Afwerking
Hout
1.1 Hout en zijn eigenschappen
1.1.1 Inleiding
Veelvuldig gebruik
→ Constructiemateriaal stevigheid / elasticiteit / lichtheid
spoorwegen – bouwkunde
→ Grondstof papier – gas en alcoholnijverheden
→ Brandstof
Natuurlijke eigenschappen – geschikt als bouwmateriaal
> Grote sterkte bij relatief gering eigengewicht
> Gemakkelijke bewerkbaarheid
> Fraai aspect
Elke toepassing stelt eigen eisen
> Structuren sterkte
> Buitenschrijnwerk duurzaamheid
> Plaatmateriaal vormstabiliteit
> Meubelen tekening + kleur + textuur
Hout is van nature hernieuwbaar
CO2-neutraal
energiezuinig
recycleerbaar
1.1.2 Opbouw van het hout
1.1.2.1 Dwarsdoorsnede
MERG
→ Doorsnede enkele mm
→ Zachte stof
→ Beperkt tot eerstejaarsstengel van onderdeel van de boom waarin hij voorkomt
, KERNHOUT
→ Mechanisch weerstandbiedend geraamte
→ Werkt niet mee aan groei boom
→ Donkerdere kleur
SPINTHOUT
→ Laatst gevormd gedeelte van het hout
→ Water + voedsel (opgenomen door wortels) tot in bladeren transporteren
CAMBIUM
→ Teeltweefsel van boom
→ Maakt diktegroei mogelijk
→ Nieuwe cellen ontstaan in weefsels
BAST
→ Nieuwe cellen die in cambium voorkomen
→ Aan buitenkant van cambium gelegen
→ Dalende sapstroom
SCHORS
→ Afgestorven deeltjes van de bast
→ Scheuren: waar de schors de normale groei van de boom niet kan volgen
→ Poreuze laag die uitdrogen van boomsappen verhindert (bij hoge temperaturen)
→ Bescherming tegen temperatuur / vochtigheid / mechanische invloeden
1.1.2.2 Celgroei
Bouwsteen van ieder levend wezen
CELWAND
→ Voornamelijk samengesteld uit
> Cellulose celstof draadvormige moleculen
> Lignine houtstof natuurlijke lijm die cellulosemoleculen samenhoudt
Anisotrope structuur: eigenschappen volgens ≠ richtingen uiteenlopend
CELRUIMTE
→ Ruimte omsloten door celwand
→ Levende cellen gevuld met voedingsstoffen proteïnen / koolhydraten / vetten …
→ Dode cellen gevuld met afvalproducten looistoffen
INTERCELLULAIRE RUIMTEN
→ Ruimten tussen ≠ aangrenzende cellen
MIDDENLAMEL
→ Speciale laag die aan elkaar grenzende cellen verbindt – pectinelaag
1.1.2.3 Het houtweefsel of bestandweefsel
Houtcel zal na enige tijd verhouten: houtvezel
Weefsel: groep van cellen
GROEIBREEDTE EN SCHRIJNWERKHOUT VS CONSTRUCTIEHOOGTE
Naaldhout Loofhout
Dikte laathoutzone cte Dikte vroeghoutzone cte
Voor constructiehout Voor constructiehout
→ Traag groeiend hout → Snel groeiend hout
→ Weinig vroeghout → Zo veel mogelijk laathout
rest gebruikt als schrijnwerkhout
1.1.2.5 Verkerning – Spinhout – Kernhout
→ Sapstroom enkel in spinthout
→ Wanneer sapstroom stopt, verkernt het hout: kernhout
Nog niet verkernd hout: spinthout
1.1.3 Eigenschappen van hout
1.1.3.1 Vochtgehalte
Hygrosopisch
= verhouding van de totale hoeveelheid water aanwezig in een stuk hout tov absoluut
drooggewicht van dat hout (100% = evenveel vocht als drooggewicht)
→ Vers gekapt hout – vochtgehalte ±50%
→ Spinthout > kernhout
Soorten water in hout
→ Gebonden water in celwanden (±30%)
→ Vrij water in celholten en openingen tussen cellen
Vezelverzadiging
= vochtgehalte dat juist overeenstemt met de verzadiging van de celwanden
→ Afmetingen vezel veranderen bij opnemen en afstaan van gebonden water
(zwellen en krimpen)
→ Bij afgeven van gebonden water gaan de meeste mechanische eigenschappen
vooruit + bij het opnemen achteruit
→ Hout met hoge vezelverzadiging wordt gemakkelijker door zwammen aangetast
, Elektrische vochtmeters
→ Snel – minder nauwkeurig
→ Enkel voor vochtgehaltes vanaf 7% tot aan de vezelverzadiging (25 – 30%)
→ Wel bruikbaar voor bouwkundige toepassingen
Door progressief drogen
GROEN HOUT Gebonden + vrij water
Indien poriën volledig gevuld met water: verzadigd hout
VOCHTGEHALTE BIJ Celwanden verzadigd
VEZELVERZADIGING Vrij water verdampt
HALFDROOG HOUT Vochtgehalte: 23% – vezelverzadiging
HANDELSDROOG HOUT Vochtgehalte: 18 – 23%
Spanten (al dan niet geventileerd)
LUCHTDROOG HOUT Vochtgehalte: 12 – 23%
Buitenschrijnwerk
KAMERDROOG HOUT Vochtgehalte: ≤ 12%
Binnenschrijnwerk geen centrale verwarming
Vochtgehalte: 10 – 12%
Binnenschrijnwerk wel centrale verwarming
Vochtgehalte: 6 – 8%
Evenwichtsvochtgehalte
Bij een bepaalde relatieve luchtvochtigheid (RV) zal
het vochtgehalte van hout na een zekere tijd steeds
dezelfde vaste waarde bereiken
→ Acclimatisatie Vrijwel alle houtsoorten
bereiken bij benadering
voor éénzelfde RV
éénzelfde
evenwichtsvochtgehalte
1.1.3.2 Vormstabiliteit
Grens = vezelverzadiging
Krimp
= beweging van het hout in een bepaalde richting
Lineaire krimp
→ Lineaire krimpcoëfficiënt: krimp voor wijziging van 1% in vochtgehalte
Narekenen welke krimp ontstaat bij luchtdroog maken
Volumekrimp
→ Volumekrimpcoëfficiënt: krimp voor wijziging van 1% in vochtgehalte
Axiale krimp 1%
Radiale krimp 5%
Tangentiële krimp 10%
Vormverandering
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bovr4. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.54. You're not tied to anything after your purchase.