Een samenvatting van:
De taallijn hoofdstuk 4 en 9 en
Basiskennis taalonderwijs hoofdstuk 3 t/m 7 en 9
exclusief powerpoints.
Ik heb dingen die ik zelf al goed wist niet toegevoegd, dus zelf nog even door het boek is wel aan te raden. Samenvatting is verder wel compleet.
Productieve taalverwerving: het actief gebruiken van een woord
Vier fasen van woordenschat ontwikkeling:
1. +/- 1 jaar oud. Kinderen gaan woorden bewust gebruiken. Functie van communicatie.
2. +/- 18 maanden. Beperkt aantal woorden om personen, voorwerpen en activiteiten te
kunnen benoemen. Het kind heeft voor elk ding afzonderlijk een apart woord. ‘Boek’ is
bijvoorbeeld alleen een plastic boek.
3. +/- 2 jaar. Er ontstaat een zekere samenhang in de woordenschat van het kind. Kinderen
leren dat er categorieën zijn. Er kan over generalisatie plaats vinden. ‘Poes’ wordt
bijvoorbeeld voor alle dieren gebruikt.
4. Kinderen creëren netwerken van woorden. Ze kunnen ook relaties van woorden ontdekken;
Van betekenis, van vorm, van functie, qua categorie (bijvoorbeeld ‘dieren’). En ook eigen
gemaakte categorieën zoals eend en oma als deze voor het kind bij elkaar horen.
De woordenschat van anderstalige kinderen:
Anderstalige kinderen hebben vaak een taalachterstand, vooral op het gebied van
woordenschat. Soms worden deze verschillen alleen maar groter. Er zijn twee manieren om
hen woordenschat aan te leren: Nederlandse woorden aanleren die ze al kennen in hun
eerste taal of Nederlandse woorden aanleren die ze nog niet kennen in hun eerste taal. De
eerste manier is vaak eenvoudiger voor de leerlingen. Daarom is het van belang om te weten
welke woorden de leerlingen al kennen in hun eerste taal.
Woordenschataanbod:
Tussendoelen woordenschat
Wanneer er een beperkt taalaanbod is in de - Kinderen beschikken over een basiswoordenschat
omgeving is de gebruikte taal ook minder. - Ze breiden gericht hun woordenschat uit
Kwalitatief en kwantitatief moet het aanbod - Ze leiden nieuwe woordbetekenissen af uit verhalen
- Ze zijn erop gericht woorden productief te gebruiken
- Ze maken onderscheid tussen vorm- en
betekenisaspecten van woorden
, goed zijn. Door een woord uit te leggen of een synoniem te geven wordt de betekenis
duidelijk.
Zelfstandige naamwoorden over het hier en nu worden het eerst verworven. Naarmate de
ontwikkeling vordert worden er steeds meer woorden los van de context geleerd.
Drie manieren om woordbetekenissen te achterhalen:
1. Een woord analyseren, dat wil zeggen de betekenis afleiden uit delen van het woord.
2
2. Gebruik maken van de verbale en non-verbale context, door te letten op de rest van de tekst
of op illustraties of voorwerpen.
3. Gebruik maken van een bron in de moedertaal of tweede taal, met hulp van een volwassene
of ander kind, of met behulp van een woordentaal.
Strategieën die kinderen kunnen toepassen om de woordbetekenissen te onthouden, zijn:
- Een woord herhalen door het hardop te zeggen of op te schrijven.
- Een woord opalen uit het geheugen, dat wil zeggen bedenken wat een woord ook alweer
betekent.
- Een woord opschrijven in een zin, een woordschema maken of aantekeningen maken.
Er is sprake van diepe woordkennis als kinderen:
o Weten wat het woord betekent wanneer ze het in een nieuwe situatie tegenkomen
o Het woord zelf in nieuwe situaties gebruiken
o De verschillende betekenissen van het woord kennen Woordenschatonderwijs in vier
stappen
o Het betekenisverschil kennen tussen dit woord en andere
woorden die er op lijken. 1. Woorden selecteren
2. Betekenissen verduidelijken
Viertakt van Van den Nulft en Verhallen (2002) 3. Herhalen en oefenen
4. Controleren
1. Voorbewerken
2. Semantiseren: de betekenis van woorden uitleggen.
3. Consolideren: het verankeren van woorden en de betekenissen in het geheugen door
oefening en herhaling.
4. Controleren: nagaan of de kinderen de aangeboden woorden inderdaad kennen.
Een woord is geschikt als: Betekenis van nieuwe woorden
verduidelijken: die 3 U’s
- De betekenis van het woord onbekend is
- Uitbeelden
- Het functioneel is voor kinderen - Uitleggen
- Uitbreiden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller beamyrthe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.