100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting biologische psychologie 2 $6.04
Add to cart

Summary

samenvatting biologische psychologie 2

 16 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

In deze samenvatting is alles duidelijk samengevat wat valt te kennen voor het vak biologische psychologie 2. Heel de samenvatting is geschreven in het Nederlands.

Preview 4 out of 45  pages

  • January 7, 2022
  • 45
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Biologische psychologie II
1. Inleiding

1.1 Waarom biologische psychologie II?

• Biologische psychologie I: structuur en basismechanismes van het zenuwstelsel
• Biologische psychologie II: nadruk op de functies
o Brein: +/- 2% van het lichaamsgewicht
+/- 20% van het zuurstof- (en calorie-) gebruik

Þ Belangrijke voordelen van dit ‘dure’ orgaan (=functies)
• Uitermate breed en gespecialiseerd vakgebied
• Intieme samenhang “psyche” en lichaam

1.2 Lichaam en psyche




• Hubel & Wiesel (1959):
o Individueel neuron in de visuele cortex is selectief sensitief voor een bepaalde oriëntatie
van een lijnstuk
o Enkel bij een (min of meer) verticaal lijnstuk gaat dit neuron vuren
o Dit neuron “ziet” geen oriëntatie, kan dit patroon enkel vertonen als onderdeel van een
netwerk

• Technologie via breinactiviteit:
o Dit soort technologie kan gebruikt worden om:
® Uw visuele verbeelding zichtbaar te maken
® Te voorspellen of u net voor gewekt te worden over bv. een auto of een stoel aan het dromen
was.

• Verbondenheid lichaam & psyche voorbeelden:
o Hele kleine massa LSD zorgt bij de meeste mensen al voor visuele hallucinaties
o Schade aan delen van de hersenen, kan je persoonlijkheid veranderen (bv. ontremd gedrag of je
apathisch doen reageren op bv. pijn)
o De psychische effecten van hersenschade hangen op systematische wijze samen met o.m. de locus:
indien je een beroerte krijgt in je linker hemisfeer, is de kans op het ontwikkelen van een depressieve
stoornis groter dan bij schade aan de rechter hemisfeer

• Uitgangspunten:
o Verbondenheid:
® Lichaam en psyche
® Zenuwstelsel, rest van het lichaam en de omgeving
® Verschillende onderdelen van het zenuwstelsel

, HOOFDSTUK 5: ONDERZOEKSMETHODEN:

1. Beïnvloeden van functies

1.1 Laesie-studies

• Relatie bestuderen tussen natuurlijk voorkomende letsels en gedrag
• Bv. 1861: Louis Victor Leborgne, bijnaam “Tan”:
o Normaal intelligent
o Verbaal begrip
o Maar, kon enkel “tan” zeggen
• De Fransman Paul Broca kon o.b.v. dissectie van Leborgnesbrein en gelijkaardige gevallen een sterke correlatie
aantonen tussen:
o Expressieve afasie = het selectieve onvermogen om zich verbaal uit te drukken bij gepreserveerd
verbaal begrip
o Schade in de linker anterieure hersenhelft (= de zone van Broca)
• Wernicke afasie = schade aan de zone van Wernicke, vloeiend praten maar de betekenis ontbreekt

• Wat toont dit aan?
o Staat deze regio in voor het gedrag “praten”?
o Taal “zit” niet in een bepaalde plaats in de hersenen; menselijk linguïstisch gedrag omvat verscheidene
functies, die ondersteund worden door dissocieerbare cerebrale structuren

• Nadelen:
o Geen informatie over functioneren voor laesie
o Schade vaak niet beperkt tot 1 welbepaalde structuur à moeilijk precieze verbanden vaststellen
o Geen experimentele controle functies; worden niet doelgericht beïnvloed (correlationeel)
à niet iedereen met schade aan de zone van Broca lijdt aan afasie
o Sommige regio’s zijn veel vatbaarder voor bv. beroerte of impact-laesie dan andere
o Vroeger: noodzaak autopsie (lang wachten, drop-out)

1.2 Experimentele ablatie

• Experimentele ablatie = weefsel doelbewust vernietigen (ablatie = verwijderen)
• Veelvuldig toegepast bij mensen
o Lobotomie = verwijderen van (vooral) witte stof in de frontale kwab
® Toegepast als behandeling, o.m. bij kinderen met gedragsproblemen
® +/- 40.000 lobotomieën in de VS alleen
o Resectie van bepaalde delen van de hersenen nog steeds toegepast voor klinische doeleinden
(bv. epilepsie)
• Experimentele toepassing vandaag vooral bij dieren
• 3 methoden:
1. Radiofrequentie (RF-) laesie:
o Draadvormige electrode wordt in de hersenen gebracht, geïsoleerd behalve punt
o Hoog-(radio-) frequente wisselstroom door de draad
o Vernietigt alle weefsels in nabijheid van de electrode (cellichamen én axonen)
o Dan gedragsobservatie, achteraf verificatie locatie laesie
o Plaatsing van stalen draad d.m.v. stereotactisch apparaat
® Fixeert de schedel
® Toestel brengt electrode/buisje o.b.v. coördinaten naar de gewenste doelregio

2. Excito-toxische laesie:
o Cannula (dun metalen buisje) wordt ingebracht
o Infusie van exciterend aminozuur (bv. kaïnezuur) loopt door het buisje in de hersenen
o Vernietigt cellichamen door overstimulatie, spaart nabijgelegen axonen

, 3. Immuunmethodes:
o Toxische proteïne (bv. saporine) wordt gekoppeld aan antilichaampjes
o Antilichaampjes binden selectief aan bepaalde eiwitten die enkel voorkomen in specifieke neuronen
® Selectiviteit, niet enkel o.b.v. de locatie

• Nadelen:
o Al deze methoden zijn onomkeerbaar (impliceert between-subjects methodes)
o Al deze methoden produceren bijkomstige schade (noodzaak adequate controleprocedures)
o Veroorzaken leed
• Voordelen:
o Deze methoden laten onderzoeken van causale verbanden toe

1.3 Tijdelijke beïnvloeding

1. Lokale anesthesie (chemische inhibitie):
• Lokale injectie
• Bv. muscimol (uit vliegenzwam, wordt niet meer doorgegeven)
o GABAA agonist (inhiberende functie)
o Voorkomt doorgeven actiepotentialen in welbepaalde regio
® Tijdelijke verstoring van activiteit in deze regio

2. Elektrische stimulatie:
• Inplanting elektrode die cellen exciteert d.m.v. elektrische stimulatie
• Techniek is vergelijkbaar met RF-laesie
• Activeert zowel cellichamen als passerende axonen in de desbetreffende regio
• Ongeacht of deze een inhiberende/exciterende rol in hun netwerk hebben, betrokken in diverse
neurotransmittersystemen
o Weinig specifiek/geïsoleerd, weinig ecologisch valide
• Klinische toepassingen bij ziekte van Parkinson, OCD, Tourette syndroom, chronische pijn…

3. Chemische stimulatie:
• Infusie door al dan niet tijdelijke cannula (net als bij excito-toxische laesie)
• Exciterende aminozuren:
o Kaïnezuur
o Glutamaat
• Stimuleren specifieker (enkel soma en dendrieten)
• Ongeacht of deze een inhiberende/exciterende rol in hun netwerk hebben, betrokken in diverse
neurotransmittersystemen
o Weinig specifiek/geïsoleerd, weinig ecologisch valide

4. Optogenetica:
• Maken gebruik van lichtgevoelige proteïnen:
o Channelrhodopsine-2 (ChR2) à via lichtschakelaar aan/uitzetbaar
® Uit groene algen
® Wanneer geraakt door blauw licht: influx van positief geladen (Na, K, Ca2) deeltjes
è Depolarisatie (excitatie) van de cel
o Natronomonas Pharaonis Halorhodopsin (NpHR)
® Bacteriële oorsprong
® Wanneer geraakt door geel licht: influx van negatief geladen (Cl) deeltjes
è Hyperpolarisatie (inhibitie) van de cel
• Genetisch gewijzigde virussen worden geïnjecteerd
• Infecteren neuronen
• Zorgen voor productie van lichtgevoelige proteïnen
• Aan- of afgezet d.m.v. licht:
o Oppervlakkige cortex: led-lampjes in gaatjes in de schedel
o Dieper gelegen kernen: optische vezels

5. Transcranialemagnetische stimulatie (TMS):
• Exciteren of verstoren de functie van een bepaalde regio à geen ECT
• D.m.v. sterke magnetische pulsen (8 vormige magneet)
• Effecten zijn tijdelijk (= voordeel)
• Klinische toepassingen: vooral bij depressie, ook diagnostiek van functies

, 6. Targetedmutation:
• Gemuteerde genen worden ingebracht in de chromosomen (bv. bij muizen)
o Knock-out genen: verhinderen genetische expressie (gebruikelijke productie van een bepaalde proteïne)
o Knock-in genen: stimuleren
® Gebruikelijke productie van een bepaalde proteïne of
® Productie van normliter niet geproduceerde proteïne
o Voorwaardelijke knock-out: enkel na toediening van een bepaalde substantie (bv. om proefdieren
normaal te kunnen laten ontwikkelen)



2. Observeren van structuur

2.1 Histologische methoden

• Histologie = weefselleer
• Toepassingen/werking:
1. Perfusie:
o Verwijdering bloed uit de bloedvaten, spoeling d.m.v. zoutoplossing, fixatiemiddel door bloedvaten
gepompt
2. Fixatie:
o Weefsel wordt in fixatiemiddel geplaatst om decompositie tegen te gaan
3. Versnijden:
o Microtoom of cryostaat à vaak ingevroren gedaan
4. Kleuring:
o Bv. Nisslkleuring:
® Nissllichaampjes enkel aanwezig in soma en dendrieten
® Bepaalde kleurstoffen zoals cresyl-violet binden selectef aan deze Nissllichaampjes
o Immunocyto (=cel) chemie:
® Antilichaampjes voor specifieke peptide of proteïne worden gekoppeld aan
kleurstofmolecules
® Worden vervolgens zichtbaar gemaakt, bv. door blootstelling aan licht van een bepaalde
golflengte in het geval van fluorescerende kleurstoffen
® Zeer veel mogelijke toepassingen:
© Vb. Kleuren van enzymen betrokken bij de productie van een bepaalde
neurotransmitter
© Vb. Kleuren van receptoren van een bepaalde neurotransmitter
© Vb. Kleuren van een tracer substantie
5. Observatie:
o Lichtmicroscoop:
® Relatief ongedetailleerd
® Enkel dunne secties
o Transmissie-electronenmicroscoop:
® Tot op niveau van vesikels en celorganellen
® Minder vergroting
o Scanning-electronenmicroscoop:
® Minder vergroting
® 3D-beelden
® Enkel dunnen secties
o Confocale laserscanning:
® Kan gebruikt worden in dikkere secties/weefsels
® Kan zelfs gebruikt worden op levend weefsel
® De cellen moeten gekleurd worden met een fluorescerende kleurstof (d.m.v.
immunocytochemie)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ranikemps. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.04. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.04  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added