100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
Previously searched by you
Persoonlijke analyse - Artikel Glaum et al. - Compliance with IFRS 3- and IAS 36-required disclosures across 17 European countries: company- and country-level determinants$3.80
Add to cart
Persoonlijke analyse - Artikel Glaum et al. - Compliance with IFRS 3- and IAS 36-required disclosures across 17 European countries: company- and country-level determinants
- Persoonlijke analyse
- Titel: Compliance with IFRS 3- and IAS 36-required disclosures across 17 European countries: company- and country-level determinants
- Onderzoekers: Glaum, Schmidt, Street en Vogel
Nyenrode Business Universiteit (Nyenrode)
Accountancy
ARIA
All documents for this subject (60)
1
review
By: walidd98 • 1 month ago
Seller
Follow
Nyenrode23
Reviews received
Content preview
Compliance with IFRS 3- and IAS 36-required disclosures across 17 European countries: company- and
country-level determinants
Glaum, Schmidt, Street en Vogel (2013)
1. HET (MANAGEMENT) PROBLEEM
1.1 HET PROBLEEM (LEES: PAGINA 164)
Wegens globalisering van de kapitaalmarkt stijgt de vraag (van investeerders, analisten, regelgevers) naar een
transparante jaarrekening. Wereldwijd worden in zo’n 120 landen de standaarden van IFRS verplicht gesteld.
Toch wordt IFRS niet consistent toegepast binnen verschillende Europese landen (waar IFRS verplicht is gesteld).
Het gaat hierbij met name om de toelichtingsvereisten volgens IFRS 3 (business combinations) en IAS 36
(impariment on assets).
Wanneer ondernemingen niet aan de toelichtingsvereisten voldoen kan dit (ernstige) gevolgen hebben voor de
gebruiker van de jaarrekening (bij het doen van beslissingen). Dit schaadt de financiële verslaggeving.
1.2 RELEVANTIE VAN HET ONDERZOEK (LEES: PAGINA 165-166)
Het onderzoek levert op een systematische wijze empirisch bewijs ten aanzien van het naleven (compliance) van
verplichte openbaarmaningen.
Eerdere studies hebben ook aangetoond dat landen die internationaal erkende standaarden implementeerden
niet volledig aan de openbaarmakingsvereisten voldeden.
▪ Deze studies gebruikten data van ondernemingen die op vrijwillige basis internationaal standaarden
implementeerden. Deze geïmplementeerde standaarden zijn inmiddels veel verder doorontwikkeld op
de dag van vandaag.
▪ Daarnaast gebruikten deze studies vaak samples van zeer heterogene regio’s.
Het onderzoek onderscheidt zich van eerder onderzoeken, omdat in dit onderzoek alleen gebruik wordt
gemaakt van jaarrekeningen van 2005 (357 invloedrijke bedrijven op de aandelenmarkt/beurs) van 17 Europese
landen. Dit betreffen landen waarbij de IFRS standaarden verplicht zijn. Behalve voor Zwitserland, hierbij is IFRS
verplicht gesteld voor geconsolideerde bedrijven.
Daarnaast stelt dit onderzoek een uitgebreider en inzichtelijker model op waarbij de link wordt gelegd tussen
naleving (comliance) en bedrijfs- & landspecifieke factoren (determinanten).
2. VANUIT WELK PERSPECTIEF WORDT HET (MANAGEMENT) PROBLEEM ONDERZOCHT?
Het perspectief wordt beschreven in de introductie (pagina 164). Hier worden twee perspectieven beschreven.
Vanuit het oogpunt van de investeerder wordt verlangt naar een transparante jaarrekening, omdat dit het
schattingsrisico verlaagt. De investeerder is hierdoor beter in staat om tot een juiste beslissing te komen.
Daarnaast wordt het perspectief van ondernemingen erbij gehaald. De voordelen die beleggers/investeerders
hebben van een transparante jaarrekening kunnen ervoor zorgen dat uiteindelijk de kapitaalkosten zullen dalen.
Kortom: het perspectief is de kapitaalmarkt.
3. DE ONDERZOEKSVRAAG
3.1 HET ONDERZOEKSDOEL (LEES: PAGINA 167)
Het verkrijgen van kennis en inzicht in de mate waarin land- en bedrijfsspecifieke factoren invloed hebben op
de naleving van toelichtingsvereisten (op grond van IFRS 3 en IAS 36).
1|P a g i n a
, 3.2 HYPOTHESES (LEES: PAGINA 171)
Binnen dit onderzoek zijn geen hypotheses opgesteld. Dit is te verklaren omdat er sprake is van een verkennend
onderzoek (lees: pagina 171 onder paragraaf 4.1). Bij dit soort onderzoeken worden vooral ideeën opgedaan.
Onderzoekers zijn in dit onderzoek opzoek in hoeverre land- en bedrijfsspecifieke factoren invloed hebben op de
naleving van toelichtingsvereisten.
3.3 DEELVRAGEN
Om het onderzoek te kunnen voeren zijn de volgende relaties gelegd in het onderzoek:
1. In welke mate is bestaat er een relatie tussen de determinanten (land- en bedrijfsspecifieke factoren)
en de naleving van toelichtingsvereisten?
2. Waarom bestaat er een relatie tussen de determinanten (land- en bedrijfsspecifieke factoren) en het
naleven ven toelichtingsvereisten?
3. Is er een moderend effect aanwezig tussen de determinanten (land- en bedrijfsspecifieke factoren) met
betrekking tot het naleven van toelichtingsvereisten?
4. HET CONCEPTUEEL MODEL
Er is sprake van een verkennend (exploratief) onderzoek. Op basis van voorgaand onderzoek en algemeen
geaccepteerde theorieën en logisch redeneren is het conceptueel model opgesteld.
5.1 DE THEORIE
De onderzoekers geven in hoofdstuk 3 van het artikel een literatuurreview. Het onderzoek richt zich dus op de
invloed van de determinanten (land- en bedrijfsspecifieke factoren) op de naleving van (IFRS 3 en IAS 36). Op dit
gebied is nog weinig onderzoek verricht. Theoretische raamwerken omtrent ‘accounting’ zijn vaak te algemeen.
Niet-naleving
Met niet-naleving (non-compliance) doelen de onderzoekers op bedrijven die onvolledig zijn met het uitbrengen
van informatie in de jaarrekening, terwijl dit wel zou moeten volgens de standaarden. Oorzaken kunnen zijn:
▪ Per ongeluk (dus niet bewust);
▪ Verkeerde interpretatie van de toelichtingsvereisten in de standaarden; of
▪ Bewust en opzettelijk (willens en wetens).
Disclosure studies
Vanuit het theoretische perspectief kan vanuit de jaarrekening de corporate governance worden herleidt. De
jaarrekening kan namelijk worden gebruikt om de informatie asymmetrie tussen het management en de
investeerder te verkleinen. Een transparante jaarrekening zorgt ervoor dat de investeerder minder
schattingsrisico loopt en stelt participanten van de kapitaalmarkt in staat om managementbeslissingen beter te
evalueren. Met als gevolg dat de (liquiditeit van) aandelen zullen stijgen en de kapitaalkosten van
ondernemingen doet dalen.
2|P a g i n a
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Nyenrode23. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.