We hebben grenzen gecreëerd als mensen, over landmassa’s heen en over zeeën. Door COVID-19 is duidelijk
geworden dat die van significante betekenis kunnen zijn omdat het reizen naar andere landen moeilijker werd
en dus ook het overgaan van grenzen.
Grenzen geven echter aan welk deel van de landmassa’s op aarde en welk deel van de zee op aarde behoort
tot een bepaalde staat.
We hebben door grenzen staten en het idee is dat elk mens op de wereld tot een van die staten behoort.
Migratierecht?
• Gaat over grenzen en het overschrijden daarvan
➔ We hebben besloten om land op te delen in staten en die kennen elk hun eigen grenzen. Het
migratierecht gaat dan ook over wie wel of niet tot een staat behoort. Afhankelijk van tot welke staat
je behoort en waar je je bevindt kun je aanspraak maken op bepaalde rechten en voorzieningen. Je
kunt je ook verplaatsen en naar een andere staat gaan
➔ Daar tegenover staat dat staten in beginsel soeverein zijn. Ook in hun beslissingen omtrent toelating,
verblijf en vertrek. Zij bepalen dus wie binnen de staatsgrenzen mogen verblijven en voor hoe lang.
➔ Voor nu relevant: welke grenzen stelt het recht aan de soevereiniteit van staten om te beslissen over
toelating, verblijf en uitzetting van vreemdelingen. Welke rechten en plichten hebben vreemdelingen
dan? We zien dat de soevereiniteit van staten om zelf regelgeving op nationaal niveau te maken
omtrent migratie in toenemende mate wordt beperkt door internationale en Europese
verplichtingen.
• Heeft betrekking op toegang, verblijf en vertrek
• Gaat doorgaans over mensen die niet de Nederlandse nationaliteit bezitten: vreemdelingen
• Gaat over o.a. vluchtelingen, maar ook expats, evenals gezinshereniging en slachtoffers van mensenhandel,
maar ook recht en beleid
➔ Ook Nederlanders kunnen te maken krijgen met het migratierecht, bijv. wanneer zij hun niet-
Nederlandse partner willen laten overkomen.
• Gaat over het belang (en het recht) van de individuele migrant om te worden toegelaten en een
verblijfsvergunning te krijgen en het belang van de staat om hem die te weigeren
➔ Hiertussen is er een spanning.
➔ Het is in eerste instantie aan het bestuur en uiteindelijk aan rechters om te oordelen hoe het
individuele belang en recht zich verhouden tot het belang van de staat en tot welke beslissing dat dan
moet lijden in een concreet geval.
➔ Wanneer een migrant een verblijfsrecht krijgt, kan dat verblijfsrecht meer of minder sterk zijn. De
rechten die een vreemdeling heeft hangen vaak af van de aard van het verblijfsrecht en de duur van
het verblijf. Meestal worden de rechten sterker naar mate de migrant meer geworteld is in NL en hier
langer verblijft.
➔ Ook personen die niet rechtmatig in NL verblijven hebben recht op minimale opvangvoorzieningen,
gezondheidszorg en onderwijs voor kinderen. Overigens kan zelfs een vreemdeling met langdurig
, verblijf dit onder bepaalde omstandigheden verliezen. Op een bepaald moment is echter in veel
gevallen bij langdurig verblijf wel naturalisatie mogelijk waardoor men dus Nederlander wordt en alle
bij het Nederlanderschap behorende rechten kan genieten. Dat omvat het recht op toegang tot het
Nederlandse grondgebied.
• Op grens van recht en politiek
➔ Het migratierecht is een onderwerp dat zich op de grens tussen recht en politiek bevindt. Het gaat
niet alleen over het staatsbelang tegenover een persoonlijk belang, maar vaak ook over anonieme
macht of staatsmacht tegenover persoonlijke, concrete en soms zeer schrijnende voorbeelden.
➔ Anderzijds zien we in debatten en vragen waarvoor het migratierecht staat ook vraagstukken omtrent
nationalisme, universalisme, identiteit en globalisering terugkomen. Wanneer zich uitzonderlijke
situaties voordoen, zoals ten tijde van de Europese vluchtelingencrisis vanaf 2013, dan zijn er
politieke middelen nodig om hiermee om te gaan. Het migratierecht is dan ook een rechtsgebied dat
constant in ontwikkeling is en veranderingen volgen elkaar snel op. Dat heeft te maken met politieke
beslissingen op nationaal niveau, maar ook met internationale ontwikkelingen en regelgeving.
Nederlands migratiebeleid
• Algemene doelstelling: “Een op maatschappelijk verantwoorde wijze en in overeenstemming met
internationale verplichtingen gereglementeerde en beheerste toelating tot, verblijf in en vertrek uit Nederland
van vreemdelingen, alsmede verkrijging van het Nederlanderschap of de intrekking daarvan.” - Art. 37
Begroting Ministerie van Justitie en Veiligheid 2020
• Wettelijke vertaling: Geen recht op toegang, tenzij! Een aanvraag tot het verlenen van een
verblijfsvergunning wordt slechts ingewilligd indien: a. internationale verplichtingen daartoe nopen; b. met de
aanwezigheid van de vreemdeling een wezenlijk Nederlands belang is gediend, of c. klemmende redenen van
humanitaire aard daartoe nopen. - Art. 13 Vreemdelingenwet 2000
Historische ontwikkeling beleid
Bovenstaand beleid is niet altijd zo geweest, dat heeft te maken met historische ontwikkelingen.
• 1800-1965: algemene toegankelijkheid, tenzij
➔ In deze periode kende we in NL een beleid van algemene toegankelijkheid, tenzij. Dat bleek uit de
staatsregeling 1798, de grondwet van de Bataafse Republiek. Die vermelde namelijk in art. 50 dat
iedereen welkom is om van de vrijheid vreedzaam te genieten, tenzij.
• Vanaf 1965: meer restrictief toelatingsbeleid i.v.m. ontwikkeling verzorgingsstaat en dekolonisatie
➔ Door ontwikkeling van de verzorgingsstaat werden er namelijk allerlei voorzieningen, sociale
voorzieningen, in het leven geroepen en daar kon je alleen onder bepaalde omstandigheden en
wanneer je voldeed aan bepaalde voorwaarden aanspraak op maken. Vandaar waren die sociale
voorzieningen misschien ook wel een belangrijke reden voor migranten om te denken dat het goed
geregeld is in NL en dat het een veilige plek is.
➔ Dekolonisatie: NL en ook andere Europese landen raakten in die tijd hun kolonie kwijt. Maar niet
iedereen uit die koloniën kon naar NL komen. Daar ging mee samen dat er een meer restrictief
toelatingsbeleid kwam.
• Restrictief beleid na 1990 actueel: val Berlijnse muur, destabilisatie landen i.v.m. verdwijnen van oude orde,
bevolkingsstromen uit vooral Afrika, Klein-Azië en Oost-Europa komen op gang
, ➔ Dat restrictief beleid wordt na 1990 actueler door de val van de Berlijnse muur en de destabilisatie
van landen in verband met de verdwijnen van de oude orde, Sovjet-Unie. Je ziet dat vanuit West-
Europa bevolkingsstromen op gang komen, maar ook dat er bevolkingsstromen komen vanuit bijv.
Afrika en klein-Azië.
• Verdere aanscherping restrictief beleid sinds 11 september 2001
➔ Dit was na de aanslagen op de Twin-towers. Je ziet dat veel landen, waaronder NL zich ook verder
willen beschermen tegen aanvallen van buitenaf en in het bijzonder tegen terrorisme.
Immigratiestromen na WO II
Na de tweede wereldoorlog zien we elke keer verschillende stromen van migranten naar NL ontstaan. Dat die
stromen op gang kwamen hebben alles te maken met bovenstaande historische ontwikkelingen.
• Jaren ‘50-’62: personen uit Nederlands-Indië en Nieuw-Guinea
➔ Dit zijn de oude koloniën van NL.
• Jaren ‘60-’75: ’gastarbeiders’
• Jaren ‘70-’80: gezinsmigratie ’gastarbeiders’ en Surinamers
➔ In deze tijd zijn die gastarbeiders er al een tijdje en die willen graag migranten laten overkomen. Je
ziet dan gezinsmigratie en ook Surinamers die naar NL komen.
• Vanaf 1989: asielzoekers (o.a. Joegoslaven, Irakezen, Somaliërs, Iraniërs, Ghanezen, Afghanen, Vietnamezen,
Chinezen, inwoners Sovjet-Unie)
• Jaren ‘90: Antillianen
• Vanaf 2014: Eritreeërs en Syriërs
Redenen om te migreren
Historische en maatschappelijke ontwikkelingen kunnen verklaren waarom in algemene zin migratiestromen
ontstaan. Het zijn verder vooral push en pull factoren die een individu bewegen om zijn of haar land en huis in
haard achter te laten om al dan niet tijdelijk naar een ander land te vertrekken. Dit zijn factoren of
omstandigheden in een gebied die personen kunnen afstoten of hun juist kunnen aantrekken.
➔ Het kan hierdoor moeilijk zijn om een leven op te bouwen omdat het gebied bijv. steeds overstroomt
of omdat het gebied heel droog is en er geen voedsel groeit.
, Pullfactoren:
• Economische kansen, sociale mobiliteit
• Veiligheid, rechtvaardigheid en vrijheid (democratie/godsdienst)
➔ Ook sociale voorzieningen (bijv. opkomst verzorgingsstaat).
• Familie-, vriendschaps-, etnische banden Redenen om te migreren
➔ Als er mensen zijn die je kent of als er mensen zijn die tot dezelfde etnische of religieuze groep
behoren als jou en al in een bepaald gebied wonen, dan kan dat jou meer aantrekken.
Begunstigden
Wie is vreemdeling? Juridische dimensie
• Artikel 2 Grondwet:
1. De wet regelt wie Nederlander is.
2. De wet regelt de toelating en de uitzetting van vreemdelingen. (…)
➔ De Inhoudelijke juridische betekenis van art. 2 GW is beperkt. Dit artikel heeft wel relevantie
doordat het onderscheid tussen Nederlanders en niet-Nederlanders wordt benadrukt. Na art. 1
dat opdraagt dat gelijke gevallen gelijk moeten worden behandeld en dat discriminatie verbiedt
maakt art. 2 GW immers duidelijk dat dit niet betekent dat er tussen personen geen belangrijke
verschillen zijn die onderscheid in behandeling kunnen rechtvaardigen.
➔ Een van de voornaamste gronden van verschil dat onderscheid kan rechtvaardigen is gelegen in
het nationaliteitscriterium. Nederlanders (Art. 2 lid 1 GW) hebben een streepje voor, zo blijkt
impliciet uit art. 2 lid 2 GW. Zo geldt de grondwettelijke benoembaarheidseis uit art. 3 GW slechts
voor Nederlanders. Ook het kiesrecht, het daargelaten het bij wet toegekende kiesrecht voor de
gemeenteraad, is slechts van toepassing op Nederlanders. Hetzelfde geldt voor de
grondwettelijke garanties m.b.t de vrije arbeidskeuze en het recht op bijstand, art. 19 lid 3 GW en
art. 20 lid 3 GW.
➔ Art. 2 GW refereert aan een wet die regelt wie Nederlander is en een wet die de toelating en
uitzetting van vreemdelingen regelt. Die laatste is in belangrijke mate de vreemdelingenwet die
ook een definitie van vreemdeling geeft in art. 1.
• Artikel 1 Vreemdelingenwet 2000: vreemdeling: ieder die de Nederlandse nationaliteit niet bezit en niet op
grond van een wettelijke bepaling als Nederlander moet worden behandeld.
➔ Bij ‘’die niet op grond… behandeld’’ moet je bijv. denken aan de wet betreffende de positie van
Molukkers in art 1.. Daar wordt gezegd dat Molukkers worden behandeld als Nederlanders. Zij zijn
dus eigenlijk gelijk gesteld in de wet met Nederlanders. Zij zijn dus ook geen vreemdeling.
➔ Of je vreemdeling bent hangt dus al dan niet samen met het bezitten van de nationaliteit.
Nationaliteit?
• Juridische band tussen individu (burger) en staat
• (De band) resulteert in rechten en plichten voor de burger
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hl22. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.14. You're not tied to anything after your purchase.