Ontwerpmethodiek 1.2 Samenvatting, alle hoofdstukken obv 'wat te kennen voor examen'
- Docent: Leentje Van Aken
- In kleur & met afbeeldingen + zelf aan te vullen
1. De impact van het ontwerpen
1.1 Ontwerpmethodiek
1.1 Inleiding
1.2 De behoeftepiramide van de ontwerper
● Behoeftepiramide van ontwerp: woorden ku aanvullen + beschrijving
→ eens de onderste behoefte is voldaan kan men naar de volgende
- Creativiteit: er is op ‘innovatieve’ manier
sprake van interactie tussen mens en ontwerp,
deze worden het meest gewaardeerd & het
langst gebruikt.
- Vakkundigheid: mensen in staat stellen
dingen beter te doen dan voorheen
- Gebruiksgemak: gaat over de eenvoud
van bediening & fouttolerantie
- Betrouwbaarheid: heeft te maken met stabiele en consistente prestaties
- Functionaliteit: heeft te maken met de meest elementaire eisen aan een ontwerp (wat
maakt een klok een klok: uur kunnen weergeven)
1.3 Over vorm, functie en context
● Tip Ton stoel: Ontwerpprincipes
○ ontworpen vanuit hoe mensen werkelijk een stoel gebruiken
→ gebaseerd op het feit dat de mens regelmatig beweegt op een stoel
1.4 Over duurzaam ontwerpen
● Design with intention
= ontwerpen met de bedoeling het gedrag van mensen te sturen
○ bv. schuine vuilbak / obstakels voor de weg v/e schoolpoort
● Affordance
= fysieke kenmerken beïnvloeden het gebruik & voorkomen verkeerd gebruik
○ bv. vlakke plaat tegen deur om te duwen, handvat om te trekken
1
, ● Non intentional design
= het gebruik van het ontwerp waarvoor het niet bedoeld is
○ bv. van trapleuning glijden
1.5 Over ergonomie
● Ontwerp ergonomie
= ergonomie toegepast vanuit de ontwerpfase van voorwerpen en omgeving
● correctie ergonomie
= ergonomie toegepast in de bestaande omgeving om deze te verbeteren
1.2 Onderzoek
2.1 Over ontwerpend onderzoek
● Tastbare / niet tastbare context
○ tastbaar: alles wat gemeten en opgetekend kan worden
○ niet tastbaar: beleving en omgeving van de ruimte
bv. menselijke interactie, historische context, ervaring van licht & orientatie,...
● Stappen in het onderzoeksproces
1. Onderzoeksvraag
2. Onderzoeksmethodes
a. Literatuurstudie: zoeken naar bestaande info over het onderwerp
b. Best Practice: bezoeken van gelijkaardige functies, gebouwen,...
3. Stappenplan
→ je zet een planning uit met timing & probeert telkens je bevindingen te
toetsen aan onderzoeksvraag
4. Output
→ einde van je ontwerp, voorstelling
5. Bronnen vermelden
2
, 2. Organisatie & Ergonomie
1. Organisatie van de ruimte
1.1 Analyse organisatie
● Uitgangsprincipes van organisatie v/e woning
○ vertrekken vanuit de hoofdplek: gemeenschappelijke/leefruimte
○ vertrekken vanuit de verschillende plekken: woonfuncties
○ vertrekken vanuit de circulatie
1.2 Gradaties in privacy
● Organisatie van functie adhv gemeenschappelijke ruimten & privacy
● Meegroeimarge= flexibel wonen, de levenssituatie van bewoners kan
veranderen en er moet dus voldoende circulatie voorzien worden / opties om
dat aan te passen
bv. door kasten weg te nemen kan circulatie breedte vergroten
○ personen met beperking die deur zelf kunnen openen: 50 cm naast de
deurkruk
○ draaicirkel voor bocht te nemen: 150 cm
1.4 Verticale circulatie
1.5 Hoogte van de ruimte
1.6 Organisaties functies
● Manieren om functies te organiseren tov elkaar
○ organigram = plekken naast elkaar zetten om verbinding & oppervlakte
te bekijken en functies in te planten i/d ruimte
voorbeeld
3
,1.7 Aanpasbaar en flexibel bouwen
● Aanpasbaar bouwen
= ruimte die van meet af aan voor iedereen beter bruikbaar is en op
eenvoudige en relatief goedkope manier kan worden aangepast
● Aangepast bouwen
= speciaal afgestemd op de behoefte van één persoon
1.8 Analyse context
● Oriëntatie
○ kamer: zon in de herfst en winter, maar niet in de zomer
○ badkamer & slaapkamer: beperk binnenvallen van de avondzon
○ keuken: vermijd sterke directe zonnestralen (koken → t° ↑ )
● Ramen en hun uitzicht
○ ergonomisch belang
○
○ belang van privacy
4
,2. Ruimtegebruik van de mens
● Gebruiksruimte
= ‘De mens heeft meer ruimte nodig dan de de ruimte waarin hij past’
○ fixatie van ledematen moeten vermeden worden, dus houding kunnen
wijzigen is beter op fysische en psychische vermoeidheid uit te stellen
bv. een stappend persoon van 1,75 m wordt 1,85 m = dynamisch
3. Antropometrie
3.1 Analyse
3.2 De lichaamsdelen en statistiek
3.3 Percentiel waarden
→ x-as: lichaamslengte
→ y-as: frequentie
- Gemiddelde
-> maten direct rond het gemiddelde
komen het meeste voor
- Standaardafwijking: afstand van
gemiddelde tot buigpunten
-> maat voor de spreiding van gegevens
rond het gemiddelde
=> hoe dichter bij elkaar hoe meer mensen
dezelfde maat ong hebben
- Percentielwaarde: 50e percentiel is
rekenkundig gemiddelde & 5e percentiel is
… m of kleiner
-> geeft aan hoeveel procent v/e groep een
bepaalde maat heeft
3.4 Toepassing van percentielwaarden
● Hoe werken met percentielwaarden
○ kiezen voor doelgroep begrenzing: bv. 20-80ste percentiel (60%)
○ voor een werkplek: moet voor de hele gebruikersgroep geschikt zijn
5
, 4. Anatomie en fysiologie
4.1 Anatomie
= beenderstelsel
● Vorm van wervelkolom: wervels die gescheiden zijn door schokwerend
kraakbenig tussenwervelschijf
○ tussenwervelschijf: verticale stand = gelijkmatige drukverdeling
○ wervelkolom: zijzicht, 4 krommingen: concaaf - convex
○ ‘normale houding’: verdeling van lichaam door loodlijn
● Enkele houdingsafwijkingen
○ heffen en dragen van lasten
→ last optillen met gestrekte knieën zorgt voor wervelkolom als
hefboom
4.2 Fysiologie (spierstelsel)
● Spierarbeid
○ gewrichtsbanden, pezen en spieren zorgen voor beweging van botten
in de gewrichten
○ soorten spieren: strekkers, buigers, draaiers
● Energie: welke factoren spelen een belangrijke rol bij spierwerking
○ glucogeen (voedsel)
○ zuurstof
○ afvoermogelijkheden en afbraakproducten
● Twee vormen van spierarbeid
○ dynamische spierarbeid: regelmatig en snelle afwisseling tussen spanning &
ontspanning in de spieren (verlenging & verkorting)
■ algemene dynamische spierarbeid
■ lokale dynamische spierarbeid
= spiermassa die beweegt is meer of minder dan v/d totale spier
hoeveelheid van het lichaam
○ statische spierarbeid
→ spieren oefenen langer dan enkele seconden eenzelfde kracht uit
⇒ Afwisseling tussen statische en dynamische arbeid is best vol te houden = mengarbeid
6
, 5. Het zitten
5.3 Het zitten
● Specifieke gegevens
○ Zithoogte: 45 cm (afstand tussen hiel en knieholte)
■ krukje: 35-38
■ hoge stoel krijgt verhoogd steunvlak voor voeten
○ Zitdiepte: 34-38 (⅔ van de dijen die gesteund worden)
■ breedte: 36, 40
■ bij rust stoelen en zetels: tot 50 cm
○ Vorm v/h zitblad: vlakke zitting met zitkuil (vierkant/rechthoek)
■ helling naar achter niet meer dan 3 cm
○ Helling v/h zitblad
■ zithoek: 3-8°
■ rugleun hoek: onder de 100°
○ rugleuning
■ lende bult: 15 cm boven de zitting
○ Armsteunen: gemak & ongemak
■ hoogte: 20-22 cm boven de zitting
→ onderarm moet erop kunnen leunen
■ tussenruimte: 45-48 cm
○ Voetplaatsing en voetsteunen: drie verschillende steunplaatsen
■ voor de stoel
■ onder de knieen
■ onder de stoel
7
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellenvdw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.26. You're not tied to anything after your purchase.