100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Beleidswetenschappen 3: Spinnoy $11.41   Add to cart

Summary

Samenvatting Beleidswetenschappen 3: Spinnoy

 18 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

academiejaar Beleidswetenschappen 3 Spinnoy

Preview 4 out of 34  pages

  • January 6, 2022
  • 34
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Beleidswetenschappen 3
Beleid, organisati e en kwaliteit in de gezondheidszorg
INLEIDING
1. Sociale zekerheid
2. Verdeelde meningen nut en belang
3. Goed systeem, voor verbetering/verandering vatbaar
4. Iedereen krijgt ermee te maken

Kosten gezondheidszorg




Verdeling uitgaven geneeskundige verzorging




Geschiedenis
• Tot 1886: niets!
• 1886: enorme crisis met daaropvolgende stakingen
•  Duidelijk maken aan overheid dat er iets moet veranderen
• Vanaf 1891: subsidiering mutualiteiten of landsbonden
•  Vrijwillige verzekering (ondanks groepering)
• Ook wel gesubsidieerde vrijheid genoemd
• Aansluiting bij een landsbond bleef op vrijwillige basis, geen enkele
verplichting
• 1903: eerste verplichte verzekering
• Verzekering tegen arbeidsongevallen
• Geen toeval  erbarmelijke werkomstandigheden, onveilig werk, veel
ongevallen met enorme gevolgen voor arbeider en gezin
• 1918 – 1940: uitbreiding eerste verplichte verzekering
• Verplichte verzekering arbeiders voor:
• Rust- en overlevingspensioenen
• Beroepsziekten
• Gezinsbijslag
• Betaald verlof (jaarlijkse vakantie)

, • Verzekering sociale risico’ s: bleef in handen van syndicaten en mutualiteiten
• Geen inmenging overheid
• Na 1918: eerste wet inzake gewaarborgd inkomen voor personen met een
handicap

• Na WO II: stroomversnelling sociale zekerheid
• 1944: “sociaal pact” door afgevaardigden werknemerssyndicaten,
werkgeversorganisatie en enkele hoge functionarissen ondertekend
• Enorme economische groei na WO II:
• Uitbreiding sociale zekerheidssysteem
• 1967: sociaal statuut van de zelfstandigen
• 1971: verzekering arbeidsongeschiktheid zelfstandigen
•  evolutie van sociale zekerheidssysteem van verzekering tegen
sociale risico’ s naar waarborg voor bestaanszekerheid voor iedereen.

• 1974: wet die bestaansminimum garandeert voor iedereen
• Midden jaren ’70: nieuwe crisis, veel werkloosheid
• Kosten uitkeringen namen enorm toe:
•  Inkomsten verplichte bijdrage
•  Verlagen uitkeringen

• 2003:
• Optrekken minimumpensioenen (gezin: € 1 690,01, alleenstaande €
1352,44)
• Wet leefloon (bestaansminimum) gewijzigd (samenwonende: € 682,99;
alleenstaande : € 1024,49; gezin €1 384,54) (01/09/2021)
• Wet op inkomensgarantie ouderen gewijzigd
• 2008: terugbetaling “kleine risico’ s” zelfstandigen

• 2009:
• Gelijke behandeling van mannen en vrouwen inzake
pensioengerechtigde leeftijd voor werknemers en zelfstandigen
• Van 65 naar 67 jaar !
• Oorzaak: vergrijzing  zware pensioenlasten !

Structuur en organisatie
• Sociale zekerheid = vangnet
• Voor iedereen die dit ooit nodig heeft
• Vb: werkloosheid, pensioen, ziekte, …
• Niet overal ter wereld zo uitgebreid
• VS: privé verzekeren voor alles wat te maken heeft met gezondheidszorg
• Niet elke Amerikaan kan zich ziekteverzekering veroorloven
• Affordable Care Act  Obamacare: wil iedere inwoner verplichten
zorgverzekering af te sluiten
• Stuit op heel wat tegenkanting
• Trumpcare
• De federale subsidies aan Medicaid sterk terugschroeven
• Obamacare's belastingen voor de rijken, verzekeraars en anderen
zouden teniet worden gedaan.

• Naast sociale zekerheid: sociale bijstand
•  regeling voor mensen die geen recht hebben op sociale zekerheid
• Leefloon, inkomensgarantie voor ouderen, gewaarborgde gezinsbijslag en
tegemoetkoming voor mensen met een handicap

,Ontstaan sociale zekerheid
• De eerste systemen maakten afgelopen 150 jaar heel wat veranderingen door
• Armoede en ziekte werden oorspronkelijk in familiekring opgevangen
• Arbeidsongeschiktheid en werkloosheid werden belangrijke maatschappelijke
problemen
• Eerste voorlopers OCMW werden 150 jaar geleden opgericht

Fundamenten sociale zekerheid
• Europese Unie: 4 modellen gehanteerd om aan te geven hoe een land zijn
sociale zekerheid organiseert

• Het gezinszorgmodel (Zuid-Europa);
• Het inkomensafhankelijk model (Angelsaksische landen);
• Het subsidiariteitsmodel (West-Europa);
• Het pluralistisch universeel sociaal model (Noord-Europa).

• Bij alle systemen, die dichter naar mekaar toegroeien, 2 grondleggers:
• Otto von Bismarck
• Lord Beveridge


Otto von Bismarck (1815 – 1898)
• Kanselier van Pruisen (nu Duitsland)
• Behalve een briljant strateeg was hij ook een groot staatsman
• In die functie werkte hij een sociaalzekerheidssysteem uit waarin werkgevers
en werknemers met een staatsbijdrage voor de pensioenen de financiering
dragen.
• Uitkeringen moesten volgens von Bismarck gekoppeld zijn aan de bijdrage
(het loon), omdat de levensstandaard van de arbeiders altijd verzekerd moest
zijn

Lord Beveridge (1879 – 1963)
• In tegenstelling tot von Bismarck, geen staatsman, maar wel een econoom.
• Iedereen heeft recht op bestaanszekerheid, waarmee hij nog een stap verder
ging dan Bismarck, die solidariteit tussen de werkenden nastreefde.
• Via belastingen wilde hij voorzien in eenzelfde forfaitaire uitkering voor elke
burger bij werkloosheid, ziekte of pensioen.

Situatie in België
• Elementen uit beide stromingen
• De hoogte van het pensioen wordt bepaald aan de hand van de bijdragen die
je in de loop van je professionele carrière betaald hebt (von Bismarck)
• Bijna iedereen heeft recht op de terugbetaling van kosten, verbonden aan
ziekte (Beveridge).

• Ook de regelingen van de sociale bijstand passen in de aanpak van Beveridge.
• de basisprincipes waarop de sociale zekerheid nog altijd gebaseerd is:
solidariteit en verzekering.

• Solidariteit is het centrale begrip
• gaat over solidariteit tussen jongeren en ouderen, gezonden en zieken,
werkenden en niet-werkenden …

, • Verzekeringsprincipe
• Dat wil zeggen dat je bijdrage je recht geeft op een uitkering of een
tegemoetkoming bij werkloosheid, ziekte en pensioen
• Het is als het ware een verzekeringspremie tegen inkomensverlies.

In de Europese Unie wordt de sociale zekerheid op drie niveaus tot stand gebracht:
• Nationale voorzieningen voor alle burgers: de sociale zekerheid en sociale
bijstandsregeling;
• Sociale verzekeringen, vaak georganiseerd per beroepsgroep;

• Privéverzekeringen en spaarregelingen, die alsmaar meer welgestelde burgers
afsluiten om hun levensstandaard veilig te stellen bij ziekte, werkloosheid of
ouderdom
• Denk maar aan de hospitalisatieverzekeringen of de tweede en derde
pensioenpijlers

Nota: De tweede pensioenpijler vormt een aanvulling op het wettelijk
pensioen (eerste pijler). Derde pensioenpijler: het bijkomend pensioensparen op
individuele basis.


1. SOCIALE ZEKERHEID
1.1. Structuur
• Naargelang je statuut, één van deze stelsels:
• Algemeen stelsel werknemers
• Stelsel voor de zelfstandige
• Stelsel voor de vastbenoemde ambtenaren

• 3 stelsels verschillen van elkaar
• In de mate waarin ze sociale risico’ s dekken
• In de toegekende bedragen die ze uitkeren
• We vertrekken vanuit stelsel van de werknemer, waaronder de meeste
personen vallen

1.2. 7 takken klassieke sociale zekerheid
• Iedere tak van de sociale zekerheid heeft één specifieke parastatale
• Parastatale = Belgische term voor (semi)overheidsinstelling
• Instellingen en diensten opgericht door de overheid
• Toch een zekere onafhankelijkheid in bestuur

1. Rust- en overlevingspensioen
• Federale Pensioendienst (FPD)
2. Werkloosheidsuitkeringen
• Rijksdienst voor Arbeidsbemiddeling (RVA)
3. Arbeidsongevallenverzekering
• Fonds voor Arbeidsongevallen (FAO)
4. Beroepsziekteverzekering
• Fonds voor beroepsziekten (FBZ)
• Fusie FAO en FBZ in 2017
• Nieuwe benaming :
• Fedris : Federaal agentschap voor beroepsrisico’ s
5. Gezinsbijslag
• Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (FamiFed)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alyssavandenbrande. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.41. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.41
  • (0)
  Add to cart