Communicatie is de overdracht van verbale en non-verbale informatie tussen twee of meer mensen.
Mensen wisselen met elkaar informatie uit: kennis, overwegingen, meningen, voorkeuren, wensen
en zo meer. Hoe doen ze dat? We onderscheiden drie mogelijkheden om die informatie uit te
wisselen:
Bij schriftelijke communicatie gaat het om de overdracht van informatie via berichten, flyers,
verslagen, rapporten, bedrijfsjournaals, mededelingen op een prikbord enz. meestal wordt deze
informatie digitaal verspreid, bijvoorbeeld via e-mails, Whatsapp, twitter en facebook.
Digitale communicatie kan leiden tot minder direct en persoonlijk contact. Als medewerkers elkaar te
weinig zien is het moeilijk om zoiets als een groepsgevoel (teamspirit) te ontwikkelen en voldoende
betrokken te zijn bij de organisatie.
Mensen werken niet alleen voor geld maar ook voor sociale contacten en voor het gevoel ergens bij
te horen digitale communicatie is wel handig en snel, maar als er verder geen andere vorm van
communicatie is, leidt dit tot sociaal isolement. Digitale communicatie heeft veel veranderd. Papier
wordt steeds minder gebruikt. Veel organisaties streven naar een ‘paperless office’.
5.1.2. mondelinge communicatie
Mondelinge communicatie vindt plaats door gesprekken tussen mensen die op een directe manier
met elkaar in contact staan. Te denken valt aan een telefoongesprek, een praatje bij de
koffieautomaat, een kort overleg tussen leidinggevende en een medewerkers op de werkplek, een
vergadering van hoofden of de wekelijkse werkbesprek in een team. Mondelinge communicatie vindt
in veel gevallen face-to-face plaats.
5.1.3. Non-verbale communicatie
Mensen brengen in hun communicatie met andere veel tot uitdrukking, dan wat ze met woorden
weergeven. Ze doen dat met hun houding, hun intonatie, hun gezichtsuitdrukking, hun gebaren en
hun oogcontact. We noemen dat non-verbale communicatie. De non-verbale signalen die tegelijk
met de verbale communicatie worden uitgezonden vinden vanzelf plaats. Mensen doen dat meestal
niet bewust en ze zijn ook niet in staat om die non-verbale signalen te onderdrukken.
Als de non-verbale communicatie niet overeenkomt met de verbale communicatie, dan wordt er
getwijfeld aan de juistheid van wat iemand zegt (verbale communicatie). Het (onbewust) waarnemen
van non-verbale signalen en de indruk dat die niet overeenkomen met wat er verbaal gezegd wordt,
kan leiden tot verwarring.
Non-verbale communicatie heeft de volgende vormen:
,Intonatie: de stem van een persoon kan variëren in hardheid, variatie, snelheid en toonhoogte. De
intonatie kan daardoor vragend, dwingend, gejaagd, gespannen, ontspannen, dreigend, bang,
woedend of vriendelijk zijn.
Lichaamshouding: Iemand kan zich naar een ander toe- of afwenden, dichtbij staan of afstand
houden, zich groot maken of juist klein. Hiermee kan worden aangegeven of iemand wel of niet
geïnteresseerd is, wil domineren of dreigen, of zich juist klein wil houden.
Gebaren en motoriek: iemand kan ontspannen of gespannen lopen en bewegen met hand of
armbewegingen, een bewering onderstrepen, ergens naar wijzen, aandacht vragen, afweren,
groeten of dreigen.
Mimiek en oogcontact: iemand kan glimlachen, fronzen, weden, blij, misprijzen of wantrouwend
kijken. Door oogcontact met ander te houden, geef je te kennen dat je luister, geïnteresseerd bent
en het gesprek wilt voortzetten.
De non-verbale communicatie is een extra hulpmiddel om de verbale boodschap te verhelderen, om
de eigen bedoelingen en gevoelens weer te geven of om de relatie met de persoon voor wie de
boodschap bedoeld is te reguleren.
Bij digitale communicatie kan iemand bewust non-verbale signalen met de schriftelijke boodschap
meesturen door bijvoorbeeld een emoticon (afbeelding) toe te voegen
5.2 Het communicatie proces
om te kunnen begrijpen wat er allemaal kan gebeuren in de communicatie tussen twee of meer
personen is het nodig om het communicatieproces te begrijpen.
De zender (A) en de ontvanger (B)
,Reflecteren en actie produceren
Zender A denkt erover na of hij B zal mee vragen naar de bioscoop. Dit nadenken over een activiteit
noemen we reflecteren. Als A besluit om met B contact op te nemen, wordt een actie voorbereid.
Deze actie kan inhouden dat hij B opneemt.
Coderen
Zender A moet zijn wens vertalen in bepaalde symbolen, zoals woorden of gebaren. We noemen dit
coderen. Onduidelijk coderen, zoals onduidelijk praten zorgt voor misverstanden. Gebaren kunnen in
een andere cultuur (context) een andere betekenis hebben.
Boodschappen kunnen eenzijdig of tweezijdige van inhoud zijn. Bij eenzijdige boodschap kun je
denken aan reclame boodschappen, waarin alleen de positieve eigenschappen van het product
worden genoemd. Bij tweezijdige boodschap belicht men behalve de sterke kanten ook de zwakkere
kanten van het product (of onderwerp).
Medium
Zender A bepaalt afhankelijk van de situatie en de mogelijkheden, van welk medium hij gebruik zal
maken. Als hij de ontvanger tegenkomt en de vraag stelt of hij mee wil gaan, wordt van het medium
lucht gebruikgemaakt. De woorden die worden uitgesproken bereiken de ontvanger als trillingen die
door de lucht overgebracht worden zoals mondeling, telefoon. Het is verstandig om je medium vast
te stellen als je een organisatie op de hoogte wil doen kan dat het beste via de mail, twitter of ander
sociaal medium kanaal.
Decoderen
de ontvanger moet de boodschap eerst ontcijferen (decoderen), voordat de betekenis goed kan
doordringen. Wat wordt er door de zender precies gezegd of geschreven.
Interpreteren
om vast te kunnen stellen welke wens of opvatting de boodschap van de zender bevat, moet de
ontvanger de boodschap interpreteren. Is het een serieus verzoek, wat wil de zender met mij? Hij
interpreteert de boodschap vanuit zijn eigen referentiekader: zijn kennis, ervaring, behoefte, gevoel,
overtuiging en opvatting. Het kan voorkomen dat niet altijd overeen komt met wat de zender
bedoeld.
Ook de context speelt een rol. Als je als ontvanger in een andere (sub) cultuur leeft, kun je de
boodschap anders interpreteren dan de zender heeft bedoeld.
Reflecteren en (re) actie produceren
de ontvanger denkt na over de boodschap van de zender, hij reflecteert. Dat reflecteren kan snel
gaan en vrij onbewust verlopen, maar kan ook leiden tot nadenken en afwegingen. Na reflectie moet
de ontvanger een keuze maken hoe hij gaat reageren.
Feedback
Tijdens het uitspreken van de boodschap krijgt de zender al feedbackreacties van de ontvanger. Je
krijgt vaak razendsnel al reactie en zo maak je afspraken ergens over.
5.3 aspecten van communicatie
Een zender kan met zijn boodschap verschillende bedoelingen tegelijkertijd aangeven. Deze
bedoelingen nomen we de aspecten van de boodschap.
, Zakelijk aspect: de boodschap ‘kan het wat minder’ bevat een zakelijke inhoudt die los van gevoelens
is te decoderen. Voorbeeld: Sandra vraagt of het mogelijk is dat ze vandaag niet alle opdrachten
hoeft uit te voeren. Ook meningen of opvattingen kunnen een zakelijke functie hebben.
Expressief aspect: de boodschap ‘kan het wat minder’ bevat een emotionele inhoud, waarmee de
1973zender wil aangeven hoe zij zich voelt. De expressieve functie wordt vaak mede aangeven door
non-verbale signalen, zoals een fronsend of afgewend gezicht, een boze toon, kortaf reageren of een
wegwerpgebaar. Digitale communicatie kan vaak aangegeven worden met smileys ( , )
Relationeel aspect: de boodschap kan uitdrukken hoe de zender haar relatie ziet met de ontvanger.
Sandra geeft met haar reactie ‘kan het wat minder’ aan, dat ze haar leidinggevende eigenlijk een
botte man vindt, die weinig belangstelling heeft voor haar als persoon.
Appellerend aspect: de boodschap ‘kan het wat minder’ bevat een
wens. Sandra probeert bij de ontvanger iets te bereiken. In dit geval
is het niet zozeer dat ze minder werk hoeft te doen op haar eerste
dag terug van de vakantie, maar meer de wens dat hij snapt ze
geïrriteerd is en dat hij eens wat meer persoonlijke aandacht aan
haar moet besteden.
Watzlawick e.a. (1973) stelt dat al het interpersoonlijk gedrag
communicatie is. Dat houdt in dat mensen in sociale situaties niet niet kunnen communiceren. Ook al
zit iemand bijvoorbeeld. Zwijgend tegenover anderen in de trein hij communiceert wel degelijk. Zo
kan de persoon die iets overbrengt, nagaan of de ontvanger alles goed begrepen heft. Het gaat dan
om communicatie in twee richtingen.
Bij schriftelijke communicatie is er sprake van eenrichtingsverkeer. De zender stuurt een boodschap
naar de ontvanger en krijgt meestal geen directe reacties terug.
5.4. communicatie in organisaties
We beschrijven twee manieren waarop communicatie in organisaties plaatsvindt: formele
communicatie en informele communicatie
5.4.1 formele communicatie
Formele communicatie betreft alle communicatie tussen leidinggevenden en medewerkers van een
organisatie, die via vaste kanalen en overlegstructuren plaatsvindt. Het doorgeven van informatie
noemen we knooppunten.
Misschien nog wat bijvoegen
5.4.2 informele communicatie
Behalve formele communicatienetwerken ontstaan in elke organisatie ook informele netwerken. Het
kan bijvoorbeeld dat een groep medewerkers altijd bij elkaar komt in de pauze of na werk tijd met
elkaar gaat sporten.
Kenmerkend voor informele communicatie is het feit dat mensen bij het verspreiden van informatie
de formele weg omzeilen. De informele communicatie verspreidt zich door de organisatie als een
soort wijnrank of grapevine. ‘de term grapevine’ is afkomstig uit de Verenigde Staten. Grapevine of
informele communicatie wordt dan ook sindsdien
geassocieerd met onvolledige, vervormde en nauwkeurige
informatie. Toch meldt Robbins (2005) een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimvanwingerden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.78. You're not tied to anything after your purchase.