Inleiding Europees en internationaal recht
Lesweek 1
Het internationaal recht
- Recht dat geldt tussen verschillende zelfstandige staten.
- Bronnen: verdrag, gewoonte, algemene rechtsbeginselen, besluiten van internationale
organisaties en uitspraken van internationale rechters.
- Uitgangspunten:
1. Staatssoevereiniteit.
2. Alle staten zijn gelijk.
3. Algemene rechtsbeginselen (goede trouw, redelijkheid en billijkheid,
aansprakelijkheid bij schending rechtsplicht).
4. Internationaal gedeelde opvattingen (ius cogens), verbod van agressie,
discriminatie, piraterij en genocide.
Staatssoevereiniteit
- De overheid heeft de ultieme beslissingsbevoegdheid op het grondgebied van de staat
en is de enige die wet- en regelgeving kan opstellen. Dit betekent dat andere staten
niet kunnen bepalen hoe alles in Nederland wordt geregeld.
- De staat kan beslissen om de beslissingsbevoegdheid over te dragen aan een ander
orgaan. Di hoeft overigens niet permanent te zijn.
- De staatssoevereiniteit kan worden beperkt als ene land onvrijwillig de
beslissingsbevoegdheid uit handen wordt genomen. Dit kan gebeuren als het land
onverwachts wordt binnengevallen.
Monisme
- Verdragen maken automatisch deel uit van het nationaalrecht. (Artikel 93 en 94 GW)
Dualisme
- Verdrag moet eerst in de wet van het nationaal recht worden opgenomen.
Internationale organisaties
- Staten zijn de voornaamste spelers binnen het internationale recht.
- Gouvernementele organisaties zijn organisaties die geen eigen bevoegdheden
hebben ten opzichte van de verdragsluitende landen.
- Supranationale organisaties zijn organisaties die eigen bevoegdheden hebben ten
opzichte van de lidstaten.
- Non-gouvernementele organisaties zijn organisaties die onafhankelijke zijn van
staten en hebben vaak een ideële doelstelling.
Internationale gouvernementele organisaties
- Lichaam opgericht bij verdrag voorzien van organen
- Taak: duurzaam behartiging gemeenschappelijke belangen
- Soorten organisaties: politieke, militaire, rechtsprekende, economische en sociale.
, Internationale organisaties
Supranationale organisaties
Hoe worden besluiten genomen? Hoe worden besluiten genomen?
=> Vetorecht => Meerderheidsbesluiten
Tussenvormen?
Veiligheidsraad (VN): alleen
bepaalde landen vetorecht
EHRM bij EVRM
Bepaalde onderwerpen binnen
de EU: wel veto bv.
Belastingregels
Buitenlandse
betrekkingen
Verenigde naties
- 193 lidstaten.
- Doel de internationale vrede en veiligheid bevorderen.
- Algemene vergadering vertegenwoordigers van alle lidstaten bespreken dingen die
de doelstelling van de VN raken. Kan leiden tot resolutie.
- Veiligheidsraad belangrijke rol bij conflicten. Bevat 15 leden waarvan 5
permanente leden met vetorecht (VS, VK, China, Rusland en Frankrijk).
- Internationaal gerechtshof.
Raad van Europa
- 47 lidstaten.
, - Doel het democratisch erfgoed beschermen door het Europees Verdrag tot
bescherming van de rechten van de mens.
- Comité van Ministers alle ministers van Buitenlandse Zaken van iedere lidstaat.
Bevoegdheden:
1. Aanbevelingen aan lidstaatregeringen.
2. Bindende beslissingen nemen.
3. Verdragen opstellen
- Parlementaire Vergadering leden van nationale parlementen
Bevoegdheden:
1. Aanbevelingen aan lidstaten
- Europese Hof van de Rechten van de Mens bindende uitspraken over toepassing
EVRM.
Verdragen van de EU:
- Het verdrag betreffende de Europese Unie
- Het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
Negatieve integratie
- Betekend dat de Eu overgaat tot het uitvaardigen van verboden.
Positieve integratie
- Betekend dat de EU overgaat tot het uitvaardigen van geboden.
Doelstellingen EU
Vrede en welzijn
Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht
Interne markt
- Is de bekendste doelstelling van de EU.
- De interne markt maakt het mogelijk dat er steeds meer gehandeld wordt tussen
bedrijven die in de lidstaten zijn gevestigd, dat er steeds meer personen over de grens
gaan werken en dat iedereen overal in de EU kan investeren.
- De bedoeling is dat er meer geïntegreerd wordt tot één gemeenschappelijke markt.
Onderdelen interne markt
1. Regels op het gebied van vrij verkeer goederen, personen, diensten en kapitaal dit
betekent dat de handelsstroom tussen de lidstaten niet belemmerd mag worden.
2. Verbod op staatssteun door middel van een subsidie die door de overheid wordt
gegeven is het mogelijk voor een bedrijf om goedkoper te produceren, dit is verboden
in de EU, want zo ontstaat er oneerlijke concurrentie.
3. Mededingingsrecht het verbod op kartels en het verbod op misbruik maken van een
machtspositie.
Kartelvorming
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisa1258. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.