Rechtsmethodiek
II: het objectieve recht:
A: het objectieve en subjectieve recht
1. Het objectieve recht
= hert geheel van rechtsregels dat op een bepaald moment op een bepaalde plaats
van toepassing is.
=gedragsregels + institutionele regels
Gedragsregels: abstract geformuleerd, in algemeen van toepassing (draagwijdte),
van toepassing op alle gelijke gevallen. (Normatief= zeggen hoe je je moet gedragen)
Dwingend karakter verschilt:
Imperatief-dwingend: geen afwijking mogelijk, van toepassing op regels van
openbare orde of goede zedenzaken. (Op straffe van nietigheid) (als een regel van
het dwingend recht niet wordt nageleefd wordt het nietig verklaar) (vb: door het
rood rijden doe je dat niet moet je niet met een excuus afkomen.
suppletief-aanvullend: afwijkingen zijn toegestaan, als er in een bepaalde situatie
geen specifieke regels gemaakt zijn kan men de regels van het wetboek volgen (vb:
trouwen, trouw je zonder contract dan volgt men de wettelijke regel, maat men mag
dus wel van die regels afwijken)
Bijkomende regels: een institutionele kader met institutionele regels: voor
toepassing en afwinging van gedragsregels:
Procedureregels: als regels niet worden gevolgd moet er iets zijn dat de
mensen kan bestraffen
Bedoeling: ordening van de maatschappij door rechtszekerheid te bieden en
rechtvaardigheid te waarborgen
Afdwingbaar door maatschappelijk gezag.
2. Het subjectieve recht
= Concrete aanspraak die men aan een rechtsregel uit het objectieve recht ontneemt.
(Kijken hoe het voor jou van toepassing is en het gebruiken)
°op individueel niveau
Leert hoe een rechtsregel werkt
Rechtsregel is hypothetisch geformuleerd
Als dan VB: wet over schadevergoeding: zoeken naar als-> dan
Eerst onderzoeken:
ALS
Heeft iemand een fout begaan, heeft iemand schuld?
Is er schade?
Tussen fout en schade moet er een oorzakelijk verband bestaan. Is het er niet dan
is er geen verplichting tot schadevergoeding.
Voorwaarden die moeten gelden
DAN
Dan moet de schuldige partij de schade vergoeden
Dus:
Diegene die schade lijdt heeft een aanspraak op schadevergoeding (= concrete
aanspraak= subjectieve recht)
Diegene die schade heeft veroorzaakt is gehouden tot de vergoeding van de
schade
, Elementen van een rechtsregel:
1) Rechtssubject: (wie)
Iedereen die houder is van rechten
Fysieke persoon
Rechtspersonen: juridische ficties: vennootschap, stichtingen, verenigingen (vzw).
Je kan er contracten mee sluiten, maar het is geen fysiek persoon.
2) Rechtsfeit: die feiten waarvan de wetgever zegt dat als ze zich voordoen er
juridische gevolgen zijn.
3 types:
1: natuurlijke gebeurtenissen: vb: overstroming, geboorte
2: feitelijke menselijke gedragingen: feitelijke handeling die mensen stellen
3: rechtshandelingen: handelingen die een persoon stelt, met de bedoeling de
juridische gevolgen te genereren. Vb: computer kopen (koopcontract tot stand
laten komen)
3) Rechtsgevolg: gevolgen die rechtsregels aan rechtsfeiten verbindt.
Ontstaan, wijzigen of uitdoven van subjectieve rechten
Ontstaan, wijzigen of uitdieven van rechtsplichten en de sanctionering Evan bij
overtreding
Wijziging in de rechtstoestand van een rechtssubject.
Subjectieve recht geeft een persoon een bepaalde juridische bekrachtig ten
aanzien van een bepaalde zaak of afspraak tegen bepaalde personen die
afdwingbaar zijn. (Geeft men de mogelijkheid bepaalde rechten af te dwingen of
bepaalde personen te bestraffen)
Subjecte rechten zoeken in het objectieve recht.
B: overzicht van het subjectieve recht.
1. Opdeling in rechtstakken of rechtsgebieden
= rechtsdogmatiek of juridische doctrine
= bestudeert het recht zoals het is en het, het beste wordt toegepast binnen het
rechtssysteem zelf
Versus de sociale wetenschappen en metajuridica (rechts doctrine kijkt niet naar
wat de gevolgen zijn van de rechtsregels)
Bestuderen het recht als een maatschappelijk fenomeen
Toegepast op het recht:
Rechtsfilosofie
Rechtssociologie
Rechtseconomie
Rechtsgeschiedenis
Structureert het recht in rechtstakken
Coddificatie in wetsboeken
Structuur van rechtsbanken
, Onderscheidt tussen privaat en publiek recht
Privaatrecht:
Regelt verhoudingen tussen rechtssubjecten onderling in een private
context en de status van het rechtssubject.
Rechtssubjecten staan op voet van gelijkheid en vrijheid.
Hebben de mogelijkheid om af te wijken
Wettelijke regeling is aanvullend
Kunnen ook een dwingende werking hebben: bij regels van openbare
orde (wet is van openbare orde wanneer ze de essentiële belangen van de
staat of gemeenschap raakt) of goede zeden, deze regels zijn dan relatief:
de beschermde partij kan deze regels inroepen.
Publiekrecht:
Beheerst uitoefening van het staatgezag.
Organisatie van overheidsinstellingen
Werking onderling en tegenover rechtsonderhorige
Verbonden met uitoefening staatsgezag
Ondergeschiktheid van burger aan overheid
Regels zijn dwingend (imperatief): overheid zal de overtreding ervan
sanctioneren
Onderscheid tussen privaat en publiekrecht is niet meer absoluut
Door:
Moderne welvaartstaat en grote rol van overheid in private
aangelegenheden
Dubbel gebruik door overheid
Nieuwe rechtsdomeinen bevatten regels uit beide domeinen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller charlottevleminx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.87. You're not tied to anything after your purchase.