Schade algogene stoffen:
- mastcellen: zijn gevuld met stofjes → alarmstofjes
• Histamine: zorgt voor vasodilatatie
• Bradamine: prikkelt de vrije zenuw uiteindes → pijn
• PGE: zorgt voor meer vasodilatatie
• Substance P: zorgt ervoor dat de vrije zenuw uiteindes nog steeds gevoelig
blijven
➔ Schade moet gerepareerd worden → beschadigd materiaal moet opgeruimd worden
Open wond:
- Vasodilatatie → endotheel cellen komen los te staan en krimpen → bloed kan naar
de open wond stromen → vocht stroomt ook mee naar de wond
- Cellen kunnen uit het bloedvat treden → granulocyten → bestrijden mogelijke
infecties en ruimen de beschadigde cellen op
➔ Hoe werkt granulocyte:
• Granulocyte omsluit de cel
• Laat enzymen los die de cellen afbreken
• Granulocyte sterft hierna af
- In het beschadigde weefsel zitten macrofagen → deze ruimen de grote kapotte
cellen op → door de alarmstofjes komen de macrofagen naar de beschadigde plek →
werkt hetzelfde als de granulocyte
- Open wond is gestold en dicht gemaakt → macrofaag scheidt interleukine af →dit is
een signaal dat de beschadigde plek is
opgeruimd → alarmstoffen nemen af
→ normale door bloeding →
, zuurstofrijk → fibroblasten kunnen aan het
werk
- Wond is gestolt → daarin ontstaat een netwerk
van collagene cellen met fibronectine
Hormomen:
- Macrofagen geven interleukine 1 af → zorgt
na een tijdje voor cortisol → cortisol remt de macrofagen
- Meer stress → minder activiteit van de macrofagen → minder
opruimwerkzaamheden
- Wordt gebouwd op beschadigd materiaal → herstel duurt langer
Bij de ontstekingsfase komen nog meer stofjes vrij:
- Basic fibroblast groei factor (bFGF)
- Epidermale groei factor (EGF)
Geven aan dat het beschadigde gebied is opgeruimd en dat ze klaar zijn om te
bouwen → hierdoor wordt de fibroblast aangetrokken
Profiliratie fase
Fibroblast productie:
→ maakt meerdere stoffen aan:
- Pro-collageen
- Fibrilline
- Elastine-molecullen
- Proteoglycanen
Na het opruimen van het beschadigde
gebied komt de fibroblast collageen
maken
➔ Procollageen (bestaat uit alfaketens) →
bouwsteen van de fibrillen → bestaat uit
3 eiwitkettens spiraalvormig in elkaar
gedraaid → zorgen voor treksterkte
fibroblast:
- De fibroblast moet naar het netwerk van de beschadigde plek → de fibroblast bevat
integrines (hierdoor kunnen ze op fibrillen lopen)→ het collageen bevat fibronectine
- Mobiliteit:
• De integrines kunnen de fibronectine vastpakken → hierdoor trekt de
fibroblast zich vooruit
• Doormiddel van lamellipodium kan de fibroblast de fibronectine vastpakken
• De microspike tast de omgeving af → voelt waar de fibronectine zit
• Hierdoor kan de lamellipodium naar voren komen → hechten met de
integrine aan het fibronectine
- Produceren:
• Als de integrine vastzit aan het fibronectine → kan de fibroblast zich
verplaatsen of voelen waar aan het collageen wordt getrokken
, • Komt trekkracht op integrine →
gaat door een stressgolf door
naar de celkern → de stressgolf
wordt heen en weer bewogen
• Fibroblast vervormd → wordt
geactiveerd om te gaan
produceren (collageen type 3)
• Meerdere fibroblasten komen bij elkaar → hechten aan elkaar door
cytoskeleten → kunnen hierdoor informatie met elkaar uitwisselen →
vervorming van de fibroblast kan zo worden doorgegeven aan andere
fibroblasten → mechanotransductie
- Groeien:
• Stimulus (beweging van collageen) naar de
fibroblast → fibroblast kan groeien
• Fibroblast kan meer produceren
• Stimulus weg → fibroblast gaat weer naar
oorspronkelijke vorm
• Fibroblast gaat minder produceren
Herstel kost ATP → om de fibroblast te laten
groeien
- Vorm fibroblast:
• In de wond kan de fibroblast veranderen
van vorm:
▪ Proto-myofibroblast
▪ Myofibroblast: kan aanspannen en
samentrekken → kan weefsel naar
zich toe trekken → wond wordt
kleiner
• Fibroblast zet zich door trekkrachten om
in proto-myofibroblasten
• door TGF-beta ontstaan myofibroblasten
(sterft naar 28 dagen)
- Opruimwerkzaamheden:
• MMP: enzym → breekt overtollig collageen af
Kan soms fout gaan:
• Granulatieweefsel met vascularisatie:
▪ Myofibroblasten zijn niet dood gegaan → myofibroblast is
gecontraheerd → trekt weefsel bij elkaar → verkorte positie →
ontstaan verklevingen → langere revalidatie
Revalidatie:
- Te snel of te hard begonnen met trekkrachten → kan een pathologie door ontstaan
→ collageen type 3 kan snel kapotgetrokken worden → nog niet treksterk
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophievangrimbergen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.94. You're not tied to anything after your purchase.