Goederen- En Bijzondere Overeenkomstenrecht (C02B7A)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Book
Vermogensrecht in kort bestek
Enkel deze sv. geleerd en 13/20 in eerste zit! Aangevuld met lesnotities + ppt! Beknopte samenvatting van het handboek GBO "Vermogensrecht in kort bestek", geschreven en gedoceerd door prof. V. Sagaert en B. Tilleman, uit de tweede bachelor Rechten.
In deze samenvatting geen ellenlange zinnen, maa...
CONSEQUENTIES VAN HET ONDERSCHEID
Persoonlijke rechten Zakelijke rechten
Verjaring Na 10 jaar Na 30 jaar
Bevoegde Rechter van woonplaats van Rechter van plaats waar goed gelegen
rechter verweerder is
Publiciteit Moeten niet w bekendgemaakt Moeten w bekendgemaakt
(hierdoor in mindere mate • SV op naam: kennisgeving aan SA
tegenwerpelijk) • Roerend ZR: d.m.v. bezit
• Onroerend ZR: hypothecaire
overschrijving
De klassieke leer: een scherpe tweedeling
• O.b.v. objectief criterium
o ZR: verlenen rechtstreeks heerschappij over goed è subjectóobject
o PR: geven SE aanspraak op bepaalde gedraging vanwege SA è subjectósubject
• Kritiek: geen goede tweedeling
o Bv. ontlener verkrijgt persoonlijke recht op een goed (= object)
De leer van het personalisme
• Personalisme = een rechtsverhouding kan enkel bestaan tussen rechtssubjecten
• Zowel ZR als PR verbintenisrechtelijke band, maar verschillende draagwijdte
o PR: verbintenis ten laste van één bepaalde persoon (SA) è “relatief recht”
o ZR: universele passieve verbintenis (nl. geen afbreuk doen aan ZR) è “absoluut
recht”
• Kritiek: interne en externe kenmerken ten onrechte met elkaar verweven
o Bv. derden moeten ook rekening houden met PR waar ze kennis van hebben
(anders: derde-medeplichtigheid aan andermans contractbreuk)
De leer van het neoplatonisme: onderscheid tussen eigendom en beperkte vermogensrechten
• Eigendomsrecht als hoogste recht
• ZR: kwalitatieve verbintenis ó PR: persoonlijke verbintenis
De keuze van de wetgever: ‘numerus clausus-beginsel’ als formeel afbakeningsmechanisme
• Het numerus clausus-beginsel bij zakelijke rechten – art. 3.3 BW
o Extern: vermogensrechten zijn ZR voor zover de wet dit erkent
2
, o Intern: partijen kunnen geen ‘onbenoemde’ ZR tot stand brengen è houden aan
wezenskenmerken van de betrokken ZR
• Wilsautonomie bij persoonlijke rechten
o Vrij inhoud bepalen zolang men niet ingaat tegen OR, goede zeden of dwingend
recht
• Gesloten stelsel versus open stelsel
o Verbintenissenrecht: open stelsel è sui generis-contracten mogelijk
3
,Hoofdstuk 2 – Bijzondere kenmerken van zakelijke rechten
Bescherming tegen insolvabiliteit (accessoire zakelijke rechten)
• Anterioriteitsbeginsel: oud ZR > nieuwer ZR
o Persoonlijke SE’s: wel op gelijke voet behandeld, dus pas uitbetaling na ZSE’s
• ZR blijven buiten de boedel (dus eig geen echt ‘voorrangsrecht’)
Volgrecht – art. 3.4, lid 2 BW
• ZR volgrecht: tegenwerpelijk aan derde-verkrijgers
• PR géén volgrecht!
o Uitzonderingen: bv. voor huurder, op voorwaarde dat huurOK vaste dagtekening
heeft (‘huur breekt koop’, art. 1743 Oud BW)
Het voorwerp van zakelijke rechten: specialiteit, eenheid en zakelijke subrogatie
• Specialiteitsbeginsel – art. 3.8, § 1 BW
o ZR heeft nooit betrekking op abstracte zaken; bv. niet op een “geldsom”
o Nuancering in art. 3.12 BW: bij vermenging van soortgoederen heeft men ZR op
zijn ‘aandeel’ (in mede-eigendom)
• Eenheidsbeginsel – art. 3.8, § 2 BW
o ZR mag geen afbreuk doen aan inherente bestanddelen van een
vermogensbestanddeel
o Inherent bestanddeel = fysiek of functioneel
• Zakelijke subrogatie – art. 3.10 BW
o ZR strekt zich uit tot al wat in de plaats komt van het oorspronkelijke voorwerp
(zaakvervanging)
o Voorwaarden
1. Men is titularis van een ZR
2. Het oorspronkelijke voorwerp gaat teloor
3. Het oorspronkelijke voorwerp is vervangen door een andere zaak die de
waarde van het oorspronkelijke object vertegenwoordigt
4. Er is geen andere remedie om het recht te vrijwaren
5. Het voorwerp moet op elk moment identificeerbaar zijn geweest
(specialiteitsbeginsel)
4
,Hoofdstuk 3 – Zakelijke en persoonlijke rechtsvorderingen
Rechtsvorderingen
• Zakelijke rechtsvorderingen: uitoefening, erkenning of verdediging van het
eigendomsrecht of een beperkt zakelijk recht
o Actio negatoria = vordering tot ontkenning van rechten van derden op een goed
o Uitoefenbaar in insolventieprocedure
• Persoonlijke rechtsvorderingen: aanspraak op een prestatie van een andere persoon om
iets te geven, te doen of te laten
Hoofdstuk 4 – De vermogensleer
Vermogen – art. 3.35 BW
• In geld waardeerbare rechten en plichten
• Theorie van Aubry en Rau
1. Elk rechtssubject heeft een onvervreemdbaar vermogen
2. Enkel rechtssubjecten hebben een vermogen
3. Alle rechtssubjecten hebben slechts één vermogen
• Eenheid en ondeelbaarheid (art. 3.36 BW): alle bestanddelen vatbaar voor beslag
§ Uitzondering: art. 1408 Ger.W.
§ Vermogenssplitsing
• Met vereffeningsoogmerk: boedelbeschrijving, boedelscheiding,
verklaring van onbeslagbaarheid
• Met beheersoogmerk: bv. vermogenssplitsing t.g.v. huwelijks-
vermogensstelsel
• Trust in principe niet erkend in BE recht
5
, Hoofdstuk 5 – Onderscheid tussen de goederen
Algemeen: personen, dieren en voorwerpen
• Art. 3.38 BW: driedeling
o Voorwerpen: objecten, lichamelijk of onlichamelijk
o Dieren
o Personen: natuurlijke en RP
• Voorwerp, goed en zaak
o Voorwerpen: stoffelijke objecten die geen personen of dieren zijn
o Goederen: voorwerpen die voor toe-eigening vatbaar zijn (onderpand van een ZR)
o Zaken: lichamelijke vermogensbestanddelen
Roerende en onroerende goederen
• Algemeen
o RR: gebaseerd op verplaatsbaarheid (fysiek criterium)
o Feodale periode: gebaseerd op economisch criterium (onroerend = waardevol)
o BW 1804
• Onroerende goederen – art. 3.47 BW
o Uit hun aard: grond (incl. eventuele minerale rijkdommen) en samenstellende
volumes in 3D
o Door incorporatie: inherent bestanddeel van onroerende goederen uit hun aard
§ Voldoende voorwaarde: bouwwerk is bv. onroerend ook al is de eigenaar
van de bouwmaterialen niet tevens grondeigenaar
§ Noodzakelijke voorwaarde: bouwwerk is niet onroerend zonder materiële
verbinding met de grond
§ Verwijzing naar eenheidsbeginsel: inherent bestanddeel = functioneel of
fysiek
o Door bestemming: verplaatsbaar, maar als accessorium van een onroerend goed
ook als onroerend beschouwd (voortvloeiend uit de wil van de eigenaar!)
§ Voorwaarden “accessorium” (art. 3.9 BW)
1. Beide goederen hebben dezelfde eigenaar
2. Het roerend goed staat ofwel ten dienste van de uitbating van het
onroerende goed, of is door de eigenaar duurzaam verbonden aan het
onroerende goed
§ Verwijzing naar accessoriteitsbeginsel
o Door het voorwerp waarop ze betrekking hebben: ZR, rechtsvorderingen en
persoonlijke rechten waarvan het voorwerp onroerend is
§ Onlichamelijk
• Roerende goederen = al wat niet onroerend is
o Lichamelijk
§ Door anticipatie: goederen die geïncorporeerd zijn in een onroerend goed,
maar door wil van partijen vervroegd als roerend worden beschouwd
o Onlichamelijk
§ ZR met roerend voorwerp, persoonlijke rechten (uitgezonderd vordering
tot overdracht van een onroerend ZR), intellectuele rechten
Lichamelijke en onlichamelijke goederen – art. 3.40 BW
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller apfelstrudel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.11. You're not tied to anything after your purchase.