Alle concepten die gekend dienen te zijn komen aan bod in deze samenvatting. De cursus is niet zo groot, maar dankzij deze samenvatting, heb je het hele deel in maximum 2 uur geleerd.
,Inleiding
Communicatie = fundamentele eigenschap van organismen: bepalend voor hun ontwikkeling
en functie
Zelfs bij eencellige organismen!!
Multicel: juiste ontwikkeling en werking op elkaar afstemmen
Cruciaal: liganden en hun receptor
Activering signaaltransductoren: cytosolische en nucleaire effecten
Essentiële functies cel: groei, proliferatie, differentiatie, apoptose of behoud van een
gecontroleerde rusttoestand
Hoofdstuk 1: Algemeen overzicht van signaaloverdracht
1.1 Types van cel-cel communicatie
Bij dieren: 2 types communicatie
1.1.1 Via gespecialiseerde, directe verbindingen tussen cellen
Gap = op bepaalde plaatsen bevinden membranen van 2 aaneenpalende cellen zich
op vaste afstand van elkaar
Gap-junctions: opgebouwd uit vele kanaaltjes in de plasmamembranen van de cellen
Verbinding cytoplasma’s
Bestaan uit connexonen; opgebouwd uit integrale membraaneiwitten connexines
Snelle uitwisseling kleine moleculen: Ca2+ en cAMP: functionele en metabole
koppeling
Celgroepen kunnen synchroon en snel reageren op een stimulus
1.1.2 Via extracellulaire signaalmoleculen
Gesynthetiseerd en gesecreteerd door signaliserende cel
Herkend door specifieke membraanreceptoren op doelwitcellen
Zeer variabel
Type respons bepaald door signaaltransductoren (intracellulaire componenten)
Signaaltransductoren beïnvloeden doelwit-eitwitten
Gewijzigde functies in het cytosol of in de nucleus door controle op gereguleerde
genexpressie via de werking van o.a. tf
2
,1.2 Endocrien/Paracrien/Synaptisch/Autocrien/Direct
Indeling communicatie op basis van afstand waarover het signaal opereert
Endocrien Hormonen; meestal geproduceerd door
gespecialiseerde cellen in endocriene organen;
transport naar verre doelwitcellen via bloedbaan
Paracrien Signalisatie naar cellen in omgeving; snelle opname,
afbraak of immobilisatie
Vb.: synaptische communicatie: neurotransmitters
gescreteerd in synaptische spleet: elektrische
impulsen tussen zenuwcellen -> snel en gericht 1.3
Autocrien Vaak in weefselkweek: vb. groeifactoren
Aberrante autocriene stimulatie: bijdragen tot
celtransformatie
Direct Signaalmolecule blijft membraangebonden;
heamatopoiese: groeistimulatie; ontwikkeling
organisme
Bindings-en effector-specificiteit
Bindings-specificiteit tussen receptor en ligand
MAAR: sommige liganden hebben meerdere verschillende
receptoren
Sommige receptoren binden verschillende liganden of hebben verschillende
subeenheden die gemeenschappelijk gebruikt worden
Interactie leidt tot bepaalde respons in receptor-dragende cellen
Effector specificiteit: bepaald door type receptor en cel-specifieke intracellulaire
signaalmoleculen
Redunantie = meerdere, verschillende ligand/receptor interacties op eenzelfde cel
leiden tot dezelfde cellulaire respons
Gebruik zelfde signaaltransductoren in deze cellen
Pleiotropie = eenzelfde ligand-receptor interactie op verschillende cellen leidt tot
verschillende responsen
Redunantie + pleiotropie: optimale reactie op een signaal en hoge flexibiliteit
Cellulair gedrag meestal onder controle van meerdere signalen tegelijk
3
, Liganden: enige functie = binding en activatie receptoren
Worden na internalisatie niet afgebroken tot functionele metabolieten en
hebben geen enzymatische activiteit
Ligand-afbraak: daagt bij tot beëindiging signalisatieproces
1.4 Algemene eigenschappen van ligand/receptor systemen
1.4.1 Classificatie van liganden
Opdeling op basis van oplosbaarheid en receptor-localisatie
Lipofiele hormonen met intracellulaire Kleine kunnen vrij door plasmamembraan &
receptoren nucleair membraan diffunderen &
interageren met receptoren
= ligandreceptor-complexen
Kunnen biden op transcriptie-
controle CIS-elementen
Zo transcriptiepatronen reguleren
Vb.: steroïden, thyroxine en tetinoïne-zuur
Lipofiele hormonen met celmembraan- Vb.: prostaglandines: behoren tot 20-C
gebonden receptoren eicosanoïd hormonen: afgeleid van
arachidonzuur (onverzadigd; komt voor in
plasmamembraan)
16 verschillende prostaglandines: variabele
functie: betrokken bij aggregatie
bloedplaatjes & adhesie aan
bloedvaatwanden of zijn pro-inflammatoir
Aspirine: inhibeert prostaglandine-
synthese
Kunnen niet diffunderen door
plasmamembraan
Binden specifieke membraan-gebonden
receptoren
Wateroplosbare hormonen met Omvat kleine, geladen molecules
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ElisabethGeneeskunde. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.08. You're not tied to anything after your purchase.