Kenmerken empirisch-analytische benadering
Empirisch/systematisch: gebaseerd op waarneembare feiten, verzameld in onderzoek dat
herhaalbaar en controleerbaar is.
Theoretisch/cumulatief: theorievorming en hypothese toetsing via respectievelijk inductie en
deductie om kennishiaten op te vullen.
Nomothetisch: gericht op verklaringen die algemeen geldend zijn door het (kwalitatief) meten van
een beperkt aantal variabelen bij veel onderzoekseenheden.
Waardevrij: geen plaats voor normatieve opvattingen als goed of slecht als onderzoeksuitkomst.
Kenmerken empirisch-interpretatieve benadering
Empirisch/systematisch: gebaseerd op waarneembare feiten, verzameld in onderzoek dat
herhaalbaar en controleerbaar is.
Theoretisch/cumulatief: theorievorming en hypothese toetsing via respectievelijk inductie en
deductie om maatschappelijke verschijnselen te begrijpen.
Idiografisch: gericht op begrip van unieke onderzoekseenheden welke worden gemeten met
verschillende (kwalitatieve) methoden van dataverzameling.
Subjectiviteit: ervaringen en attitudes van de onderzoeker beïnvloeden de dataverzameling en
interpretatie van die data.
Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit
Uitgangspunt
Wetenschappelijk onderzoek ontleent zijn status ... aan het feit dat het gaat om een normatief
gereguleerd proces, waarbij die normativiteit deels methodologisch en deels ethisch van aard is en
gearticuleerd kan worden in een aantal leidende principes: eerlijkheid, zorgvuldigheid, transparantie,
onafhankelijkheid, verantwoordelijkheid. Wanneer deze principes niet leidend zijn, bedreigt dit zowel
de kwaliteit als de betrouwbaarheid van de wetenschap (p. 7).
Studenten
Wetenschappelijk onderzoek van studenten valt daarmee binnen de normatieve kaders van deze
code. Maar zolang dat onderzoek slechts binnen een educatieve context wordt verricht en niet
resulteert in publicaties anders dan een openbaar gemaakte scriptie, kan niet-naleven van de
normen uit deze code niet leiden tot een klachtprocedure ... (p. 11).
Vijf principes m.b.t. wetenschappelijke integriteit:
1. Eerlijkheid dat men over het onderzoeksproces correct rapporteert, dat men data of bronnen
niet verzint of vervalst.
2. Zorgvuldigheid dat men wetenschappelijke methoden gebruikt en optimale precisie betracht
bij het ontwerp, de uitvoering van het onderzoek.
3. Transparantie dat het voor anderen helder is op welke data men zich heeft gebaseerd, hoe
deze zijn verkregen en dat stappen in het onderzoeksproces controleerbaar moeten zijn.
,4. Onafhankelijkheid dat men zich in de keuze van de methode, bij de beoordeling van de data ...
niet laat leiden door buiten-wetenschappelijke overwegingen.
5. Verantwoordelijkheid dat men rekening houdt met de legitieme belangen van personen en
dieren. Verantwoordelijkheid houdt ook in dat men onderzoek doet dat wetenschappelijk en/of
maatschappelijk relevant is.
Onderzoekstypen:
Fundamenteel Verzamelen van kennis, gericht op ontwikkeling en toetsing van theorie als
oplossing van kennisproblemen. Wetenschappelijke normen (empirisch, theoretisch,
systematisch, cumulatief)
Praktijkgericht wetenschappelijk Verzamelen van kennis, gericht op helpen oplossen van
praktijkproblemen. Wetenschappelijke normen en praktijknormen (bv. haalbaarheid oplossing)
Praktijkgericht niet-wetenschappelijk Niet uitgevoerd conform wetenschappelijke criteria
(niet systematisch)
Praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek Regulatieve cyclus: wordt gebruikt om
beslismomenten vast te leggen.
1. Praktijkprobleem analyse praktijkprobleem in samenwerking met opdrachtgever (onderzoek)
2. Diagnose onderzoek naar mogelijke oorzaken.
3. Planvorming inventariseren van realiseerbare oplossingen (geen taak van de onderzoeker)
4. Plan- en besluitvorming keuze specifieke oplossing (geen taak van de onderzoeker).
Onderzoek naar haalbaarheid (pilot)
5. Ingreep of interventie onderzoek naar juiste uitvoering.
6. Verandering onderzoek naar effect op praktijkprobleem.
Weblecture 2: 6 jan
Onderzoeksplan: een systematisch geheel van allerlei beslissingen die je moet nemen om te kunnen
komen tot data die valide en betrouwbaar is.
In praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek is de inventarisatie van oplossingen en de keuze voor
implementatie geen taak van de wetenschapper, maar van beleidsmakers. Wat wij leveren als
wetenschappelijk onderzoeker zal nooit beleid zijn, maar kennis. Onderzoekers kunnen wel kennis
aanleveren om een praktisch probleem op te lossen, maar beleidsmakers moeten het probleem op
lossen.
, Het onderzoeksplan
Voorbereiding op het onderzoeksplan:
Literatuuronderzoek (peer reviewed)
Wat is er bekend over het probleem?
Welke kennis ontbreekt er?
Probleemschets
Oriëntatie praktijkprobleem (wat is het probleem? Waarom? Voor wie?)
Welke nieuwe kennis zal jouw onderzoek opleveren?
Er zijn 10 onderdelen:
Probleemstelling (waarom en wat)
1. Doelstelling
2. Vraagstelling
3. Theoretisch raamwerk
Onderzoeksontwerp
4. Onderzoeksopzet (design)
5. Wat voor data? Dataverzamelingsplan (operationaliseren)
6. Bij wie of wat? Steekproefplan
7. Wanneer (tijdstip)?
8. Waar (plaats)?
9. Welke data-analyse? Data-analyseplan
10. Hoe te rapporteren?
Doelstelling (waarom)
1. Handelingsdoel (mee oplossen van een praktijkprobleem door kennis te geven)
2. Kennisdoel (beantwoorden van een wetenschappelijke vraag)
Vraagstelling (wat)
Begripsdefiniëring (omschrijving) van belang voor de lezers anders snappen ze het niet. Ook
van belang om in een heel vroeg stadium al te kunnen identificeren welke begrippen je wil gaan
meten en die je wil vertalen (operationaliseren).
Overkoepelende of centrale vraag en deel-of subvragen uiteindelijk zijn het de deelvragen die
je gaat onderzoeken en die geven weer antwoord op de hoofdvraag.
Hypothesen (sterk gerelateerd aan onderzoeksvragen) aannames over de realiteit.
Centrale onderzoeksvraag (COV) en centrale onderzoeksvragen (SOV).
Met deze centrale vraag kan je tot SOV komen. Je noemt dan concretere redenen en dat worden je
deelvragen.
Theoretisch raamwerk (conceptueel model) Hoe kom je tot subvragen?
Vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid waarvoor de onderzoeker belangstelling heeft
Weergave op basis van (te meten) begrippen uit de vraagstelling.
Weergave van verbanden tussen begrippen.
Verbanden tussen begrippen X en Y.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roos2512. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.