Samenvatting 4.3C - Week 1. Diagnosis in context
Reading Questions:
1. Explain the difference between positive and negative symptoms and their place in the diagnosis
'Schizophrenia' according to the DSM-V
2. What are the fundamental shifts in clinical practice that Slade (2009) advocates?
3. How has the conception of mental illness changed over different clinical models?
4. Do DSM-like diagnoses offer a concrete, fixed explanation of the patient’s wellbeing, according to
Vanheule et al. (2019)? If not, how can they continue to be used?
5. Why is precision psychiatry flawed, according to Köhne & Van Os (2021)?
Susan Nolen – Hoeksema (2020): Schizophrenia Spectrum and Other Psychotic Disorders
Introduction
Mensen met schizofrenie zien, horen en voelen dingen die niet echt zijn (hallucinaties) en hebben
mogelijk vaststaande ideeën, bijv. dat hun gedachtes ‘verwijderd’ zijn door een externe kracht
(wanen). Ervaringen en ideeën die buiten de realiteit staan worden psychotisch genoemd. Mensen
met een psychose spreken mogelijk onsamenhangend en gedragen zich wellicht onvoorspelbaar.
Symptomen van schizofrenie bevinden zich op een continuüm en kunnen dus in ernst variëren van
mild tot ernstig. Vele mensen zullen niet voldoen aan de volledige criteria van een psychotische
stoornis.
De DSM-V erkent het continuüm van psychotische ervaringen door schizofrenie en andere
psychotische stoornissen te ordenen aan de hand van de ernst.
- De eerste stoornis is schizotypal personality disorder, welke betrekking heeft op gematigde
symptomen die overeenkomen met die van schizofrenie waarbij de grip op de realiteit nog wel
behouden is.
- Verder op het spectrum bevindt zich delusional disorder, waarbij individuen aanhoudende ideeën
hebben die tegengesteld zijn aan de realiteit. Er is echter een gebrek aan andere symptomen van
schizofrenie en vaak zijn ze niet beperkt in hun functioneren. De wanen zijn vaak dingen die
mogelijk zouden kunnen zijn, maar niet de waarheid.
- Mensen met brief psychotic disorder hebben symptomen van schizofrenie voor één maand of
korter.
- Bij schizophreniform disorder hebben mensen symptomen van schizofrenie voor 1-6 maanden,
waarna ze hun normale leven hervatten
- Schizoaffective disorder presenteert een gemixt beeld van schizofrenie en major depression of
manie.
- Andere psychotische stoornissen zijn substance-induced psychotic disorder en psychotic (of
catatonic) disorder associated with another mental condition, zijn psychoses die specifiek het
gevolg zijn van een middel of een aandoening. Deze stoornissen kunnen zowel kort- als
langdurend zijn.
Als je niet in staat bent
om het verschil te
erkennen tussen wat
echt en niet echt is,
,ervaar je een psychose. Deze kan vele vormen aannemen, waarvan de meest bekende en ernstige
schizofrenie is.
De meeste mensen ontwikkelen psychotische stoornissen in hun late tienerjaren of tijdens de vroege
volwassenheid.
Uit onderzoek blijkt dat de levensloopprevalentie van schizofrenie varieert tussen de 0.5-2%
Symptoms, diagnosis, and course
Schizofrenie is een complexe stoornis met psychose als kernsymptoom voor de diagnose. De DSM-V
refereert naar het schizofrenie spectrum om te reflecteren op het feit dat er vijf domeinen van
symptomen zijn die psychotische stoornissen definiëren en van elkaar te onderscheiden zijn op basis
van de ernst en de duur.
Positive symptoms: positieve symptomen van schizofrenie zijn wanen, hallucinaties, verstoorde
gedachten en verstoorde spraak. Ze worden omschreven als positief, want ze zijn externe uitingen van
ongewone percepties, gedachtes en gedragingen.
Delusions: ideeën waarvan een individu denkt dat ze waar zijn, maar deze zijn zeer
onwaarschijnlijk of simpelweg onmogelijk. Wanen verschillen op drie manieren van zelfbedrog (self-
deception):
- Ideeën van zelfbedrog, zoals stellen dat je de loterij gaat winnen, zijn mogelijk
- Mensen die ideeën van zelfbedrog hebben denken hier mogelijk zo nu en dan aan. Mensen met
wanen worden hierdoor in beslag genomen
- Mensen met ideeën van zelfbedrog erkennen vaak dat hun ideeën mogelijk onwaar zijn, terwijl
mensen met wanen sterk weerstand bieden tegen feiten of argumenten tegen hun ideeën.
Het meest voorkomend zijn persecutory delusions. Onderstaand staan de verschillende typen wanen
uitgelegd. Wanen kunnen simpel en kortstondig zijn. Echter, vaak zijn ze complex en uitgebreid,
waarbij de ideeën al lang worden geloofd. Wanen kunnen ook optreden bij andere stoornissen, zoals
depressie en bipolaire stoornis. Deze zijn vaak consistent met hun stemming. De specifieke inhoud
van wanen kan verschillen tussen culturen, wat waarschijnlijk culturele geloofssystemen reflecteert.
Hallucinations: dit zijn onechte perceptuele ervaringen. Bij mensen met schizofrenie zijn deze
frequent, aanhoudend, complex, bizar en verworven met wanen. Hallucinaties kunnen betrekking
hebben op alle zintuigen. Auditory hallucinaties (bijv. het horen van stemmen of muziek) zijn de
meest voorkomende. Tactile hallucinations hebben betrekking op iets wat buiten het lichaam gebeurd
en gevoeld wordt door de persoon, bijvoorbeeld insecten die over je lichaam lopen. Somatic
,hallucinations omvatten dat iets in het lichaam gebeurd, zoals wormen die je darmen opeten.
Hallucinaties treden niet enkel op in schizofrenie en andere psychotische stoornissen. Er is ook bewijs
dat deze optreden bij mensen met een depressie of bipolaire stoornis. Het type hallucinatie wat mensen
ervaren is overeenkomend onder verschillende culturen, maar de inhoud kan wel cultuur specifiek
zijn.
Disorganized thought and speech: het verstoorde denken van mensen met schizofrenie wordt vaak
formal thought disorder genoemd. Een van de meest voorkomende vormen van desorganisatie is de
neiging om van het ene onderwerp naar het andere onderwerp te gaan, zonder dat deze aan elkaar
gerelateerd zijn. Dit wordt ook wel loose associations of derailment genoemd. Ook kan het zijn dat
degene zelf woorden verzint, wat neologisms wordt genoemd. Daarnaast is het mogelijk dat de
persoon associaties maakt tussen woorden op basis van hoe deze klinken in plaats van de betekenis,
wat clangs wordt genoemd. Mannen met schizofrenie vertonen vaak ernstigere verstoringen in taal dan
vrouwen.
Disorganized or catatonic behaviour: het gedesorganiseerde gedrag van mensen met schizofrenie
is vaak beangstigend voor anderen. Ze vertonen mogelijk onvoorspelbare en plotselinge agitatie.
Mogelijk zijn deze gedragingen een reactie op wanen of hallucinaties. Mensen met schizofrenie
hebben vaak moeite met het organiseren van dagelijkse routines en ze vertonen mogelijk sociaal
onacceptabel gedrag. Catatonia is een vorm van gedesorganiseerd gedrag dat niet reageren op de
omgeving reflecteert. Dit varieert van een gebrek aan een reactie op instructies (negativism) tot het
vertonen van een rigide, ongepaste of bizarre houding tot een compleet gebrek aan verbale of
motorische reacties (mutism). Bij catatonic excitement vertoont de persoon niet doelgerichte,
excessieve motorische activiteiten zonder duidelijke reden.
Negative symptoms: bepaalde symptomen van schizofrenie worden negatief genoemd omdat ze een
verlies van bepaalde kwaliteiten van persoon reflecteren in plaats van gedragingen of gedachtes die
een persoon openlijk uit. De belangrijkste negatieve symptomen zijn restriced affact en
avoliton/asociality. De aanwezigheid van sterkere negatieve symptomen is meer geassocieerd met
negatievere uitkomsten dan de aanwezigheid van sterke positieve symptomen. Negatieve symptomen
zijn vaak meer aanhoudend en moeilijker om te behandelen dan positieve symptomen.
Restricted affect: refereert naar een ernstige afname van of de afwezigheid van emotionele
expressie. Mensen met schizofrenie vertonen minder gezichtsuitdrukkingen, vermijden mogelijk
oogcontact en zijn waarschijnlijk om gebaren te gebruiken voor emotionele communicatie. Hun
stemgeluid is mogelijk vlak en monotoon. Uit zelfrapportages blijkt dat mensen met schizofrenie
significante anhedonie, een verlies van het vermogen om plezier te ervaren, ervaren. Echter, in lab
studies waarin gestandaardiseerde reacties op positieve stimuli getoetst wordt, lijken mensen met
schizofrenie even vaak positieve affect als mensen zonder de stoornis te ervaren.
Avolition/asociality: avolition is het onvermogen om veel voorkomende doelgerichte activiteiten te
initiëren of te voltooien, bijv. op school, werk of thuis. De persoon is fysiek afgeremd in zijn
bewegingen en lijkt ongemotiveerd. Er is vaak een gebrek aan persoonlijke hygiëne. Avolition wordt
mogelijk geuit als asociality, wat een gebrek is aan een behoefte om interactie te hebben met andere
mensen. Mensen met schizofrenie zijn vaak teruggetrokken en sociaal geïsoleerd. Een deel van die
isolatie is mogelijk het gevolg van stigma. Asociality zou enkel gediagnosticeerd moeten worden
wanneer de persoon verwelkomende vrienden of familie heeft en de persoon geen interesse heeft om
met hen te socialiseren.
Cognitive deficits: mensen met schizofrenie vertonen verstoren in algemene cognitieve processen,
zoals aandacht, geheugen en verwerkingssnelheid. In vergelijking met mensen zonder schizofrenie
hebben ze meer moeite met het focussen en behouden van hun aandacht. Hun problemen met aandacht
en werkgeheugen zorgen ervoor dat het moeilijk voor ze is aandacht te besteden aan relevante
informatie en om ongewenste of irrelevante informatie te onderdrukken. De cognitieve verstoringen
dragen mogelijk bij aan de hallucinaties, wanen, verstoorde gedachtes en verstoorde gedragingen, en
avolition van mensen met schizofrenie.
, Diagnose: de DSM-V stelt dat om gediagnosticeerd te worden met schizofrenie ten minste twee
symptomen van psychose moet vertonen, waarbij minimaal een wanen, hallucinaties of
gedesorganiseerde spraak moet zijn. Deze symptomen moeten consistent en acuut aanwezig zijn voor
minimaal een maand en hiernaar wordt gerefereerd als de acute fase van de stoornis. Daarnaast moet
het individu sommige symptomen voor minimaal 6 maanden hebben in de mate dat deze het sociaal-
of beroepsfunctioneren verstoren. Gedurende de 6 maanden voor en na de actieve fase moet het
individu voornamelijk negatieve symptomen vertonen. Deze worden vaak prodromal symptoms
(voor de acute fase) en residual symptoms (na de acute fase) genoemd. Indien onbehandeld is
schizofrenie zowel chronisch als episodisch. Het ongewone gedrag en de asocialiteit van mensen met
schizofrenie kan overeenkomen met symptomen van autisme. Om onderscheid te maken tussen de
twee stoornissen specificeren de criteria van schizofrenie dat deze enkel gediagnosticeerd kan worden
als wanen en/of hallucinaties duidelijk aanwezig zijn. De impact van schizofrenie symptomen op het
leven van de patiënt is enorm. Moeilijkheden in functioneren zijn gelinkt aan de negatieve
symptomen (het gebrek aan motivatie en gepaste emotionele reactiviteit) en positieve symptomen.
Een persoon met schizofrenie blijft mogelijk chronisch niet reageren, ongemotiveerd en sociaal
geïsoleerd ook als deze niet acuut psychotisch is. In de DSM-IV werd nog gesproken over subtypes
van schizofrenie, zoals paranoid schizophrenia, maar dit is in de DSMV losgelaten vanwege een
gebrek aan bewijs over de diagnostische stabiliteit, validiteit en bruikbaarheid.
Prognose: schizofrenie is een van de meest ernstige en slopende psychiatrische stoornissen en vele
patiënten leiden voor vele jaren aan de symptomen en beperkingen, zelfs met behandeling. De
levensverwachting van mensen met schizofrenie is 10-20 jaar korter dan voor mensen zonder
schizofrenie. Tussen de 5-10% van de mensen met schizofrenie overlijdt aan zelfmoord. Ondanks de
negatieve statistieken laten vele mensen met schizofrenie geen progressieve verslechtering zien in
functioneren over de levensloop, maar een stabilisatie binnen 5-10 jaar na hun eerste episode.
Gender and age factors: vrouwen met schizofrenie hebben vaak een betere prognose dan mannen
met deze stoornis. De redenen hiervoor zijn nog vrij onduidelijk. Mogelijk speelt een latere aanvang in
vrouwen van deze stoornis een rol. Ook zou oestrogeen mogelijk een beschermende rol hebben. In
zowel mannen als vrouwen met schizofrenie lijkt het functioneren te verbeteren met leeftijd. Mogelijk
vanwege behandeling of omdat zij en familieleden de vroege symptomen van terugval leren
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eliseabal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.17. You're not tied to anything after your purchase.