Volledige samenvatting van H21 afweer uit het boek biologie nectar (4e editie) voor 6 VWO. Paragraaf 1 t/m 5 zijn compleet en duidelijk samengevat, waardoor je een goed cijfer kan halen. Veel succes!
Barrières tegen zonlicht:
Dekweefsel= Laag nauw aaneengesloten cellen waar grote moleculen zoals ziekteverwekkers niet
doorheen kunnen. Beschermt het inwendig milieu tegen het uitwendig milieu.
- Opperhuid bestaat uit hoornlaag (laag dode cellen), de basale cellenlaag (hierdoor groeit
afslijtende opperhuid aan, bestaat uit stamcellen), lederhuid (maakt huid soepel + bevat zintuigen)
en onderhuidsbindweefsel (warmte-siolatie).
Mechanische afweer= Vorm van afweer tegen herbivoren, zoals stekels en doornen.
Bescherming tegen zonlicht:
Melanocyten (pigment vormende cellen in basale cellenlaag) hebben uitlopers met korrels melanine.
Melanine is het pigment dat wordt gemaakt door melanocyteen. Het zit en in de kernen en beschermt het
DNA. Wanneer deze bescherming er niet is beschadigd de uv-straling het DNA.
Vochtbarriès:
Organen worden beschermd doormiddel van het slijmvlies. Dit dekweefsel scheidt slijmbekercellen af dat
bacteriedodende stoffen bevat. Door trilharen wordt het slijm in de longen afgevoerd en doorgeslikt.
Biochemische barrière= De barrière tegen ziekteverwekkers in de maag (lage pH waarden).
Kortom de mens heeft drie duidelijke barrières: de huid, slijmvliezen en maagzuur.
Investeren in bescherming/ chemische bescherming:
Planten verdedigen zich op verschillende manieren:
- Mechanische afweer: harde stekels, doornen, holtes waar mieren inzitten die de kleine blad etende
prooien vangen.
o Planten kijken naar wat voordeliger is: beschermen tegen veel dieren, maar dit kost veel
energie. Bescherming tegen minder dieren kost minder energie. Daarnaast voeden sommige
planten de dieren die hun beschermen, want dit kost minder energie dan zelf beschermen.
- Chemische afweer= Planten beschermen zichtegen herbivoren door aanmaak schadelijke stoffen.
o Bijv. door middel van bittere smaken, bijtende, brandende of giftige stoffen.
o Bijv. door combinatie van histamine, mierenzuur en acetylcholine. Mierenzuur bijt en maakt
wondjes in de huid; de histamine kan nu het lichaam in en verwijdt de bloedvaten.
Acetylcholine prikkelt de zenuwen, wat een pijn veroorzaakt.
- Schimmels en bacteriën worden tegengehouden door het sluiten van de huidmondjes, het
aanmaken van H2O2 waardoor de celwand verdikt (meer bescherming), aanmaak van stoffen (zoals
NO) die schimmelsporen op de bladeren doden.
Signaalstoffen en lokstoffen:
Wanneer de planten ondanks de verdediging toch worden gegeten, dan scheiden ze (geur)stoffen af die
een waarschuwingssignaal zijn voor andere planten. Andere planten ontvangen deze via de lucht en
zorgen dan voor extra afweer door middel van aanmaak van vies smakende stoffen. De stoffen die het
waarschuwingssignaal vormen, zijn ook tegelijk lokstoffen voor de vijand van de herbivoor die de plant
probeert te eten. Door de lokstoffen komt de predator van de planteneter naar de plant en eet de
planteneter op. Hierdoor heeft de plant een grotere overlevingskans. Sommige planten maken vanaf het
moment dat ze beschadigd zijn speciale nectar voor dieren die de belagers van de planten opeten.
, 21.2 Niet-specifieke afweer
Omringd door eencellige organismen
Bacteriën zijn eencellige organismen, met een celwand, celmembraam en ribosomen. Het cirkelvormig
chromosoom ligt los in het grondplasma, daarom zijn bacteriën prokaryoot. En ze hebben ook plasmiden:
kleine cirkelvormige DNA-moleculen. Bacterien worden ingedeeld op verschillende manieren:
- Leefomgeving (aeroog of anaeroob)
- Voedselherkomst (heterotoof of autrotoof)
- Celvorm (bolletjes of staafjes)
- Celwandverschillen (reactie op kleurstoffen)
Microbioom= Alle bacteriën op je lichaam.
Bacteriën als ziekteverwekkers:
Je kan ziek worden van sommige bacteriën, doordat ze giftige stoffen maken, zoals microcystines,
cirkelvormige peptidemoleculen die de lever beschadigen of anatoxine-a wat de zenuwen aantast.
Andere eencellige ziekteverwekkers:
Eukaryoten hebben een celkern en organellen. Vb. eukaryote ziekteverwekkers is een parasiet: het dringt
ons lichaam binnen en vermeerdert zich + ontwikkelt zich zodat het een rode bloedcel binnen kan dringen.
Na vermeerdering in rode bloedcellen verlaten de parasieten deze, waarvan een klein deel voortplant. De
geslachtscellen versmelten in de maag van de mug tot een zygote, waaruit nieuwe parasieten ontstaan.
DNA- en RNA-virussen:
Virus= Ziekmakend deeltje dat bestaat uit DNA of RNA, omgegeven door een eiwitkapsel (capside). Soms is
er een extra membraan om eiwitkapsel bevat eiwitten afkomstig van gastheer van virus (Virusenvelop).
1. Virussen hechten aan receptoreiwitten op celmembraan van gastheercel.
2. Virus gaat door celmembraan door endocytose de gastheercel in.
3. Erfelijk materiaal komt vrij, waarna het enzym integrase dit inbouwt in DNA van gastheercel.
a. RNA-virussen injecteren naast hun erfelijk materiaal ook het enzym transcriptase.
b. Transcriptase zet het RNA-virus om naar DNA.
4. Na vorming van mRNA en translatie ontstaan nieuwe virusdeeltjes in de cel.
Lichaamseigen en lichaamsvreemd:
1e verdedigingslinie= huid + slijmvliezen, als ziekteverwekkers hier langs komen, dan komt 2 e
verdedigingslinie in actie: niet-specifieke afweer= Opruiming systeem van witte bloedcellen en
bloedeiwitten dat lichaamsvreemde deeltjes onschadelijk maakt.
Eerst wordt onderscheid gemaakt tussen lichaamseigen en lichaamsvreemd.
Antigenen= Moleculen die het afweersysteem kunnen activeren.
Elke lichaamscel presenteert via MHC-I-moleculen, stukjes eiwitten/antigenen die de cel zelf heeft
gemaakt. Daarmee is de cel herkenbaar als lichaamseigen.
MHC-I-moleculen= Eiwitmolecuul in lichaamscellen die niet tot het afweersysteem behoren en de
antigenen bevestigen aan het celmembraan.
Reageren op lichaamsvreemde cellen:
Een met virus besmette cel maakt naast lichaamseigen eiwitten ook viruseiwitten. Antigenen van het virus
belanden op het celmembraan. Daarmee is het duidelijk dat de cel geïnfecteerd is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller danevanengelen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.