o Andere termen: geschiedfilosofie, metageschiedenis.
o Voorbij tegenstelling kritisch vs. speculatief.
o Voorbij louter wetenschapsfilosofische vragen.
o Geschiedenis = zowel academische discipline als veel contact met amateurs (bv. heemkunde).
o Focus op ethisch-politieke effecten van geschiedenis.
o Basis: 10 stellingen Peter Burke.
2. LINEAIRE TIJD EN VOORUITGANG
2.1 INLEIDING
o = stelling 1.
o Burke: verandering = cumulatief en onomkeerbaar.
• Generaties bouwen verder op schouders vorige.
• Lineair tijdsbewustzijn gaat terug op lange christelijke traditie (komst van messias).
• Uitgaan van onomkeerbare richting geschiedenis (afstevenen op laatste oordeel).
o Belangrijkste kenmerk Westers historisch denken: benadrukken vooruitgang (lineair denken).
o Twee betekenissen:
• (1) Minimale/residuele invulling: cumulatieve verandering + onomkeerbaarheid (Burke).
• (2) Integrale invulling: notie van richting of doel in geschiedenis + idee dat mens doorheen
geschiedenis verbetert.
• => focus op integraal vooruitgangsgeloof (dit heeft namelijk ethische implicaties).
2.1.1 PRE-MODERNE VORMEN HISTORISCH DENKEN
o Centrale kenmerken:
• (1) Ambigue visie op historische verandering.
§ Mix verandering en onveranderlijkheid, lineariteit en cycliciteit of regressie en progressie.
§ Veel discussie, onenigheid.
§ Bv. Augustinus: denkt wel religieus lineair in zijn tijd, maar seculiere geschiedenis wel
cyclisch.
• (2) Motor van historische verandering.
§ Goddelijk plan of voorzienigheid.
§ Motor buiten mensheid gezien.
§ Menselijke rol in geschiedenis beperkt (= anticiperende of accomoderende agency).
2.2 OPKOMST VOORUITGANGSGELOOF 18E EN 19E EEUW
2.2.1 KENMERKEN
o (1) Minder ambigue visie op verandering: geschiedenis is dominant lineair en doelgericht.
• Soms wel aandacht voor regressie maar ondergeschikt.
1
, • = altijd vooruitgang.
o (2) Nadruk op toenemende versnelling historische groei.
o (3) God niet langer motor geschiedenis.
• Wel goddelijke wil maar staat in lijn met menselijke wil en rede.
• God minder centraal.
o (4) Verschillende veranderingsprocessen essentieel verbonden tot 1 centraal vooruitgangsproces +
kennis als katalysator.
o (5) Gehele mensheid drager of begunstigde van vooruitgang (= universalisme). Alle mensen kunnen
vooruit gaan DUS je mag het gaan opdringen e.g. kolonialisme.
2.2.2 VOORBEELDEN VOORUITGANGSDENKERS
o Hegel:
• Geschiedfilosoof.
• Wereldgeschiedenis als gedreven door rede en vrijheid.
• Ontwikkeling staatstructuren = vooruitgang.
• Richting in geschiedenis van "oost" naar "west" (west = volwassendom).
• "Afrika kent geen geschiedenis want geen staatstructuren".
• Dialectiek: uiteindelijk regressie (bv. oorlog) die vooruitgang verder drijft.
• Gelooft dat vooruitgang boven hoofd van individuen afspeelt, vooruitgang gaat maw automatisch.
o Marx:
• Economie als motor geschiedenis.
• Gaat verder dan Hegel: toekomstvoorspellingen (eindstadium = staatloze samenleving).
• Noties van regressie (dialectiek).
o Auguste Comte:
• Cognitief denken centraal (3 stadia: theologisch, metafysisch en wetenschappelijk).
2.2.3 VOORUITGANG ALS HISTORISCHE CULTUUR
o Bv. wereldtentoonstelling: tonen dat ze drager vooruitgang zijn.
• Londen: Crystal Palace.
• Parijs: Eifeltoren.
• Gent: Vooruit.
• Brussel: Atomium.
• => elk land probeert uit te pakken met technologische of wetenschappelijke vooruitgang.
• Politiek gebruikt: machten profileren zich als "voor" op rest wereld.
• Gedachte van 1 geschiedenis en spelers nemen verschillende posities in met slechts 1 weg
(vooruitgang).
o Logica vooruitgangssysteem:
2
,2.3 DE NEERGANG
o Vanaf WOI: deuken + daarna verder afbrokkelen optimistisch vooruitgangsgeloof.
• Nog steeds geloof technologische vooruitgang.
• Twijfelt over of technologische vooruitgang + controle over omgeving mensen ten goede komt.
• Moderniteit kan zich tegen mensen keren.
o Onttovering en verdringing traditionele waarden (geloof stelt wetenschap als almacht in vraag).
o Ecologische grenzen aan groei (Club van Rome).
o Verhoogde capaciteit om welvaart te produceren: rechtvaardig verdeeld?
o Relatie tussen vooruitgangsdenken en autoritarisme (bv. vijfjarenplannen Stalin, GSV Mao).
2.3.1 INVLOEDRIJKE INTELLECTUELE KRITIEK: KARL LÖWITH
o Invloedrijke, radicale krititiek.
o Seculariseringsthese: vooruitgangsdenken en modern historisch bewustzijn oppervlakkig
geseculariseerde versies van christelijk eschatologische concepten.
o Vergelijkt vooruitgangsdenkers met theologen: rode draad is principe "hoop".
o Goedkoop afkooksel van zoektocht naar goddelijk plan.
o Gevaarlijk: seculier heilsdenken in wereldse context geplaatst -> leidt tot politiek misbruik.
o Alternatief: terug naar heidense cyclische tijdsopvatting (bv. Spengler, Toynbee).
2.3.2 (GEMATIGDE) VERDEDIGING: HANS BLUMENBERG
o Seculariseringsthese is bedreiging voor legitimiteit van moderniteit.
o Moderniteit wordt bastaardkind volgens Löwith.
o Vooruitgangsdenken en modern historisch besef wel degelijk recent en origineel.
o Verdediging gematigd vooruitgangsidee.
• Gematigd want gelooft wel politiek misbruik.
o Ontkent invloed christendom niet.
o Kritiek op seculariseringsthese:
• (1) Opvallende structurele verschillen:
§ 2 vormen van denken bekijken.
§ Notie hoop: aanwezig bij beiden.
§ Bij christenen laatste oordeel geen "hoop", wel vrees.
§ Kerkvaders bidden om meer tijd te hebben om laatste oordeel uit te stellen.
§ Hoop: modern denksysteem (hoop = goed, hoop in modern vooruitgangsdenken) >< oud
denksysteem (vrees).
§ Andere toekomstbeelden: modern (mens zorgt voor toekomst) >< oud (god beslist alles).
• (2) Alternatieve genealogie:
§ Moderniteit ontwikkelt zich uit wetenschappelijke evoluties en methodes.
• => gematigd vooruitgangsdenken legitimeren.
o Maar: wel politieke misbruik.
• Niet door religieuze inhoud, maar door gedwongen religieuze antwoord-positie.
• Onderscheid tussen inhoud en functie denksystemen.
• Wanneer denksysteem gedwongen wordt in antwoord-positie wanneer die het antwoord niet
weet -> probleem -> geloof kan omslaan tot illegitiem.
• Discontinuïteit op vlak van inhoud (want modern systeem is nieuw) maar wel continuïteit in
bepaalde vragen.
• Dus oplossing: weigering om bepaald soort vragen te beantwoorden als denksysteem het niet
weet.
3
, 2.3.3 CASUS MILLENARISTISCH TOEKOMSTBEELD
o Prognose: houding tot toekomst die immanent is (starten van heden en dan extrapoleren).
o Profetie:
• Bv. Xhosa cattle killing en profetie Nongqawuse.
§ Conflict met Britse koloniale mogendheid.
§ Nongqawuse krijgt profetie: voorouder zegt dat er superieure tijd aanbreekt (overvloed)
maar alle bestaande vee en gewassen moeten vernietigd worden.
§ Maar: eerste datum verstrijkt en er gebeurt niks ("tzal wel van bovenaf komen").
§ Werken actief aan toekomst (anticiperende agency): alle vee slachten om rijk van overvloed
te bekomen (helpen door te slachten maakt goddelijke interventie mogelijk).
§ Mensen handelen wel maar in functie van iets goddelijks (om te helpen).
2.3.4 BESLUIT
o Keuze voor integraal vooruitgangsdenken -> wat met residuen? => blijven aanwezig.
o Nog residuen vooruitgangsdenken aanwezig bij ons (vaak onbewust).
• Idee van "leren uit onze fouten": verleden zou radicale verandering brengen.
• Termen als "derde wereldlanden" => residu: sommige landen staan "achter" op de tijdlijn.
2.4 BESPREKING READER
o Assmann: Transformations of the Modern Time Regime.
• Moderniteit wil breken met traditie/verleden.
• Creatie nieuw begin/oorsprong.
• Creative destruction: vernietiging v/h oude.
• Historicisme: ontwikkeling professionalisering geschiedschrijving + enkel iets voor elite groep (niet
iedereen mag geschiedenis interpreteren) + transformatie verleden als iets van enkel interesse,
geen levenswijsheden meer (maatschappelijk minder relevant).
• Alles gaat constant sneller.
• Opkomst nostalgie (bv. heritage, zoveel mogelijk redden) -> niet volledig nieuw.
• Centrale stelling: in modern time regime geen aandacht voor het verleden (tijd als een pijl die van
verleden naar toekomst loopt; terwijl vroegere culturele time regimes wel de verbinding tussen
verleden-heden-toekomst maakten). Het modern time regime brokkelt echter af en er ontwikkelt
zich een nieuwe invulling waarin er wel aandacht is voor de herinneringen en beelden van het
verleden.
o Schneider: China's engagement with modern views of history.
• China: cyclisch tijdsdenken / Westen: lineair tijdsdenken.
• Lineair denken China opgedrongen.
• Hoe moet China in nieuw tijdsdenken eigen geschiedenis niet vergeten?
• Historici belangrijke rol in m'pij China: afmeten hoe hedendaagse leiders besturen tov ideaal +
geschiedenis neerschrijven.
• Door Westers idee op te leggen -> China moet zichzelf heruitvinden want eigen tradities onderuit
gehaald (geen cycliciteit meer -> wat historici deden niet meer belangrijk).
• Reactie Chinezen:
§ 1) Aanvaarden vooruitgangsdenken in bepaalde aspecten (niet alles).
§ 2) Alles verwerpen en eigen route nemen.
§ 3) Verwerpen Carthesiaans dualisme.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller konameurisse. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.