden. Het doel hiervan is
de optimale samenwerking tussen weefsels binnen een orgaan of tussen organen
onderling.
- Regulatie en coördinatie van vegetatieve functies -> 5 vegetatieve hoofdfuncties:
circulatie, spijsvertering, uitscheiding, ademhaling en begrenzing door de huid.
Regulatie en coördinatie van de vegetatieve functies gebeuren buiten de wil om.
- Coördinatie van contacten met de buitenwereld -> bewustwording van
omstandigheden in de buitenwereld en er eventueel op reageren zijn noodzakelijk
voor zelfbehoud.
- Coördinatie van de psychische functies -> spreekt misschien wel het meest tot de
verbeelding. Deze functie van het zenuwstelsel heeft te maken met het bewustzijn en
zelfbewustzijn.

Na bestudering van de lesstof weet je het onderscheid tussen het animale en het
vegetatieve zenuwstelsel:

Bij het vegetatieve zenuwstelsel worden de activiteiten van de 5 vegetatieve stelsels
nauwkeurig op elkaar afgestemd. Het vegetatieve zenuwstelsel bestaat uit twee delen die
een antagonistische werking hebben. Het sympathische zenuwstelsel en het
parasympatische zenuwstelsel.
Sympathische zenuwstelsel -> actief wanneer de mens uiterlijk actief is.
Parasympatische zenuwstelsel -> actief als de mens passief is.
Vegetatieve functies -> zijn dingen die zelf gebeuren zonder erover na te denken
Vrijwel alle organen zijn verbonden met beide zenuwstelsels die in hun werking nauwkeurig
op elkaar zijn afgestemd.

Na bestudering van de lesstof begrijp je de algemene werking van het zenuwstelsel:

De werking van het zenuwstelsel verloopt in een bepaald patroon dat uit drie functionele
fasen bestaat:
- Sensorische input: verandering – inwendig of uitwendig – zal door het lichaam
waargenomen moeten worden. Dit gebeurt door sensoren. Sensoren zijn
gespecialiseerde cellen, vaak verwant aan een zenuwcel, die gevoelig zijn voor
bepaalde veranderingen in zijn omgeving.
Prikkel -> impuls -> zenuwen -> centrale zenuwstelsel.

, - Verwerking: de verwerking van de sensorische input. Dit begint met het doorgeven
van de informatie naar een bepaalde plaats in de hersenen of het ruggenmerg. Daar
wordt de informatie ‘beoordeeld’ en vervolgens bepaalt het CZ (centrale
zenuwstelsel) of en hoe het lichaam er op gaat reageren.
- Motorische output: wanneer het lichaam wil reageren sturen de hersenen of het
ruggenmerg remmende of stimulerende impulsen naar de organen die de reactie
moeten uitvoeren. Deze organen noem je effectoren; het zijn altijd spieren of klieren
die reageren.

Na bestudering van de lesstof ken je de anatomische en fysiologische indeling van het
zenuwstelsel:

Anatomische indeling gaat uit van de bouw en de ligging van het CZ (centrale zenuwstelsel
en het PZS (perifere zenuwstelsel).
Het CZ is het deel van het zenuwstelsel dat binnen de benige omhulsels van schedel en
wervelkolom ligt. Het zijn de hersenen en het ruggenmerg.
Het PZS bevindt zich grotendeels buiten de schedel en de wervelkolom. Tot het PZS behoren:
de hersenzenuwen, de ruggenmergzenuwen, de grensstreng en de zenuwen van het
vegetatieve zenuwstelsel.
Fysiologische indeling is gebaseerd op de functie van het zenuwstelsel. Hieronder kun je drie
aspecten onderscheiden: integratie (het zenuwstelsel heeft tot taak het lichaam
geïntegreerd als één geheel, te laten functioneren). Hiërarchie (je kunt het zenuwstelsel
opvatten als de grote regelcentrale van het lichaam, hierin zijn verschillende bepaalde
niveaus te onderscheiden. Richting van het signaal (afferente = opstijgende = sensibele
banen komen vanuit de sensoren en gaan richting het CZ) (Efferent = afdalende = motorische
banen gaan vanuit het CZ naar de effectoren).

Na bestudering van de lesstof ken je de bouw en functie van de verschillende typen cellen
van het zenuwweefsel:

Aan zenuwweefsel kun je twee typen cellen onderscheiden: neuronen (zenuwcel) en
neuroglia (steuncel).

Een neuron heeft een relatief groot cellichaam met veel dunne cytoplasmatische cel
uitlopers, de zenuwvezels.
Er zijn twee types zenuwvezels:
- De axon, één − vaak lange − zenuwvezel die impulsen van het cellichaam af vervoert;
heeft een omhulling van myeline (myelineschede) die regelmatig onderbroken is
(insnoeringen van Ranvier). Uiteinde van de axon is vertakt en het uiterste puntje is
iets verbreedt; de rustpotentiaal over de celmembraan van het axon is negatief
geladen (-70mV)
- De dendrieten, meerdere − meestal korte en sterk vertakte − zenuwvezels die
impulsen naar het cellichaam toe vervoeren.
Drie soorten zenuwcellen zijn:
- Sensibele zenuwcellen -> vervoeren impulsen vanaf de sensoren naar het CZS
(afferent)
- Schakelcellen -> dragen impulsen over van de een naar de ander

, - Motorische zenuwcellen -> vervoeren impulsen vanaf het CZS naar de periferie
(efferent)

Neuroglia verzorgen, ondersteunen en beschermen het zenuwstelsel en bestaan uit vijf
gliacellen: astrocyten, oligodendrocyten, microgliocyten, epenymcellen en schwanncellen.




Na bestudering van de lesstof weet je hoe prikkels in impulsen worden omgezet:
Bij een prikkel veranderen de elektrische eigenschappen van de celmembraan kortdurend.
Bij alle cellen ontstaat er een meetbaar potentiaalverschil.

Na bestudering van de lesstof heb je inzicht in impulsopwekking en impulsgeleiding:
Impulsgeleiding is de verplaatsing van de actiepotentiaal over de celmembraan.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esmeerozendal. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.11. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50990 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$9.11  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added