alle breuklijnen van alle hoofdstukken (6) uitgetypt zoals het op het examen moet + bij elke breuklijn kernwoorden om het beter te kunnen onthouden.
Als ge dit kent, bent ge der gegarandeerd door!
gij geeft mij geld, ik zorg voor u diploma ;)
Hoofdstuk 1: doorbraak van het liberalisme (1830-1848)
Sociaal-economische breuklijn
Hier vindt de industrialisering plaats, maar de landbouw blijft bepalend. De overheid gaat hulp bieden
aan de industrie. Ook het vroegsocialisme ontstaat hier. Onze koning is Leopold I en de liberale hebben
een overwinning in 1847. In Frankrijk breek er een revolutie uit waardoor de liberale regering preventief
zal hervormen.
Van 1845-1847 vond er een crisis plaats. Er was een hongerwinter in Vlaanderen. De pacht- en
graanprijzen zijn hoog. Ook was er een crisis in de huisnijverheid doordat de industrie begon te groeien
en deze simpele diensten nu in de fabriek werden gedaan. Er gingen dus ook heel wat mensen van het
platteland naar de steden verhuizen. Via naamloze Vennootschappen breidt ons kapitaal uit. De Société
Générale gaat financieren. De overheid vergemakkelijkt de industrie door onder andere de export te
vergemakkelijken. Zo worden er wegen en spoorwegen aangelegd en worden er handelsverdragen
gesloten.
Het vroegsocialisme maakt een opmars. Ze bestaan uit burgerlijke revolutionairen en arbeiders. Jacob
Katz probeert via toneelstukken de arbeiders politiek bewust te maken.
Onze toenmalige koning was Leopold I, het is een ancien-regime figuur en is dus tegen de grondwet. Ei
wou unionistische kabinetten.
In 1836 kwam er de gemeentekieswet. De koning kan ook de burgemeesters benoemen.
In 1847 halen de liberalen een meerderheid, waardoor er een einde komt aan het unionisme. Ze gingen
ervoor zorgen dat het onderwijs via de staat geregeld werd en schaft de gemeentekieswet van 1842 af.
In 1848 komt er een revolutie is Parijs. De regering had schrik dat deze ideeën zouden overwaaien naar
België, dus gingen ze preventiemaatregelen instellen: actieve kiescijns verlagen, afschaffen zegelrecht,
afschaffen ambtenarenparlement en afschaffen van kieswijkenwet.
Levensbeschouwelijke breuklijn
In deze periode waren de katholieken aan de macht. Zij gingen heel wat wetten in hun voordeel
doorvoeren. Ook het verdrag van Londen werd afgehandeld. Het orangisme en reünionisme zijn 2
bewegingen die dan naar voren komen.
Katholieken werden steeds opnieuw verkozen en dat lag aan de kieswet van 1831. Deze wet zegt dat
mensen van het platteland minder cijns moeten betalen dan mensen van de steden, waardoor
voornamelijk katholieken konden gaan stemmen. In 1842 maakte ze de Wet Nothomb. Die zegt dat er
in elke gemeente een lagere school moest zijn en onderwijs tot 14 jaar. In dat jaar werd ook de
kieswijkenwet ingevoerd. Zo kunnen kiesdistricten zich aanpassen naar eigen voordeel.
In 1939 kwam er het Verdrag van Londen. België werd hierin officieel onafhankelijk verklaard en moest
een eeuwige neutraliteit ondergaan met internationale garantie.
In het binnenland waren er enkel tegenstanders. Het orangisme (pro-Nederland) en het reünionisme
(pro-Frankrijk). Beide groepen mislukken uiteindelijk.
Liberale gaan reageren op de katholieken. Je kan ze onderverdelen in 2 groepen, de sociaal-
conservatieven en de linkervleugel. In 1834 werd de ULB onder Verhaegen opgericht als reactie op de
KUL. Via deze wegen konden de liberalen toch nog invloed uitoefenen.
Kernwoorden: - Unionisme katholieken door kies wet van 1831
- 1842: Wet Nothomb
- 1939: Verdrag van Londen
- Liberalen reageren
, Communautaire breuklijn
De taaltegenstellingen waren in deze periode nog niet groot. In de grondwet stond wet dat er
taalvrijheid was, maar in realiteit nam Frans de bovenhand. Stilaan kwamen er taalminaren die het
Nederlands probeerde te doen overleven. De Vlaamse Beweging wordt gesticht en in 1840 vindt er een
petitieactie plaats die ervoor pleit dat Nederlands naast het Frans kan worden gebruikt. De Vlaamse
Beweging is gematigd, maar zorgt er wel voor dat het Nederlands blijft bestaan.
Kernwoorden: - Taakvrijheid in grondwet
- Taalminaren
- Vlaamse Beweging
Hoofdstuk 2: triomf van het liberalisme (1850-1884)
Sociaal-economische breuklijn
De industrie bleef groeien, waardoor het kapitaal geconcentreerd was bij de Naamloze
vennootschappen. Maar een tiental mensen hebben het eigenlijk voor het zeggen. De arbeid was heel
zwaar en arbeiders leefde in verschrikkelijke omstandigheden. Het liberaal beleid bood hulp aan de
Société Générale, stichtte in 1850 de Nationale bank, in 1860 de kredietbank en in 1865 algemene
spaar- en lijfrentekas. De handelsverdragen gaan vlotter en de staat investeert. Er is geen interventie is
lonen en prijzen, wel is er een werkboekje, coalitieverbod, bewijsregels en rijkswacht of leger tegen
stakingen.
Stilaan komt de arbeidersbeweging op. Die begint eerst met woede-uitbarstingen en gaat over naar
stakingen met behulp van het Proundhonisme (communes & coöperatieven) en Marxisme.
Ook de sociale progressieve middenklasse komt op. Er is een klassenintegratie. In 1860 gaat de
Antwerpse Meetingpartij zich verzetten tegen Leopold II. In 1866 komt er een afschaffing van het
coalitieverbod, in 1870 is er verlaging van cijns in steden en provincies en in 1883 geldt het capacitair
stemrecht voor gemeenteraadsverkiezingen.
Zo worden de liberalen stilaan minder geliefd en dan vooral bij de arbeiders.
Kernwoorden: - Kapitaal geconcentreerd
- Verschrikkelijke omstandigheden arbeiders
- 1850: Nationale Bank
- 1860: kredietbank
- 1865: algemene spaar- en lijfrentekas
- Arbeidersbeweging
- Marxisme & Proundhonisme
- Sociale progressieve middenklasse
- 1866: afschaffing coalitieverbod
- 1870 verlaging cijns in steden en provincies
- 1883: capacitair stemrecht (gemeente)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller leen1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $22.12. You're not tied to anything after your purchase.