100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding goederenrecht eerste jaar HBO-rechten $3.79   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding goederenrecht eerste jaar HBO-rechten

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting is gemaakt als voorbereiding op de lessen en met aantekeningen van de lessen zelf. Hiermee het tentamen gehaald.

Preview 3 out of 27  pages

  • Yes
  • January 7, 2022
  • 27
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Inleiding goederenrecht
Lesweek 1:
Goederen
- Zijn alle zaken en alle vermogensrechten (artikel 3:1 BW)

Zaken
- Zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten (artikel 3:2 BW)
- Een stoffelijk object wil zeggen een voorwerp dat uit ene bepaald materiaal, een bepaalde stof
bestaat.
- Dieren zijn geen zaken (artikel 3:2a, lid 1 BW)

Onroerende zaken
- zijn de grond, de nog niet gewonnen delfstoffen en de met de grond verenigde beplantingen en
gebouwen en werken die duurzaam met de grond verenigd zijn, hetzij rechtsreeks hetzij door
vereniging met andere gebouwen of werken (artikel 3:3, lid 1 BW). Voorbeeld: een huis is een
gebouw dat duurzaam met de grond is verenigd en dus is het een onroerende zaak.
- De grond, delfstoffen die nog niet zijn gewonnen, beplantingen, gebouwen, werken die met de
grond verenigd zijn.

Roerende zaken
- alle zaken die niet onroerend zijn (artikel 3:3, lid 2 BW). Bijvoorbeeld een computer of een
televisie.

Vermogensrechten
- Rechten die afzonderlijk of tezamen met een ander recht overdraagbaar zijn of er toe strekken
de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen ofwel verkregen zijn in ruil voor verstrekt
of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voorwerp, zijn vermogensrecht (artikel 3:6 BW)
- Overdraagbaar  de eigenaar van een bepaald recht kan dit aan een ander overgeven.
- Stoffelijk voordeel  hierbij denk je aan het smartengeld dit is gericht op materieel voordeel
te verschaffen
- In ruil voor stoffelijk voordeel de verkregen recht worden geruild voor een stoffelijk
voordeel

Een bestanddeel
- Is iets waarvan wij als maatschappij vinden dat het deel uit maakt van een andere zaak (artikel
3:4 BW)
- Een bestanddeel en een hoofdzaak vormen een geheel.

Registergoederen
- goederen waarbij voor de overdracht of vestiging inschrijving in een daartoe bestemd
openbaar register moet plaatsvinden (artikel 3:10 BW). Pas na deze inschrijving is de
overdracht dan wel vestiging geldig.
- Gelet daarop zijn alle onroerende zaken (art. 3:89 BW), bepaalde schepen en vliegtuigen (art.
8:199, art. 8:790, art. 8:1306) en beperkte rechten op registergoederen (art. 3:98 BW)
registergoederen. Een bedrijfsgebouw is dus een registergoed, evenals een stuk land, een huis
of een winkel. Maar ook een hypotheek op een bedrijfsgebouw is een registergoed.
- Vereisten voor registergoederen:
 Goederen
 Overdracht of inschrijving
 Openbare registers
- Overdracht wil zeggen dat het goed van de ene persoon overgaat op een andere.

, - Inschrijving van een overdracht of vestiging van registergoederen moet plaats vinden in
openbare registers.
- Openbare registers worden feiten die voor een rechtstoestand van registergoederen van belang
zijn opgenomen (artikel 3:16 BW)
- Het kadaster is de instantie die de openbare registers voor onroerende zaken bijhoudt en die
ervoor zorg draagt dat de gegevens van overdracht of vestiging worden ingeschreven.

Natuurlijke vruchten
- Zijn zaken die volgens verkeersopvatting als vruchten van andere zaken worden aangemerkt
(artikel 3:9, lid 1 BW)
- Vereisten voor natuurlijke vruchten:
 Het zijn zaken
 Deze worden volgens verkeersopvatting als vruchten van andere zaken aangemerkt.
Met verkeersopvatting wordt het maatschappelijk verkeer bedoeld.
- Een natuurlijke vrucht wordt een zelfstandige zaak op het moment dat deze wordt
afgescheiden (artikel 3:9, lid 4 BW)

Burgerlijke vruchten
- Dit zijn rechten die volgens verkeersopvattingen als vruchten van goederen worden
aangemerkt (artikel 3:9, lid 2 BW)
- Vereisten voor burgerlijke vruchten:
 Het zijn rechten. Met rechten wordt het vermogensrecht bedoelt.
 Deze worden volgens verkeersopvattingen als vruchten van goederen aangemerkt.
- Een burgerlijke vrucht wordt een zelfstandig recht op het moment dat deze opeisbaar wordt
(artikel 3:9, lid 4 BW)

, Goede trouw (artikel 3:11 BW)
- Goede trouw bij een persoon ontbreekt wanneer iemand de feiten of het recht waarop zijn
goede trouw betrekking kenden.
- Goede trouw ontbreekt ook wanneer iemand de feiten of het recht waarop zijn goede trouw
betrekking heeft behoorde te kennen.
- In het eerste geval betreft het een persoon die weet dat er iets niet in orde is, maar niets met
die wetenschap doet.
- In het tweede geval gaat het om een persoon die had moeten weten dat er iets niet klopte, maar
geen actie heef tondernomen om dit te achterhalen. Je hebt zekere onderzoek plicht, dat
betekend dat je het recht heb om onderzoek te doen naar een verkoper of een bepaald product.

Relatieve rechten
- Zijn rechte die slechts tegenover een bepaalde persoon werken en gelden ten opzichte van
eenieder. Worden ook wel persoonlijke rechten genoemd.

Absolute rechten
- Zijn rechten die een persoon op een goed kan hebben en gelden ten opzichte van iedereen.
- 8 absolute rechten:
 Vruchtgebruik (artikel 3:201 BW)
 Pand (artikel 3:227 BW)
 Hypotheek (artikel 3:227 BW)
 Eigendom (artikel 5:1 BW)
 Erfdienstbaarheid (artikel 5:70 BW)
 Erfpacht (artikel 5:85 BW)
 Opstal (artikel 5:101 BW)
 Appartement (artikel 5:106 BW)
- Absolute rechten hebben een zaakgevolg (droit de suite); hiermee wordt bedoelt dat absolute
rechten op een goed blijft bestaan, ook al bevindt dat goed zich niet meer in de macht van de
rechthebbende.
- Ook is op absolute rechten het prioriteitsbeginsel (droit de priorité) van pas. Dit houdt in dat
er meer dan één absoluut recht op een goed rust, dan gaat het eerder gevestigde absolute recht
vóór een later gevestigd recht.
- Een rechthebbende neemt van een absoluut recht op een goed een bevoorrechte positie in bij
ene faillissement van een ander, het droit de préference. Wanneer een persoon of een bedrijf
failliet gaat, dan vallen in beginsel al zijn of haar goederen in het faillissement.
- Vruchtgebruik, pand en hypotheek staan in boek 3 omdat ze zowel op zaken gevestigd kunnen
worden als op vermogensrechten.

Kenmerken absolute rechten
1. Absoluut  werking jegens een ieder.
2. Exclusief  als enige het recht hebben.
3. Droit de suit  absolute rechten op een goed blijven bestaan.
4. Driot de priorité  oudere recht geld voor nieuwe rechten.
5. Bevoorrechte positie van absolute rechten.

Volledig recht
- Is een heel groot recht met geen beperkingen.
- Eigendomsrecht is een volledig recht en wordt ook wel het moederrecht genoemd.

Beperkt recht
- Is een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht, hetwelk met het beperkte recht is
bezwaard. Het is dus een minder vergaand recht dan een volledig recht.
- Beperkte rechten zijn dus afgeleide rechten.

Vruchtgebruik

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisa1258. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.79
  • (0)
  Add to cart